Tijdsbesteding, recreatie en huishoudelijke bezittingen

Uitgaven voor en belangrijkheid van vrije tijd

Tussen 2000 en 2004 waren de uitgaven van de Spaanse overheid aan recreatie, cultuur en religie relatief hoog (jaarlijks 1,3 tot 1,4% van het BBP; EU15 0,9 à 1% p/j). Het deel van het huishoudbudget dat op gaat aan recreatie en cultuur lag in 2005 op 6,4% (EU27: 8,4%). Van het huishoudbudget van 2005 ging wel veel (9,3%) naar restaurants en hotels (EU 5,3%) en naar restaurants en cafés e.d. (8,4 om 3,9%; beide hoogste EU25 na Portugal). De bestedingen voor alcohol buiten uitgaan waren het laagst binnen de EU (0,7 om 1,2%) en die voor leesvoer lagen vrijwel op de EU normaal (1,3 om 1,4%). Aan kleding en schoeisel gaf men ook relatief veel uit (6,9 om 5,7%), maar aan communicatie weer niet (2,7 om 3,3%). In 2006 lagen de totale uitgaven per huishouden op €29.394 gemiddeld. Daarbij waren de grootste posten woonlasten (26,4%), vervoer (14,3%) en eten en drinken (14%). In steden met meer dan 100.000 inwoners waren de bestedingen ruim 6% hoger en op het platteland zo’n 10% lager dan gemiddeld. Men gaf daar relatief veel uit voor vervoer en in grote steden aan wonen.

Tussen 2000 en 2007 gingen qua verandering de huishouduitgaven gemiddeld met 11,6% omhoog (EU15 +7,3% tussen 2000 en 2006). Net als in de EU15 zakten de bestedingen voor educatie (5 om 3%) en voor drank, tabak en narcotica (6 om 8%). De uitgaven die flink stegen gingen ook flink meer omhoog dan gemiddeld in de EU15. De bestedingen voor communicatie stegen het sterkst (+67%, EU15 +47%); gevolgd door diversen (33 om 7%), gezondheid (27 om 14%), recreatie en cultuur (23 om 21%), directe woonlasten (15 om 5%) en woninginrichting en onderhoud (13 om 5%). Ten aanzien van kleding en schoeisel (+7 om +10%), vervoer (5 om 3%) en restaurants en hotels (4 om 5%) was de stijging gematigd (bron Eurostat onder national accounts detailed breakdown). Na 2000 was Spanje qua koopkracht goedkoop naar EU maatstaven (85% van de EU27 normaal in 2002 en 92% in 2007). In 2007 werden melk, kip, aardappelproducten, tabak en juwelen rond 9% duurder en IT producten (-20%), fotoapparatuur (-15%), geluidsapparatuur (-11%) en medicijnen en farmaceutica (-9%) daalden in prijs. In maart 2009 waren de prijzen een fractie lager t.o.v een jaar eerder.

In 2002 gaven men in Spanje vrije tijd qua belangrijkheid een 8 als cijfer (18 EU landen: 7,8 gemiddeld; Eurlife indicator). In 2003 lag het volksdeel dat vond dat men te weinig tijd had voor hobby’s en interesses vrijwel op het EU25 gemiddelde (42 om 43%). Eind 2006 behoorde het contingent dat de stelling onderschreef dat vrije tijd belangrijker hoort te zijn dan werk bij de EU25 top (65 om 48%) en het deel dat vrije tijd tot de belangrijke levensgebieden rekende lag ook boven de EU normaal (93 om 90%).

Tijdsbestedingonderzoek

In 2006 bracht Eurostat de resultaten uit van een onderzoek naar tijdsbesteding in 17 van de 27 Eu landen (National Time Use surveys). Het werd tussen 2000 en 2005 uitgevoerd onder 20 tot 75 jarigen; in Spanje tussen oktober 2002 en september 2003. Men bekeek bij beide geslachten welk deel van het volk welk deel van de tijd aan bepaalde bestedingen deed. Hieruit kwam ondermeer naar voren dat ijdelheid de mens niet vreemd is in Spanje. Behalve dat men relatief veel uitgeeft aan kleding en schoeisel, staken beide geslachten relatief veel tijd in maaltijden en persoonlijke verzorging. Koken scoorde bij beide geslachten goed qua tijd en kinderverzorging, tuinieren en klussen slecht. Qua tijd die aan huishoudelijke taken en aan werk en studie werd besteed was het manvrouw verschil relatief groot en in de richting van de klassieke rolverdeling. Mannen waren bijv opvallend weinig bezig met wassen, strijken en handenarbeid (0% van hun werktijd in het huishouden). Dit werkte ook door in de vrije tijdsbesteding. Vrouwen besteedden relatief weinig vrije tijd aan hobby’s en spelletjes (3%) en mannen weinig aan vrijwilligerswerk en helpen (2%, laagste landengroep). Wie in Spanje werkte hield weinig vrije tijd over (bij beide geslachten 4 na laagste aandeel per etmaal). Tv/ video kijken kwam dan qua hoeveelheid tijd, net als elders, op de eerste plaats (rond 39% van de vrije tijd); gevolgd door gezelligheid met anderen (18%); sport (v 14%, m 17%) en uitrusten (v 10%; m 8%). Bij beide geslachten scoorde sport naar hoeveelheid tijd en naar deelname het hoogst binnen de landengroep.

Ook uitrusten hoorde qua tijdsaandeel bij de 4 hoogste, maar de deelname was weer relatief klein. De relatief hoge score op rusten komt mede door de siësta. Daarvoor wordt tussen 2 en 4 uur s’middags tijd uitgetrokken, behalve bij grootwinkelbedrijven. De meeste kleinere bedrijven en winkels zijn dan dicht. Daar staat tegenover dat tussen 17 en 19 uur meestal wordt doorgewerkt. In 2007 werd de middagpauze bij instellingen van de overheid ingekort zodat er voor ambtenaren weinig tijd voor een siësta overblijft. Beide geslachten brachten het kleinste deel van de vrije tijd binnen de groep landen door met lezen (5%). De deelname aan computerspelletjes was relatief laag (m 2%, v 0%) en het overige computergebruik gemiddeld (m 9%, v 4% in 2002/03).

Media en bezigheden binnenshuis

Volgens het statistisch jaarboek 2008 (http://www.ine.es/inebmenu/mnu_sintesis.htm onder cultura y ocio; cultuur en vrije tijd) lag het mediagebruik in 2006/07 (minstens eens per week) onder de bevolking van 14plus qua Tv kijken op 98%, qua video kijken op 32% (+4% t.o.v 2002/03) en qua radio luisteren op 80% (+6,5%). De kijktijd is in Spanje gemiddeld naar EU maatstaven, maar de luistertijd is laag (zie ook onder media). Verder luisterde 85% (+7%) naar muziek (meestal via radio, CD of cassette). Bij radio, video en muziek was de deelname bij mannen 3 tot 8% groter dan bij vrouwen. Bij dit alles had 22,5% muziek gekocht en 14% videobanden. In 2006 lag het DVD bezit boven de EU25 normaal (63 om 52%). In 2006/07 las 69% minstens eens per week een dagblad (+15%;: m 76%, v 63%) en 24% een weekblad (m 19%, v 29%). Door 12,4% (m 17%, v 8%) werd krant gelezen op het internet. De sportpers was m.n bij mannen erg in trek (40%, -2% t.o.v 2002/03). In 2005 was de interesse in politiek en actualiteit niet bijster groot (59% geïnteresseerd, EU25 67%). Het aandeel perslezers nam naar het zuiden toe af. Qua cultuurdeelname in het jaar vooraf had 58% boeken gelezen (m 55%, v 60%). Bij 25% (m 28%, v 23%) betrof het vakliteratuur en bij 53% andere boeken (m 48%, v 57%). Van de mannen had 32% en van de vrouwen 37% één of meer boeken gekocht. Qua culturele hobby’s sprong fotograferen er uit (17%), gevolgd door tekenen en schilderen (9%), schrijven (7,5%) en zelf muziek of video’s maken (beide 6%). Qua manvrouw verdeling scoren vrouwen het hoogst bij schrijven en tekenen en schilderen en mannen bij muziek maken en fotograferen en filmen e.d. 

In 2008 had 51% van de Spaanse huishoudens thuis internet (+ 6%, EU27 60%, +6% t.o.v 2007). Het internet werd volgens Eurostat naar EU15 maatstaven niet zo veel gebruikt voor contact met instanties (info opvragen 28%, EU15 29%; formulieren downloaden 16 om 18%, formulieren ingevuld opsturen 9 om 13%) of voor het bestellen van goederen voor privé gebruik (13 om 29%). Het gedeelte thuiswerkers via internet bleef ook onder de Eu normaal. Het varieerde van 5% bij bedrijven met 10 tot 50 personeelsleden (Eu15 15%) tot 40% bij bedrijven met minstens 250 mensen in dienst (EU 55%). Het gedeelte ervaren internetgebruikers (5 of 6 taken beheersen) lag met 8% op de EU normaal. De opkomst van mobiele telefoons heeft uiteraard ook zijn weerslag op vrijetijdsbesteding. De dichtheid lag in 2008 met 106% op de EU normaal.

Sociaal leven

In Spanje is de deelname aan en tevredenheid over niet georganiseerd sociaal leven relatief groot. In 2000 lag in Spanje het gedeelte 14 plussers dat minstens eens p/w contact met buren had (91 om 80%) of met familie en vrienden (94 om 83%) boven het EU15 gemiddelde. Leeftijd maakt daarbij wel uit. In 2006 zag van de 16-29 jarigen de helft en onder 65plussers slechts 20% dagelijks vrienden. In 2007 was het volksdeel dat vrienden had onder buitenlanders relatief groot (36%, 8e EU27: NL 25%, België 35%; bron EQLS 2007). Bijna iedereen in Spanje vindt gezin/familie (eind 2006: 99%, EU 97%) of vrienden (96 om 95%) erg belangrijk. In 2003 lagen tevredenheid over het eigen gezinsleven (8,2 op een schaal van 1 t/m 10; EU 7,9) en het deel dat vond dat men minstens genoeg tijd stak in contact met familie boven de EU25 normaal (85% om 75%). Het gedeelte dat vond dat men meer huishoudelijk werk moest doen dan eerlijk is was in 2003 relatief klein (22%, EU15 26%), maar bij vrouwen was het in 2007 naar verhouding groot (42%, 5 na grootste EU27; NL 36%, België 46%). In 2001 voelden slechts weinigen zich door familie buitengesloten (3 om 6%). Ook het deel dat zich maatschappelijk buitengesloten voelt was in 2006 met 5% relatief klein (EU25 9%, NL 4%; Eurobarometer 273/ wave 66.3). Het gedeelte dat de eigen deelname aan sociale activiteiten minstens voldoende vond (76 om 68%) of dat tevreden was met hun sociale leven lag boven de Eu15 standaard (91 om 88% in 2004).

Net als in andere Mediterrane landen is het lidmaatschap van verenigingen laag. In 1998 was in Spanje (buiten de kerk) 26% (EU 52%, Zuid Europa 28%) lid van een club of vereniging. In 1999 lag volgens Eurlife indicator het deel van de 14plussers dat actief was in een godsdienstige club onder het Eu15 gemiddelde (4 om 7%), evenals het deel dat bezig was in een politieke of ideële organisatie (9 om 17%) of dat om persoonlijk redenen actief was in een club (7 om 15). Het volksdeel dat vond dat men genoeg tot teveel tijd stak in politiek en vrijwilligerswerk lag in 2003 qua grootte flink onder de EU15/25 normaal (33%, laagste EU; EU 55%) en eind 2006 was het deel dat helpen of vrijwilligerswerk belangrijk achtte kleiner dan gemiddeld in de EU25 (74 om 79%). Het aantal uren p/w dat men in vrijwilligerswerk en liefdadigheid stak lag in 2007 bij mannen  onder (3 om 6u) en bij vrouwen op het EU15 gemiddelde (5 u; bron EQLS 2007). In 2007 stond men op de EQLS qua vertrouwen in politieke instellingen 7e binnen de EU25.

Activiteiten buitenshuis

In 2004 was het volksdeel dat veel (3 keer of vaker p/w) sportte groter dan in de EU25, NL of België, maar het deel dat dit 1 of 2 keer p/w deed was relatief klein (zie onder sport). Sport en andere massa-evenemen­ten (voetbalwedstrijden, stierengevechten, popconcerten etc.) trekken zeer veel toeschouwers en tv kijkers. Vooral bij belangrijke voetbalwedstrijden zit men voor de tv. De straten zijn dan uitgestorven en de cafés zitten vol. Voetbal is bij iedereen ongeacht leeftijd en geslacht een populair gespreksonderwerp. In de 90er jaren gingen meer Spanjaarden dan Neder­landers uit in hun vrije tijd (19 om 14%) en in 2007 was dit niet anders. In 1997 waren er per miljoen inwoners 20% meer restaurants dan in Nederland en erg veel cafés; meer dan 4 keer zoveel dan in ons land en bijna 2 keer zoveel dan in België dat qua cafédichtheid 2e staat op de EU ranglijst. Ook wordt veel tijd gestoken in het voorbereiden en het vieren van feesten. Verder geven de Spanjaarden erg veel uit aan gokken en kansspelen (2% van het huishoudbudget in 2003, na Slovenië een gedeelde 2e plaats binnen de EU met Malta). Onder mannen vallen jagen en vissen onder de geliefde buitenactiviteiten.

Qua cultuurdeelname (minstens eens p/j onder 14 plussers) scoorden in 2006/07 bioscopen het hoogst (52%), gevolgd door monumenten, musea, popconcerten, exposities en theaters (19%). In ruimere zin trokken al dan niet religieuze feria veel deelname (48%); gevolgd door sportevenementen (29%, m 39%, v 17%), cultuurcentra (23%), dierentuinen 20%, attractie en themaparken (beide rond 18,5%), cursussen 16,5% (m 16%, v 18%), zwemparadijzen 16,5%, congressen of botanische tuinen (beide 14%), circussen 11% en stierengevechten 10% (m 11,5%; v 8% zie voor meer details onder cultuur in engere zin, sport of toerisme). Net als elders neemt de deelname af met leeftijd en toe met de hoogte van de opleiding. Verder is ze bij jonge alleenstaanden relatief groot. Vrouwen gaan wat vaker dan mannen naar bibliotheken, exposities en musea en mannen bezoeken vaker dan vrouwen popconcerten en bioscopen.