Tijdsbesteding, recreatie en huishoudelijke bezittingen

Bestedingen aan en belang van vrije tijd

In 2009 lagen de uitgaven van de Estische overheid aan recreatie, cultuur en religie met 2,3% van het BBP flink boven de EU27 normaal van 1,2%. Daarvan ging 0,5% naar recreatie en sport, 1,3% naar culturele diensten; 0,3% naar uitzendmedia en 0,1% naar religie en groepen. Huishoudens gaven toen naar EU27 maatstaf relatief weinig uit aan recreatie en cultuur (7,3% om 9,1% en rond 30% minder dan in 2006 en 2007, EU27 -3%; diverse duurzame gebruiksartikelen 0,0, EU 0,3%; pakketvakanties 0,5 om 0,6%; diensten 2,9 om 3,3%; audiovisueel/ICT 0,7 om 1,7%; tuinen/ huisdieren 1.9 om 1,9%; leesvoer 1,1 om 1,4%). Ook de uitgaven voor horeca (6 om 8,6%, diensten voor onderdak 1,6 om 1,5%; catering 4,5 om 7%), kleding en schoeisel (4,5 om 5,5%) en woninginrichting/ huishoudelijke artikelen (4,7 om 5,9%) waren laag. Persoonlijke verzorging (1,9%) scoorde vrijwel gemiddeld en qua bestedingen aan genotsmiddelen (8,8 om 3,5% in 09) viel men onder de EU top. De doorsnee uitgaven per bewoner liggen vereffend voor koopkracht onder de EU normaal (€7.600 om €13.500 p/j in 2009; NL €13.800) en zakten in 2009 veel sterker dan gemiddeld (-17 om -4%; NL -7%). In 2005 was de variatie naar inkomen daarbij groot. Ze liep uiteen van €5600 bij de 20% laagste (EU €14.200) naar €19.700 bij de 20% hoogste (EU €39.300). In 2010 lagen qua verandering de uitgaven per huishouden 44% hoger dan in 2000 (Eurolanden 17% hoger in 09). De prijzen stegen in Estland gemiddeld met 27% (EL +10%). In 2009 had Estland sterk te lijden onder de kredietcrisis en t.o.v. 2008 steeg het deel van het huishoud budget dat opging aan voeding en genotsmiddelen, woonlasten, interieur en onderhoud en ziekte/ gezondheid relatief sterk. Men gaf flink minder uit aan vervoer, communicatie, kleding en schoeisel, recreatie/ cultuur, horeca en diversen (bron: Eurostat annual national accounts detailed breakdown).

Qua belangrijkheid van levensgebieden scoort vrije tijd bij Esten hoog. Najaar 2006 was volgens Eurobarometer (EB) 66 het deel van hen dat de stelling onderschreef dat het belangrijker hoort te zijn dan werk het op 1 na grootst binnen de Eu (67%; BE 50%; EU 48%; NL 40%;). Een doorsnee deel (79%) rekende vrijwilligerswerk/ helpen tot de voorname levensgebieden. Het deel dat vrije tijd (89%), vrienden (92%), gezondheid (98%) of familie (96%) daartoe rekende viel iets aan de lage kant uit en politiek (31 om 43%) en religie (29% om 52%) scoorden uitgesproken laag (EB 273, wave 66.3). Het deel dat vond dat ze te weinig tijd hadden voor hobby’s en interesses steeg tussen 2003 en 2007 tegen de EU trend in van 30 naar 40% (EU25 van 43 naar 41,5%, Eurlife indicator). Op EQLS 2007 was het segment met te weinig tijd voor contacten met familie (m 32%, EU27 29%, v 23 om 27%) of vrijwilligerswerk of politieke activiteiten bij mannen aan de grote en bij vrouwen aan de kleine kant (m 54 om 48; v 50 om 53%). Bij andere sociale contacten (m 24 om 34%, v 32 om 38%) of hobby’s (m 40 om 47%; v 50 om 56%) viel het deel met tijdgebrek naar EU27 maatstaf mee.

Media, lezen, internetten en mobieltjes

De TV kijktijd pp per etmaal lag tussen 2003 en 2005 iets boven de Eu normaal (3u55m, EU 3u47 minuten in 2005) en primetime viel wat aan de vroege kant (21.00 om 21.08 uur). Volgens TNS Emor keken in 2010 Esten 3u39 m p/d en niet Esten (m.n. Russen) langer (4u26m). In Estland lag de radio luistertijd in 2003 en 2004 erg hoog (tussen 4½ en 5u p/d). Culturele uitzendingen op radio of TV trokken in 2007 het meeste publiek in de EU (minstens één keer 93%, EU 78%, BE 79%, NL 84%: vaker dan 5 keer 76%, EU 46%, BE 50%, NL 56%; EB 278, wave 67). Esten lezen naar EU maatstaf ook veel. Lange winternachten zijn hier debet aan. Wel neemt het lezen op papier mede door het internet af. In 2007 had 79% minstens 1 keer een boek gelezen (EU 71%; NL 75%, BE 66%) en 50% meer dan 5 x (EU 37%, NL 55%, BE 33%). Net als in de meeste EU landen dalen oplagen van kranten en tijdschriften. In 2005 haalden dagbladen een oplage van 225/ 1000 inwoners; flink lager dan in Scandinavië, maar op 1 na hoogste in de nieuwe EU landen. In 2007 las bijna 70% vrijwel dagelijks een krant (weinig MV verschil) en de helft van de mannen en 60% van de vrouwen las wekelijks weekbladen. Het segment Esten dat digitaal kranten of tijdschriften leest is relatief groot.

In 2010 had 68% van de huishoudens thuis internet, 8% meer dan in 2009 (EL 71%, +7%, Eurostat onder industry, trade and services). Het gebruik onder 16-75 jarigen ligt ook hoog (dagelijks: 60% van de groep, +9% t.o.v. 09; Eurolanden 54%, +12%; wekelijks maar niet dagelijks 14%, EL 11%). De tabel hierna biedt nadere info over het gebruik (veelal in 2010) in Estland, Nederland, België en de EU. 

Internetgebruik in m.n. 2010

EST

NL

BE

EU27

Alle gebruik in jaar vooraf

75

91

79

71

E mailen

63

87

72

61

Chatrooms, forums, netwerksites

35

39

30

32

Info over goederen/ diensten ophalen

61

82

62

56

Goederen of diensten verkopen

8

24

17

13

Info zoeken (niet om te kopen)

12

0

17

Eigen content in website zetten

32

27

18

22

Bankieren

65

77

51

36

Krant/ tijdschrift lezen

66

48

38

34

Bellen, videobellen

34

17

20

19

Games downloaden/ updaten (2008)

8

15

6

9

Muziek/film spelletjes luisteren, kijken, downloaden

38

51

33

28

TV kijken, radio luisteren

32

53

22

26

Betaalde audiovisuele content (2008)

9

7

3

5

Baan zoeken/ solliciteren

26

19

13

15

Gezondheidsinfo ophalen

35

50

37

34

Info + boeken van reis/ onderdak

27

50

38

37

Onderwijs en training (2006)

8

23

15

19

Formulieren opsturen naar instantie

35

35

13

13

In 2010 was het internetgebruik bij een onderwijsinstelling relatief hoog (11%, Eu 9%) en op het werk gemiddeld (28%). Het aandeel dat van huis uit internette voor hun werk (telewerkers) lag in 2006 onder de EU normaal (39%, EU46%, NL 67%, BE 62%). Estland telt veel ervaren internetgebruikers (5 of 6 taken beheersen; 17%, EU 10%, BE 8%, NL 6% in 2010). Volgens Special EB 278, wave 67 lag rond 1 maart 2007 het gebruik van internet door Esten in het kader van vrije tijd en cultuur erg hoog. Het was het hoogst van de EU bij lezen van kranten (56 om 39%), bezoeken van netwerksites (50 om 22%) of blogs (30 om 13%), computerspelletjes (44 om 25%), downloaden van film/ TV (38 om 16%), TV kijken (35 om 9%), communiceren met webcam (30 om 14%; Skype is ontworpen door Esten) en maken van eigen website/ blog (28 om 9%). Ook bij  voorbereiden en boeken voor vakantie (55 om 42%), luisteren naar muziek (bijv. radio 41 om 28%) en bellen (31 om 13%, Skype) scoorde men erg hoog. Het gebruik bleef onder de EU normaal bij e-mails uitwisselen (46 om 68%), zoeken van info over cultuurproducten (33%), het kopen daarvan (23%) en zoeken van info rond sport en vrije tijd activiteiten (33%). Het gebruik van mobiele telefoons heeft uiteraard ook zijn weerslag op tijdsbesteding. De dichtheid lag in 2009 met 117% iets onder de EU27 normaal (125%). Bijna alle jongeren hebben een mobieltje en een laptop. Het aandeel vaste telefoonaansluitingen ligt laag en zakte weinig.

Sociaal en cultureel leven

Op Eurlife indicator (http://www.eurofound.europa.eu/) staan cijfers over sociaal leven in de EU. In Finland is de deelname aan niet georganiseerd sociaal leven (d.w.z. zonder formeel lidmaatschap) wisselend. In 2007 staken beide geslachten relatief veel tijd in kinderopvang, mantelzorg, koken/ huishouden en vrijwilligerswerk bij een doorsnee MV verschil (m 49u, EU27 40u; v 75 om 61u p/w; EQLS 2007). Het segment vrouwen dat vond dat ze meer huishoudelijk werk doen dan eerlijk is was in 2007 relatief klein (24%, NL 36%, BE 46%). De tevredenheid over eigen gezinsleven is na 2003 duidelijk gestegen (7,1 in 2003; 7,7 in 07; 7,6 in 09 op een schaal van 1 t/m 10; EU25 7,9 in 03 en 07 en 7,7 in 09). Het deel dat vond dat men genoeg tot teveel tijd besteedt aan gezin of familie was aan de kleine kant (78% in 03 en 07). De tevredenheid met het sociale leven werd tussen 2002 en 2004 meer wijdverbreid (66 en 80%; EU 84% in 2004) en een iets boven gemiddeld deel achtte eigen deelname aan sociale activiteiten voldoende (78% in 03, 76% in 07, EU25 67 en 71%). In 2007 was segment Esten dat vindt dat ze door hun werk te weinig tijd hebben voor hun gezin aan de grote kant (33%, EU15 26%, NLS 29%). Het volksdeel met te weinig tijd voor hobby’s en interesses steeg tussen 2003 en 2007 van 30 naar 40% (EU25 van 44 naar 41%). In 2002 voelde een doorsnee segment Esten zich buitengesloten door familie (5%; EU15 6%, NL 5%; BE 7%) en in sept. 2009 voelde een relatief klein deel (10%) zich maatschappelijk buitengesloten (NL 13%; EU 15%, BE 16%; EB 321/ wave 72.1). Elkaar helpen (vrienden, burenhulp) staat in Estland hoog aangeschreven (EB 273, QA 4).

Eind 2006 was 62% van de Esten tevreden met de vrije tijd faciliteiten (gedeeld 2e nieuwe lidstaten, EU25 60%) en 70% (om 79%) met de winkel mogelijkheden in hun woonplaats. 

Qua georganiseerd sociaal leven is in Estland de participatiegraad relatief laag en op deelname aan vrijwilligerswerk binnen clubs scoort men iets onder de EU27 normaal (28% in 2006, NL 2e EU met 55%, BE 37%, EU 34%, EB 273, wave 66.3: QA 19). In de communistische tijd werd lid zijn opgelegd en dat werkt in voormalige Oostbloklanden nog door. Naar de maatstaf van de NLS is de deelname echter groot en sinds 2005 kent Estland een vrijwilliger van het jaar prijs. Alleen het segment vrijwilligers bij een politieke organisatie lag in 2007 boven de EU25 normaal (3 om 2%). In onderwijs, kunst en cultuur (8%), vrije tijd voor ouderen (3%), beroepsclubs (2%) en patiëntenrechten clubs (2%) lag het daar op en bij andere clubs er onder (sport 10 om 13%, kerk 3 om 6%, liefdadigheid 2 om 5%, vakbond 3 om 4%, milieuclub 1 om 2%, lokale belangen 1 om 2%, mensenrechten 0 om 2%, consumenten 0 om 1%, ouderenrechten 0 om 1%). Mannen staken naar EU maatstaf p/w een gemiddeld aantal en vrouwen veel uren in vrijwilligerswerk (m 6u, v 7 om 5u). Eind 2006 vond een doorsnee volksdeel (76%) vrijwilligerswerk belangrijk en het deel dat vond dat men minstens genoeg tot teveel tijd stak in politiek en vrijwilligerswerk werd na 2003 een stuk kleiner (72% in 03, 53% in 07; EU 54% in 03 en 07). Vertrouwen in politieke instellingen was in Estland in 2007 naar EU25 maatstaf tamelijk hoog (10e EU25, hoogste NLS na Malta) en in 2009 vrijwel gemiddeld (parlement 3,9 om 4,1; regering 4,1 om 4,1, EB 321, wave 72.1, QA 17).

Relatief veel Esten gaven in 2007 aan dat ze cultuur belangrijk vinden (83%, EU 77%%) en de cultuurdeelname is groot te noemen. Bij 1 à 2 keer p/j en bij vaker dan 5 keer p/j passieve deelname scoren de Esten bij 7 van de 10 nagevraagde vormen boven gemiddeld. Bij het laatste vielen ze bij theater en concertbezoek (m.n. pop, folk en wereldmuziek), cultuur op TV/ radio en boeken lezen onder de top 5 van de EU. Bij 7 van de 8 nagevraagde vormen van actieve deelname scoorden de Esten ook hoog en bij 5 ervan kwam men in de top 5 van de EU. Deze zijn zingen (de Esten noemen hun land wel “de zingende natie”, met massale samenzang werd rond 1989 bijv. de Sovjet bezetter lamgeslagen), acteren, dansen (o.m. volksdansen), schrijven; handvaardigheid/ decoreren/  tuinieren en fotograferen/ filmen (bron EB 278, wave 67). In 2007 volgde 12% (m 9%, v 13,5) om persoonlijke redenen cursussen.

Buitenactiviteiten

Volgens http://www.visitestonia.com/en (culture, way of life) vallen al vanouds jagen, (ijs)vissen, verzamelen (bessen, paddenstoelen) en trektochten (te voet of per kano, incl. kamperen) onder de vrijetijdsbestedingen. Estland biedt ruimschoots gelegenheid voor dit soort activiteiten. Er zijn weinig mensen en er is volop natuur (bos, moeras, water en eilanden) wat de Esten tot een ontspannen volk maakt. Visvergunningen zijn bijv. goedkoop en makkelijk te krijgen en het land kent, net als Finland en Zweden, het allemansrecht. Men mag in de natuur vrij kamperen, een kampvuur aanleggen, zwemmen en verzamelen mits men geen schade aanricht of rommel achterlaat. Bij een particulier volstaat toestemming vragen. Ook tuinieren en saunarondes gecombineerd met zwemmen vallen reeds erg lang onder de populaire vrijetijdsbestedingen. Buiten en tuinhuisjes zijn populair en Esten geven erg veel uit aan tuinieren en huisdieren. Verder zijn filmen en fotograferen geliefd geworden bij velen en ook bezoek of deelname aan concerten, volksdansen en koorzang vinden veel plaats in de buitenlucht. Ambachtelijke activiteiten en knutselen zijn tevens in trek. Vrouwen doen bijv. veel aan handwerken en mannen knutselen veel rond het huis of sleutelen aan auto’s. In het land zijn de inkomensverschillen groot en naast opvallend veel oude auto’s rijden er veel SUV’s rond. De populairste sporten zijn jagen, langlaufen, atletiek, zeilen, basketbal en voetbal en golf is sterk in opkomst (http://estonia.eu/ zie verder onder sport).

Huishoudelijke bezittingen

Het bezit van duurzame gebruiksgoederen onder Estische huishoudens is na 2004 flink gestegen. In 2005 had 97,5% van de huishoudens TV in huis (EU25 95%). Het aandeel met video (38,5 om 65%) of DVD (18,5 om 52%) was toen klein. Het autobezit is ook relatief laag (41 personenauto’s per 100 inwoners in 2009, EU27 47), met een erg groot aandeel van minstens 10 jaar oud (60%, BE 28%, NL 33%). Het segment onder de lage inkomensgroep (onder 60% van modaal) dat tegen de eigen zin een 5tal items niet had omdat men het niet kon betalen was in 2009 naar de EU15 standaard groot en naar die van de NLS klein (auto 33%, EU15 14%, NLS 40%, kleuren tv 1,2 om 1 om 3,8%; wasmachine 8 om 2,1 om 18,5%; computer 17 om 11,5 om 34%; telefoon 3,5 om 1,4 om 12%%; bron Eurostat). Vooral bij computers is het na 2002 erg sterk bijgetrokken.