Tijdsbesteding, recreatie en huishoudelijke bezittingen

Bestedingen aan en belang van vrije tijd

In 2008 lagen de uitgaven van de Zweedse overheid aan recreatie, cultuur en religie met 1% van het BBP rond de EU15 normaal (1,1%). Daarvan ging 0,4% naar recreatie en sport en 0,6% naar culturele diensten. Huishoudens gaven toen naar EU maatstaf  relatief veel uit aan recreatie en cultuur (11,5% van hun budget in 2009; EU15 9,3%; pakketvakanties 1,2 om 0,5%; audiovisueel/ICT 2 om 1,8; andere duurzame gebruiksartikelen 0,8 om 0,4%; tuinen/ huisdieren 2,3 om 2%; diensten 4,1 om 3,2%; leesvoer 1,3 om 1,6% in 05). Genotsmiddelen (3,7 om 3,2% in 09) en persoonlijke verzorging (2,3%) scoorden vrijwel gemiddeld en er ging naar verhouding weinig naar horeca (5,3 om 8,8% in 09, diensten voor onderdak 0,7 om 1,5%; catering 4,5 om 7,5% in 05), kleding en schoeisel (5 om 5,5% in 09) en woninginrichting (5,3 om 6% in 09). Volgens onderzoeksbureau Nielsen (bron http://www.sweden.se/ onder lifestyle) geven de Zweden echter het meeste uit aan woninginrichting en verbetering van 42 landen. De doorsnee bestedingen per bewoner liggen vereffend voor koopkracht onder de EU15 normaal (€13.500 p/j in 09; EU15 €14.800; NL €13.800) en zakten in 2009 minder sterk dan gemiddeld (-3,6%. EU15 5%; NL -7%). In 2005 was de variatie naar inkomen daarbij klein. Ze liep uiteen van €12.860 bij de 20% laagste (EU15 €10.570: NL €14.860) naar €24.570 bij de 20% hoogste (EU15 €28.900; NL €27.050). In 2009 lagen qua verandering de uitgaven per huishouden 9% lager dan in 2000 (EU15 10,5% hoger). Alleen de uitgaven voor horeca (+4%. EU15 +18%) en wonen (2 om 19%) waren wat hoger. Die voor communicatie zakten het sterkst (-41%, EU15 -7), gevolgd door recreatie en cultuur (-29 om -5%), woninginrichting/ onderhoud (-16 om +6%), onderwijs (-13 om +18%), diversen (-9 om +7%), kleding/ schoeisel (-7 om 0%), vervoer (-5 om +12%), eten en drinken (-4 om +16%0, genotsmiddelen (-3 om +25%) en gezondheid (-1 om +10%; Eurostat annual national accounts detailed breakdown).

Zweden vinden vrije tijd relatief belangrijk. Najaar 2006 onderschreef een boven gemiddeld deel de stelling dat het belangrijker hoort te zijn dan werk (55%; BE 50%; EU 48%; NL 40%; Eurobarometer 66) en het deel dat vrije tijd tot de belangrijke levensgebieden rekende was ook boven gemiddeld (94 om 90%). Verder vonden relatief veel Zweden politiek (56%, EU25 43%), vrijwilligerswerk en helpen (74 om 79%) en vrienden (97 om 95%) belangrijk. Familie scoorde gemiddeld (97%) en religie laag (30% om 52%. EB 273, wave 66.3). Het volksdeel dat vond dat men te weinig tijd had voor hobby’s en interesses was in 2007 volgens Eurlife indicator aan de grote kant (46,5%, EU15 41%) en iets groter dan in 03 (+1,5% om -2%). Ook op EQLS 2007 was het deel met te weinig tijd voor hobby’s (mannen 49%, EU15 47%; vrouwen 55 om 52%), vrijwilligerswerk of politieke activiteiten (m 50 om 48; v 55 om 52%) of contacten met familie tamelijk groot (m 33 om 30%, v 31 om 27%) en het deel met tijdgebrek voor andere sociale contacten viel onder de EU top (m 56 om 33%, v 52 om 37%).

Media, lezen, internetten en mobieltjes

In 2005 lag de TV kijktijd pp per etmaal flink onder de Eu normaal (2u26m, EU 3u47 minuten) en primetime viel iets aan de late kant (21.15 om 21.08 uur). In 2009 werd  gemiddeld 2u46m gekeken, 6 minuten langer dan in 08. De kijktijd neemt toe met de leeftijd (kinderen 1u38m, 60plussers 3u47m in 09). Culturele uitzendingen op radio of Tv trokken in 2007 relatief veel publiek (minstens één keer 88%, EU 78%, BE 79%, NL 84%: vaker dan 5 keer 54%, EU 46%, BE 50%, NL 56%; EB 278, wave 67). Zweden lezen het meest binnen de EU. De lange winternachten zijn hier debet aan. Van hen had 87% minstens 1 keer een boek gelezen (EU 71%; NL 75%, BE 66%) en 60% meer dan 5 keer (EU 37%, NL 55%, BE 33%). Volgens het Zweedse CBS (statistisch jaarboek) las in 2008 41% wekelijks boeken. Net als in de meeste EU landen dalen de oplagen van kranten. Bij tijdschriften valt de schade echter mee. Volgens Nordicom zakte het gedeelte dagbladlezers op papier tussen 1999 en 2009 van 82 naar 71% en elektronisch van 82 naar 77%. Desondanks blijven de aandelen het grootst binnen de Eu. In 2009 was het segment Zweden dat kranten of tijdschriften las op internet 3 na grootste in de EU.

In 2010 had 88% van de huishoudens thuis internet (hoogste EU na NL), 2% meer dan in 2009 (EU15 73%, +5%, Eurostat onder industry, trade and services). Het gebruik onder 16-75 jarigen behoort ook tot de EU top (dagelijks: 76% van de groep, +3% t.o.v. 09; EU15 57%, +6%; wekelijks 88%, +2%, EU15 69%, +5%). De tabel hierna biedt nadere info over het gebruik (veelal in 2010) in Zweden, de EU, Nederland en België. De periode vooraf waarover de vraag werd gesteld was 3 maanden, met uitzondering van alle gebruik (1 week). Zweden scoorden het hoogst binnen de EU op gebruik van chatrooms etc., TV kijken en radio luisteren en betaalde audiovisuele content.

Internetgebruik in m.n. 2010

ZW

NL

BE

EU27

Alle gebruik

82

86

70

60

E mailen

84

87

72

61

Chatrooms, forums, netwerksites

46

25

30

31

Info over goederen/ diensten ophalen

82

82

62

56

Goederen of diensten kopen

19

24

17

13

Eigen content in website zetten

28

27

18

22

Privé verkopen

19

24

17

13

Bankieren

75

77

51

36

Krant/ tijdschrift lezen

54

48

38

34

Bellen, videobellen

21

17

20

19

Games downloaden/ updaten (2008)

8

15

6

9

Muziek/film spelletjes luisteren, kijken, downloaden

25

51

33

28

TV kijken, radio luisteren

56

53

22

26

Betaalde audiovisuele content (2008)

16

7

3

5

Baan zoeken/ solliciteren

25

19

13

15

Gezondheidsinfo ophalen

40

50

37

34

Info + boeken van reis/ onderdak

52

50

38

37

Onderwijs en training (2006)

10

23

15

19

Formulieren opsturen naar instantie

32

35

13

13

Volgens Special EB 278, wave 67 was rond 1 maart 2007 het aandeel Zweden dat het internet gebruikte voor e-mailen (85 om 68%), info over cultuurproducten/ evenementen (60%, EU42%), kopen van cultuurproducten (52 om 30%), zoeken en boeken voor vakanties (65 om 42%), opslaan en uitwisselen van foto’s (55% om 36%), lezen van kranten (69 om 39%), luisteren naar muziek (44 om 28%) en zien van gespecialiseerde cultuur en kenniswebsites (40% om 24%) het grootst binnen de EU. Ook TV kijken (18 om 9%), bezoek aan blogs (24 om 13%), maken van eigen websites (14 om 9%), info over sport/ actieve vrije tijd (52 om 41%), bezoek aan chatrooms en forums (30 om 22%) en gamen (28%, EU27 25%) scoorden toen hoog. Webcam gebruik (12 om 14%), uitwisselen van bestanden (22 om 26%) en downloaden van gratis muziek (25 om 27%) bleven onder de EU normaal. In 2009 lag het internetgebruik op werkplek (52%, hoogste EU, EU27 27%) of onderwijsinstelling (13 om 9%) hoog. Het aandeel dat van huis uit internette voor hun werk (telewerkers) was in 2006 ook groot. Het liep op van 34% bij bedrijven met 10 tot 50 werknemers (EU27 13%) via 59% bij middelgrote bedrijven (EU 30%) naar 84% bij bedrijven met 249+ werknemers (EU 52%). In 2010 lag het gedeelte ervaren internetgebruikers (5 of 6 taken beheersen) boven de EU27 normaal (14 om 10%). Het gebruik van mobiele telefoons heeft uiteraard ook zijn weerslag op tijdsbesteding. De dichtheid lag in 2009 met 126% vrijwel op de EU27 normaal.

Sociaal en cultureel leven

Op Eurlife indicator (http://www.eurofound.europa.eu/) is veel info te vinden over sociaal leven in de EU. In Zweden is de deelname aan niet georganiseerd sociaal leven wisselend, maar de Zweden vinden het wel erg belangrijk. In 2007 staken mannen tamelijk veel en vrouwen relatief weinig tijd in kinderopvang, mantelzorg, koken/ huishouden en vrijwilligerswerk (m 44u, EU15 40u; v 57 om 62u p/w; EQLS 2007, nadruk op vrouwen emancipatie in Scandinavië). Het segment vrouwen dat vond dat ze meer huishoudelijk werk doen dan eerlijk is was in 2007 vrijwel gemiddeld naar EU maatstaf (31%, NL 36%, BE 46%). Op tevredenheid over eigen gezinsleven scoren de Zweden relatief hoog (8,1 in 2003, 8,5 in 07; 8,1 in 09 op een schaal van 1 t/m 10; EU25 7,9 in 03 en 07 en 7,7 in 09). Het deel dat vond dat men genoeg tot teveel tijd besteedt aan gezin of familie was aan de kleine kant (75% in 2007, -1%; EU 78%; +4%). De tevredenheid met het sociale leven was in 2002 en 2004 relatief wijdverbreid (93%; EU15 88% in beide jaren). Het deel dat de eigen deelname aan sociale activiteiten minstens voldoende achtte werd tegen de EU trend in echter kleiner (57% in 2007, 69% in 03, grootste achteruitgang in de EU; EU15 72% in 07 en 68% in 03). Steeds meer Zweden vinden dat ze er door hun werk te weinig tijd voor hebben. Het segment dat zich buitengesloten voelt door familie (3% in 2001; EU15 6%, NL 5%; BE 7%) of maatschappij (8%, NL 13%; EU 15%, BE 16% in 2009; EB 321/ wave 72.1) is wel klein.

Het georganiseerde sociale leven heeft in Zweden een hoge vlucht genomen. De participatiegraad (lidmaatschap van clubs) is er even groot of nog groter dan in Nederland. Gewoonte en noodzaak spelen daarbij een onmiskenbare rol (vakbonden verzorgen uitkerin­gen en kerken begrafenissen), maar vrijwilligerswerk binnen verenigingen blijft tot op de dag van vandaag een belangrijke vrijetijdsbesteding. In 2006 lag het aandeel Zweden dat aan vrijwilligerswerk deed boven de EU27 normaal (53%, NL 2e EU met 55%, BE 37%, EU 34%, EB 273, wave 66.3: QA 19). Daarbij scoorden alleen ouderen belangenclubs gemiddeld (1% van de Zweden was hier actief in: EU27 ook 1%). Het aandeel vrijwilligers in vakbonden (13 om 4%) en mensenrechten (6 om 2%) en politieke organisaties (6 om 2%) was het grootst binnen de EU27 en het segment bij clubs voor buitenactiviteiten (m.n. sport, jacht en vissen: 25 om 13%), vrije tijd voor ouderen (6 om 3%), beroepsorganisaties (5 om 1%) en consumenten bonden (3 om 1%) viel onder de EU top3 (overige deelname: milieu/ dierenrechten 4 om 2%, hulp 8 om 5%, religieus 9 om 6%, patiënten rechten 3 om 2%, minderheden/ lokale belangen 3 om 2%, onderwijs, kunst en cultuur 10 om 8%). Zowel mannen als vrouwen staken naar EU15 maatstaf p/w een vrijwel gemiddeld aantal uren in vrijwilligerswerk (5 en 6u). Eind 2006 was het volksdeel dat vrijwilligerswerk belangrijk achtte aan de grote kant (83, EU 79%) evenals het deel dat vond dat men minstens genoeg tijd stak in politiek en vrijwilligerswerk (61%, -4% t.o.v. 03; EU 54% in 03 en 07). Het vertrouwen in politieke instellingen is in Zweden wijdverbreid naar EU maatstaf.

Hoewel een doorsnee aandeel Zweden cultuur belangrijk zegt te vinden (76% in 2007) is de cultuurdeelname uitzonderlijk groot. In 2007 viel de passieve deelname bij 8 van 10 activiteiten onder de top3 binnen de EU25 en bij alle 8 nagevraagde vormen van actieve deelname scoorden de Zweden het hoogst (zie ook cultuur in engere zin op deze website en EB 278, wave 67). Actief samenzijn, milieu en kennis zijn belangrijke onderwerpen waar omheen clubs bestaan. Opvallend veel Zweden volgen in het winterhalfjaar ’s avonds cursussen en iedere stad heeft cursusfacili­teiten. Cursussen gaan vaak gepaard met lezingen en excursies en monden na afloop dikwijls uit in informele hobbyclubjes. Zweden zoeken bewust zulke clubjes op om gelijkgestemden tegen te komen. Voor afstandsonderwijs bestaat bijv. relatief weinig belangstelling. Gedeelde kennis en interesse wordt zo door velen ervaren als veilige manier om nieuwe mensen in levenden lijve te leren kennen. Het ledenaantal van studiekringen zakte tussen 2003 en 2008 van 2,5 naar 1,9 miljoen (van 28 naar 20% van de bevolking) en het bezoek aan cultuur programma’s van bonden voor volwasseneneducatie lag tussen 15 en 16,5 miljoen.  

Buitenactiviteiten

Tussen 1982 en 1999 ging het aandeel Zweden boven de 16 dat regelmatig aan actieve vrijtijdsbestedingen deed sterk achteruit (rondstruinen in de natuur van 78% naar 31%, actieve sportbeoefening van 59% naar 32%). Daarna steeg de deelname echter weer (buitensport: m van 34 naar 36,5% in 2006; v van 25 naar 32,5%; binnensport: m van 31 naar 35,5%, v van 34 naar 42%; rondstruinen: m naar 32%, v naar 40% in 2007). De actieve en passieve sportdeelname vallen in Zweden onder de Eu top. Veel Zweden brengen weekenden door in hun buiten­huisje. Het volksdeel boven 15j dat kan beschikken over zo’n stuga groeit en lag in 2008 tussen 47 en 57%. Men houdt zich er vaak onledig met tuinie­ren, luieren of kletsen onder het genot van geestrijk vocht (gekocht of van eigen makelij). Nogal wat stugor beschikken over een sauna en zwemwater en ze worden veel gebruikt als uitvalsbasis. Tijdens de winter­maan­den zijn skiën, schaatsen en ijsvissen populair en in de zomermaanden fietsen, vis­sen en wandelen en puzzeltochten (O Rin­gen). Jongeren en alleenstaanden doen veel aan sport en aan trektochten en m.n. de wat ouderen (stellen, gezinnen met kinderen) struinen graag door de natuur om bloemen, bessen of bospaddenstoelen te verzamelen.

Daar biedt Zweden ruimschoots gelegenheid voor, ook omdat men allemänsrätten (het allemansrecht) kent. Dit houdt vrije toegang in tot alle privéterreinen. Men mag vrij kamperen, een kampvuur aanleggen, zwemmen en verzamelen mits men geen schade aanricht of rommel achterlaat. In 2004 was 73% van de Zweden, waaronder relatief veel vrouwen (m 82%, v 63%), geïnteresseerd in vissen en in 2006 gooide 15% op zijn tijd een hengeltje uit (m 19%, v 11%). De voorjaarsvakantie van een week in februari  (regio spreiding) heet in Zweden sportvakantie (sportlov) en wordt veel gebruikt om te gaan skiën. In zomer en vroege herfst wordt veel verzameld of gejaagd. Voor vissen en jagen gelden wel strenge regels en vergun­ningen. De jacht op m.n. elanden leidt in de herfst tot een soort Elfstedenkoorts en een trek naar het lege noorden. Als redenen wordt tegenover de niet ingewijde buitenlander vaak aangevoerd dat elanden boomschors en jonge aanplant eten terwijl bosbouw voor Zweden erg belangrijk is en dat er jaarlijks zo’n 4500 aanrijdingen met elanden zijn (gezien het formaat van de dieren voorwaar geen sinecure). Men schiet er ieder jaar zo’n 80.000 en mede door de enorme uitgestrektheid van het land blijft de populatie zo op pijl. Intussen wordt ook op herten en vogels gejaagd en men slaat alle vlees van deze dieren en vis graag op in de vriezer.

Klussen in en rond het huis is in Zweden erg populair. IKEA is niet voor niks een Zweeds bedrijf en het aandeel Zweden met een 2e huis(je) is het grootst binnen de EU.

Huishoudelijke bezittingen

Het bezit van duurzame gebruiksgoederen onder Zweedse huishoudens ligt naar EU15 maatstaf veelal erg hoog. In 2005 had 98% van de huishoudens TV in huis (EU25 95%). Het aandeel met video of DVD lag toen boven (72 om 65%) en het deel met DVD op de Eu standaard (52%). Het autobezit is gemiddeld (50 personenauto’s per 100 inwoners in 2008, EU15 51). Rond 36% van de auto’s was minstens 10 jaar oud (BE 28%, NL 33%). Het segment onder de lage inkomensgroep (onder 60% van modaal) dat tegen de eigen zin een 5tal items niet had omdat men het niet kon betalen was in 2009 behalve bij kleuren tv (1,9%, EU15 1%) relatief klein (auto 11 om 14%, wasmachine 0,5 om 2%, computer 3,4 om 11,5%; telefoon 0,1 om 1,4%; bron Eurostat).