Toerisme

Economische betekenis

Het WTTC voorspelde begin mei 2008 dat het toerisme in Luxemburg in 2008 in directe zin 2,7% zou bijdragen aan het BBP (+4,3% groei bovenop de inflatie t.o.v. 2007, EU 3,6%, +1,7%) en 3,5% aan de werkgelegenheid (+1,3%; EU 3,9%, +0,7%). Met de effecten op de hele economie meegerekend lagen de cijfers op 8,1% BBP (+2,9%; EU 10,2%; +1,6%) en 11% banen (-0,3%; EU 10,8%, +0,4%). In Luxemburg zou 5,6% van de kapitaalsinvesteringen (+1,6%; EU 8,9%, +2,1%) en 2,6% van de overheidsuitgaven (+4%, EU 3,2%, +0,7%) naar de sector gaan. De voorziene privé-uitgaven van Luxemburgers aan toerisme en reisverkeer lagen op 19% van hun budget (+2,3%; hoogste EU, EU 10,4%, +2,4%). De verwachte bijdrage van buitenlandse toeristen aan economie (1,5%, -2,7%) en export (2,4%; -1,5%) voor 2008 is pessimistisch, Ze ligt onder het Eu gemiddelde (respectievelijk 6%, +0,9%) en 5,7% +3,4%). De verwachte groeicijfers tot 2018 blijven m.b.t privé uitgaven en bijdrage aan de totale werkgelegenheid hoger dan gemiddeld voor de EU. Hetzelfde geldt voor de verwachte lange termijninbreng van buitenlandse toeristen in de Luxemburgse economie en export (hier vermoedt men dus een kentering). Voor de rest liggen ze onder die van de EU.

Voorzieningen

Na 1990 trad schaalvergroting op in de toeristische voorzieningen. Er kwamen minder hotels en cam­pings en de overgebleven voorzieningen werden groter. In 2007 telde het landje 273 hotels, (jeugd)herbergen en pensions met in totaal 7639 kamers met ruim 14.000 slaapplaatsen en 98 campings met 47.657 staanplaatsen. De meeste hotels zijn klein, maar hotels met meer dan 50 kamers hebben wel het grootste aandeel in het aantal bedden (53% in 2006). Rond tweederde van de toeristen resideert doorgaans in hotels etc.en zo’n 20% op campings. De rest (13%) logeert bij jeugdherbergen en B&B adressen en in zomerhuisjes. Kampeerders blijven gemiddeld 2 keer zo lang (5 of 6 nachten) dan andere toeristen. De bezetting van de bedden in hotels, herbergen en pensions varieerde in 2006 tussen 35% in januari en 64% in augustus en september (iets lager dan in 2005).

Tendensen in het verblijfstoerisme

In 2007 registreerde men 982.000 verblijfstoeristen (+1,2% ten opzichte van 2006), waarvan 95% uit het buitenland kwam. In de 2,55 miljoen betaalde overnachtingen in 2007 (-3,4%) hadden hotels, herbergen en pensions een aandeel van 56% (+9%) en campings een aandeel van 30% (-6,8%; mede door het slechte weer). De rest (4%) kwam terecht bij aanvullende adressen (B&B etc.). De gemiddelde verblijfsduur liep tussen 2003 en 2007 terug van 3 maar 2,6 overnachtingen. Het kampeertoerisme vertoonde in die periode een neergaande tendens en hetzelfde geldt voor het toerisme vanuit Nederland. Onder de buitenlandse verblijfstoeristen vormen Nederlanders al jarenlang het grootste contingent (22% in 2006). Omdat ze veel kamperen blijven ze het langst en boeken ze de meeste overnachtingen (38% in 2006; -6,7%). In 2006 ging het daarbij om slechts 14% (-6%) van de overnachtingen in hotels, herbergen en pensions en 70% (-7%) van de campingovernachtingen. Op de 2e plaats kwamen toeristen uit België (19% overnachtingen; -2%; met 22% grootste aandeel in hotel etc overnachtingen) en op de 3e en 4e plaats gasten uit respectievelijk Duitsland (10%; -2%) en Frankrijk (7%; +8%). Bij landen die meer dan 5.000 overnachtingen bijdroegen steeg t.o.v 2005 het aantal overnachtingen vanuit Ierland (+26%), Oostenrijk (+25%), Amerika buiten de VS (+20%), Zwitserland (+10%) en Frankrijk +8%) het sterkst en het aantal vanuit Tsjechië (-19%), Denemarken (-10%), Griekenland (-8%) en Nederland (-7%) daalde het meest. In 2006 boekten Luxemburgers zelf nog geen 10% (-9%) van alle betaalde overnachtingen.

Reisgedrag van Luxemburgers

Tussen 1999 en 2006 reisde rond 75% van de Luxemburgers van 15plus (76% in 2006; 25-45 jarigen 85%; 65plussers 56%) minstens eens per jaar naar een buitenland. In 2006 ging het met dagtochtjes meegerekend om 80% van dit volksdeel, waaronder ruim 13% zakenreizigers. De populairste bestemmingen waren Frankrijk (22,5%, 24,8% in 2005 dwz -2,3%), Duitsland (16,6%; +1,1%); België (10%; +0,4%); Spanje (8,3%; +0,8), Italië (6.8%; -0,4%), Oostenrijk (5,4%; +1,4%) en Portugal (4,7%; -0,4%). In 2006 betrof het in totaal bijna 1,1 miljoen reizen. Daarvan had 89% (bij zakenreizen 87%) een EU25 land en 5% een ander Europees land als bestemming. In 2006 ging 57% van de buitenlandse reizen met de auto, 30% met het vliegtuig, 6% per trein en 5% per bus. Het gemiddelde aantal overnachtingen daalde van 10 in 1999 naar 8 in 2006 (bij zakenreizen van ruim 4 naar 3). Van de Luxemburgers die op reis gingen boekte 68% betaalde overnachtingen (voor 90% in hotels). Van de rest van de overnachtingen werd 7% doorgebracht in een eigen vrijetijdswoning en 25% bij familie en vrienden. Bij een reis met overnachtingen gaven Luxemburgers gemiddeld €1802 uit (+9%). Van de €2 miljard die men besteedde (8% zakelijk) werd 86% in Europa uitgegeven. In 2006 maakten dagtoeristen 280.000 tochtjes naar het buitenland waarbij ze €62 miljoen uitgaven; 45% in Duitsland, 29% in België en 25% in Frankrijk.

Trekpleisters

Bij kampeerders (dus ook bij Nederlanders) zijn de Ardennen en de oostgrens (het gebied langs de Duitse grens en de rivierdalen van Esch en Moezel) favoriet. Belangrijke trek­pleisters in het groothertogdom zijn de natuur, burchten, ruines, musea, terrassen, eet­gelegenheden, muziekevenementen en bronnenbaden (m.n bij Belgen en Duitsers). Vooral voor buitenlandse hotelgasten blijft de hoofdstad de hoofdbestemming. In 2006 kreeg de stad bezoek van 422.000 verblijfstoeristen (43% van het totale toeristenaantal; +4,6%) die samen 806.000 overnachtingen boekten (zo’n 32% van het aantal landelijke overnachtingen, +4%; voor 88% hotelovernachtingen). Velen van hen bezoeken er oudheden onder leiding van een gids. Zo trokken in 2006 de kazematten 93.000 bezoekers (-5%). Het aantal deelnemers aan rondleidingen in de stad was met 221.000 zo’n 10% lager dan in 2005. Hetzelfde geldt voor het bezoek aan de 7 populairste kastelen en versterkingen in het groothertogdom (384.000). Bij de populairste attractie, het sprookjes en pretpark Bettenbourg, ging het bezoekersaantal echter met zo’n 4% omhoog naar 165.000 en bij de skilift van Vianden met 10% (79.000). In 2006 boekte Centraal Luxemburg 42% van de overnachtingen. In Luxemburg en de omringende landen wordt veel reclame gemaakt voor wandel en fietsdagtochten door Luxemburg, maar het statistisch bureau heeft geen gegevens over dagtoerisme.