Toerisme

Economisch belang en verwachting

Spanje was in 2007 de populairste vakantiebestemming ter wereld na Frankrijk. Volgens de verwachting van het WTTC (http://www.wttc.org/eng/Tourism_Research/ via de stappen tourism economic research/ country reports) zou het Spaanse toerisme in 2009 op de wereldranglijst van 181 landen qua economische waarde in absolute zin erg hoog (6e), qua bijdrage aan het BBP tamelijk hoog (36e) en qua groeiverwachting op lange termijn erg laag (171e) uitkomen. De in april 2009 via het WTTC uitgekomen verwachting voor 2009 was dat het toerisme in engere zin 6,1% van het BBP (€67,2 miljard, -4.9%; EU 3,4%, -4%) en 6.7% van de banen (1,3 miljoen, -4,2%; EU 3,9%, -3.8%) oplevert en met de uitstraling over de rest van de economie meegerekend 16.3% van het BBP (€180 miljard; -4,9%; EU 9,9% BBP, -3,5%) en 17% van de banen (3,4 miljoen; -3,4%, EU 10,4%, -3%). Verder was de verwachting dat 6,5% van de overheidsuitgaven (€14,9 miljard; +6,6%; EU 3,3%, +3,4%) en 13,8% van de kapitaalsinvesteringen (€43 miljard; -9%; EU 9%, -8%) erin terecht zou komen. De uitgaven van individuen aan toerisme en reisverkeer werden begroot op 12,7% van hun budget (opgeteld €80,9 miljard, -4,1%; EU 10%, -3,3%) en de uitgaven in verband met zakenreizen op €12,8 miljard (1,2% van de zakelijke bestedingen; -8,9%; EU 1,4%; -9%). De verwachte bestedingen van buitenlandse toeristen in Spanje aan goederen en diensten bedroegen €47,5 miljard (15.9% waarde totale export; -6,3%; EU 6,1% exportwaarde, -4,7%). De waarde van dingen die ze kopen om mee terug te nemen of van zaken die Spanje via het buitenland binnen krijgt voor toerisme werd geschat op €23,1 miljard (7,7% exportwaarde, -0,5%; EU 5,5%, -1,2%). Daarmee zou naar verwachting het buitenland Spanje €70,6 miljard aan toeristisch inkomen opleveren. De verwachte groeicijfers t/m 2018 lagen op de overheidsuitgaven na onder de Eu normaal.

Banen en bedrijven

Volgens het Spaanse CBS was het toerisme in 2007 goed voor 1,35 miljoen banen (+2,5%). Het ministerie van toerisme kwam echter op 2,6 miljoen, waarvan 2 miljoen in loondienst; 1,3 miljoen in vaste dienst en 1,6 miljoen in voltijd. Volgens Spanish tourism in figures 2007 leverden restaurants, cafés en bars met 43% van de banen de grootste bijdrage in de werkgelegenheid, gevolgd door vervoer (26%), overige (15%), hotels 13% en reisagentschappen 3%. Volgens deze bron viel 94% van de bedrijven in de sector onder micro-ondernemingen en 5% onder kleine ondernemingen.

Inkomsten uit toerisme naar bron

Volgens Spanish tourism in figures 2007 droeg het toerisme in dat jaar €112 miljard bij aan de economie (+5% t.o.v 2006). Het Spaanse CBS en het ministerie van industrie, toerisme en handel kwamen voor 2007 op een omzet van de toeristenindustrie van €89,3 miljard (+5,2% in waarde, http://www.ine.es/en/inebmenu/mnu_hosteleria_en.htm; ook via links). Daarvan werd 6,8% geïnvesteerd. Van deze omzet kwam het grootste deel op het conto van catering (54,4%; +7,2%) gevolgd door reisbureaus (23%, +3,8%) en accommodaties (22,5%: +7,2%). De sector droeg met €28,9 miljard 8,8% bij aan de toegevoegde waarde binnen de economie. In 2007 brachten buitenlandse bezoekers €54 miljard in het laatje, waarvan 4,1 miljard (7,6%) via dagjesmensen. De inkomsten uit verblijfsbezoek via weg en lucht stegen tussen 2004 en 2007 van €43,8 naar €49,9 miljard (+1,5 t.o.v 2006). Via bezoek over het water kwam in 2007 €1,6 miljard binnen, hetgeen het totaal op €51,5 miljard bracht. In 2008 brachten verblijfsbezoekers €51,9 miljard binnen. Daarvan kwam naar vervoer 85% van luchtreizigers (+1,5%), 11% van reizigers over de weg (-9%) en 4% van varende reizigers (+22%). In 2008 gaf een inkomende verblijfsgast gemiddeld €907 uit (+4%); luchtreizigers €995 (+1,3%) of €102 per dag, wegreizigers €518 (+5%) of €60 p/d en bootreizigers €1234 (+15%) of €127 p/d. Vervoer leverde in 2007 22% op van de inkomsten uit buitenlands bezoek. Naar reismotief droegen vakantiegangers veruit het meeste bij (81% in 2007; +2,6%) gevolgd door zakenreizigers (11,5%; +16,5%) en bezoekers met andere motieven (familiebezoek, studie of anders 7,5%). In 2007 kwam naar organisatie 23% van de inkomsten uit pakketreizen. Van de inkomsten uit deze bezoekers kwam 28% uit uitgaven bovenop hun gekochte reis (eten en drinken 13%, excursies 9%). Naar reisgezelschap brachten toen paren het meeste op (46%), gevolgd door solisten 21%, gezinnen met kinderen 15%, vriendenclubs 9% of anders (10%). In 2008 kwam naar accommodaties 65,6% binnen uit hotels (-0,4%) en de rest uit andere accommodaties (+3,2%; verblijf bij familie en vrienden 10,3%, huuronderdak 10,2%, eigen onderkomen 8,5%; overige waaronder campings 5,2%). De opbrengst uit huuronderdak stegen het sterkst (+6) en die uit gasten bij familie en vrienden het minst sterk (+0,6%).

Naar afkomst brachten in 2007 per bezoek gasten uit Latijns Amerika en van buiten Amerika of Europa het meeste in doordat ze het langst bleven, maar per land sprongen Britten er uit doordat ze zich het meest massaal aandienden (26% opbrengst; -1,2%). Niet iedereen is echter altijd en overal even blij met hun veelvuldige wangedrag door binchdrinking. Ze werden gevolgd door Duitsers (18,4%), Fransen (9,4%; +5,6%), Scandinaviërs (7,5%: +10,7%), Italianen (5,6%: +9%), Latijns Amerikanen (5,2%; -1%), gasten van buiten Amerika of Europa (4,9%; +15%), VS Amerikanen (4,6%: +7,7%) en Nederlanders (4%, -2%). Naar bestemmingsregio vormden de Canarische eilanden de grootste inkomstenbron (21%; -1%), gevolgd door Catalonië (19%; +4%), de Balearen (18%: +2%), Andalusië (15%; +7%), Madrid (9,2%: +11%) en Valencia (9,1%; +5%). Andere regio volgden op eerbiedige afstand met Murcia (+29%) en Navarra (+16%) het sterkst in opkomst. Ook Galicië groeide flink qua opbrengst (+10%). Asturië ging het hardst achteruit (-23%), gevolgd door la Rioja (-5%). Naar deelname brachten buitenlanders die nergens aan meededen slechts 23% van de inkomsten op. Bezoekers die aan cultuur deelnamen brachten 58% in het laatje, gevolgd door discobezoek (27%), sportactiviteit (14%), uit eten gaan of op familiebezoek (beide 11%), themaparken (8%), genezende activiteit (4%) en gokken of sportactiviteiten (incl. stierenarena’s) bezoeken (beide 3%). In 2007 vormden dagjesmensen 40% van de buitenlandse bezoekers, maar ze brachten maar 7,6% van de toeristische inkomsten in (€4,1 miljard; +3%; 45% uit Frankrijk, 11% uit Portugal). Van hen kwam slechts 7% met het vliegtuig (het vaakst uit Duitsland, Italië, het VK of Zwitserland), maar dit kleine contingent was wel goed voor 51% van deze opbrengst. Madrid kreeg maar liefst 38% van de inkomsten uit dagtoerisme binnen en 45% ging naar de grensregio.

Toeristische trekpleisters

De tabel hieronder geeft informatie over de top10 qua bestemmingsregio in 2007 bij de 146,8 miljoen Spaanse en 59,2 miljoen buitenlandse verblijfstoeristen.

Uit Spanje  Uit het buitenland
Regio

Aantal

%

Regio

Aantal

%

Andalusië

27,9 m

19

Catalonië

15,2 m

25,8

Catalonië

21,2 m

14,4

Balearen

10,2 m

17,3

Castillië/Leon

16,1 m

11

Canarias

9,5 m

16

Valencia

15,7 m

10,7

Andalusië

8,6 m

14,6

Castillië/ la Mancha

11,4 m

7,7

Valencia

5,6 m

9,5

Madrid

10,9 m

7,5

Madrid

4,4 m

7,4

Galicië

8.7 m

5,9

Castilië Leon

1,2 m

2,1

Aragón

6,1 m

4,2

Galicië

1,1 m

1,9

Extramadura

4,6 m

3,1

Baskenland

1,0 m

1,7

Canarische eilanden

4,1 m

2,7

Murcia

0,7 m

1,1

Onder de zomerse kustbestemmingen zijn de Catalaanse costas Brava (ruige kust) en Daurada (Goudkust met o.m het themapark PortAventura in Salou) vooral in trek bij Franse en Spaanse toeristen (andere centra: Lloret de Mar, Barcelona). De costas Del Azahar (oranjebloesemkust) en Blanco (witte kust) in de provincie Valencia (centrum Benidorm, met o.m themapark Terra Mitica) zijn speciaal in trek bij Duitsers en Britten. Ook op de Balearen komen erg veel Duitsers. Tot de trekpleisters in Murcia behoren de costa Cálida (warme kust) met de mar Menor (kleine zee), een lagune die door een 22 km lange landtong waarop de toeristische infrastructuur zich bevindt (la manga; de mouw) van de zee is gescheiden. De costas van Andalusië heten Tropical (veel Spanjaarden, Britten en Scandinaviërs), del Sol met Malaga, Torremolinos, Marbella en Sotogrande als bekende centra en de la Luz (de Lichtkust) met het Doñana nationale park en de baai van Cádiz (Spanjaarden, Fransen, Duitsers). De 9,2 buitenlandse toeristen die in 2008 de Canarische eilanden bezochten waren voor 37% Britten en voor 27% Duitsers. Het toerisme was er goed voor 32% van het BBP en de bouw voor 20%.

Tot de cultuurtrekpleisters behoort het belangrijkste museum van Spanje, het Prado in Madrid met jaarlijks zo’n 2 miljoen bezoekers (voor ruim 60% buitenlanders). In 2007 waren het er 2,7 miljoen (+23%). Andere belangrijke trekpleisters in of in de buurt van de hoofdstad zijn het Koninklijk paleis, het Escorial (klooster, paleis en museum), het filmthemapark Warner en de dierentuin case de campo (m.n. het aquarium). Volgens Euromonitor was Barcelona in 2007 met 5 miljoen bezoekers de op 3 na meest bezochte stad in de Eu. Onder de voornaamste attracties hier vallen de nalatenschap van architect Gaudi (bijv de Sagrada familia kathedraal en het Guëll park) en de flaneerboulevard La Rambla. Enkele grote trekpleisters elders in het land zijn de het Alham­bra in Grenada en het Alcazar in Toledo (Moorse paleizen), de flamencokelders in Andalusië, het Guggenheim museum in Bilbao, de 13 steden die op de werelderfgoedlijst van UNESCO staan en de op deze site onder feestdagen en folklore beschreven lente en zomerfeesten. Tot de grote religieuze trekpleisters behoren de pelgrimsroute camino de Santiago (Jacobsweg) naar de kathedraal van Santiago de Compostela, het klooster van Santo Toribio de Liébana in Cantabrië en Caravaca de al Cruz in Murcia. Spaanse skioorden, met Formigal in de Pyreneeën als grootste, trekken jaarlijks zo’n 3 miljoen liefhebbers.

Verblijfsaccommodaties: gebruik  en trends

De tabel die nu komt biedt informatie over verblijfsaccommodaties, plaatsen en bezettingsgraad naar plaatsen in 2008 en de veranderingen in bezetting t.o.v 2007 (bron: http://www.ine.es/en/inebmenu/mnu_hosteleria_en.htm). De bezettingsgraad is bij de zomerhuizen door de seizoenen heen het meest constant (de speling liep hier in 2008 uiteen van 32% in april naar 62% in augustus).

Type

Aantal in 2008

Plaatsen 2008

Bezet in %

+/- 2007

Hotels

14.684

1,33 m

53,6

-5,3%

Zomerhuizen

125.125

440.500

41,9

-3,6%

Campings

728

485.000

38

+0,5%

Plattelandsonderkomens

12.803

115.000

18,4

-11%

Jeugdherbergen 2007

232

24.000

Onder de hotels vallen ook tot hotel omgebouwd historische monumenten (parador). Spanish tourism in figures 2007 kwam voor 2007 qua aantal plaatsen hoger uit. In de 1,64 miljoen hotelbedden die hier werden geteld hadden de Balearen het grootste aandeel (24%), gevolgd door Andalusië en Catalonië (beide 17%) de Canarische eilanden 12%, Valencia 9% en Madrid 5,5%. Het aandeel bedden in 4 en 5 sterrenhotels stijgt en dat in hotels met 2 of minder sterren zakt al jaren. In 2007 telde de laatste categorie 28,3% van de bedden (-1.6%), 3 sterrenhotels 34,2% (0%), 4 sterrenhotels 33,2% (+6%) en 5 sterrenhotels 4,3% (+5,5%). Bij de 766.000 campingplaatsen die deze bron telde sprong Catalonië eruit met 41%. Andalusië en Valencia kwamen als 2e en 3e rond 10% uit. De Canarische eilanden hadden veruit het grootste aandeel in het bestand aan zomerhuizen (50% huisjes/ 45% plaatsen), gevolgd door de Balearen (13,5% en 11%), Valencia (12 en 16,5%), Andalusië (9 en 10%) en Catalonië (8 en 11%). Uit deze cijfers blijkt dat huisjes op de eilanden gemiddeld genomen minder bedden tellen dan op de wal. Castillië Leon was koploper bij plattelandstoerisme (18%: 122.000 plaatsen), met daarna Catalonië (12%), Andalusië en Asturië (beide 8%). In 2007 hadden Catalonië (23%), Andalusië, Castillië en Baskenland (11%) het grootste aandeel in het bestand aan jeugdherbergen en van de 16 vakantieparken in 2006 waren er 11 op de Balearen. In 2008 boekten hotels 2,2% en andere verblijfsaccommodaties 3,5% minder buitenlandse gasten (familie en vrienden -4,5%, overige -10%). De verhuurders van zomerhuizen boerden echter goed (+4,7%). De volgende tabel biedt info over overnachtingen (in miljoenen) in verblijfsaccommodatie door Spanjaarden en buitenlanders in 2008 en de veranderingen t.o.v 2007 (bij jeugdherbergen 2007 en 2006).

Accommodatie

Aantal overn.

Door Spa %

Door bui la %

%

+/-

%

+/-

Hotel

268,4 m

42

-3,1

58

+0,2

Zomerhuis

68,4 m

23

-5

77

-2,7

Camping

31,1 m

53

-2,4

47

+1,3

Plattelandstoerisme

7,8 m

83

-3,6

17

+4,1

Jeugdherbergen 07

3,0 m

87

-8

13

0,0

De gemiddelde verblijfsduur in hotels lag in 2008 op 3,24 nachten (3 sterren 3,7; 1 ster 2,6 nachten; +0,6%). Bij buitenlanders is ze hoger dan bij Spanjaarden. Bij de zomerhuisjes hadden buitenlanders de overhand en dat droeg bij aan de gemiddelde verblijfsduur (8,2 dagen; -0,2%). Op campings verbleef men gemiddeld 5 dagen; variërend van 10 in het warme en droge Murcia tot 2 á 3 dagen in het natte, koele en groene noordwest Spanje. In accommodaties op het platteland was, mede door het grote aandeel van Spaanse gasten, de verblijfsduur relatief laag (3 dagen) Wel was de variatie naar regio erg groot (Madrid nog geen 2 dagen; eilanden 5 tot 7 dagen).

Inkomend toerisme en trends

Tussen 1998 en 2007 beleefden in Spanje zowel het aantal bui­tenlandse vakantiegangers die betaalde overnachtingen boek­ten als het aantal geboekte overnachtingen ieder jaar een crescendo. Voor Spanje als strandvakantiebestem­ming lijkt het verzadigingspunt in zicht en de concurrentie van an­dere goedkope zonbe­stemmingen is toegenomen. De Spaanse overheid probeert dan ook om andere kwali­teiten van het land (het mooie en gevarieerde binnenland, de rijkdom aan cultuurschat­ten, congrescentra en golfbanen e.d) meer op de voorgrond te plaatsen. Naar bestemmingsregio boekten tussen 2002 en 2007 Andalusië, Aragon, de Balearen, Castillië La Mancha, Catalonië, Valencia, Extramadura, Madrid en Murcia duidelijk winst en de Canarische eilanden verloren wat (bron http://www.iet.tourspain.es/paginas/home.aspx?idioma=en-US). Bij andere regio was het beeld wisselend. De stijging van het aantal verblijfstoeristen was in 2007 landelijk relatief klein (+1,7%; 59,2 miljoen aankomsten), maar het aantal dagjesmensen steeg nog wel met 5,6% (39,9 miljoen aankomsten). Daarmee kwam het aantal buitenlandse bezoekers voor 2007 op 99,2 miljoen. In 2007 kwam van het verblijfbezoek qua motief 81,1% op vakantie, 9,3% voor zaken (incl. beurzen en congressen), 6,2% op privé-bezoek en de rest (3,4%) om andere redenen (gemengd, studie, religie). Het gedeelte met gemengde motieven steeg tussen 2002 en 2008 flink. Qua organisatie daalde onder de gasten van elders de belangstelling voor pakketreizen tussen 2001 en 2005 van 50 naar 38%. In 2007 boekte 32,2% een pakketreis (+5,7%). Qua rol van het internet had 50,2% (+8,8%) info opgezocht; 42,2% (+8,9%) geboekt en 39% (+8,9%) betaald via het internet. Qua vervoer kwam in 2007 driekwart door de lucht, 22% over de weg; 2,3% over zee en 0,2% per spoor. Van de luchtreizigers vloog 40% (+34%) lowbudget. Het aandeel van deze vluchten groeit met sprongen. Tussen 2002 en 2008 steeg de aanvoer van buitenlanders door de lucht en na 2005 zakte de aanvoer per trein (-48% in 2007). Naar herkomstlanden stegen tussen 2002 en 2007 Scandinaviërs, Ieren en Italianen het sterkst.

In de 2e helft van 2008 en het 1e kwartaal van 2009 zakte het inkomend toerisme flink in. In de laatste periode daalde het aantal met 12% t.o.v het 1e kwartaal van 2008 (verblijfsgasten -16%, dagjesmensen -7%; hotels -18%, andere accommodaties incl. gratis onderkomens -11,5%). De teruggang kwam het hardst aan in de regio Valencia (verblijfsgasten -28%). Andalusië boekte 19% verlies en de Canarische eilanden, Balearen en Catalonië tussen 14 en 16%. Het verlies van Madrid bleef beperkt (-4%). Over heel 2008 waren de verliezen kleiner (57,4 miljoen buitenlandse verblijfsgasten; -2,3%) en 40,5 miljoen dagjesmensen (+0,7%). Naar regio verloor Castillië het meest (la Mancha -18%, Leon -13%), gevolgd door Baskenland -12%, Galicië -9, Catalonië -6%, Andalusië en Extramadura -5%, Navarra -2% en Canarias -1% en Cantabrië -0,5%. De regio Valencia 0,1%, Balearen +1%, Madrid +5%, Asturië +8%, Murcia +11%, Aragon +12% en Rioja +18% boekten winst qua buitenlands bezoek. Naar vervoer kwamen minder reizigers over weg (-12%) of spoor (-2,5%) en meer via lucht (+0,2%) of zee (+6,4%). Het aandeel pakketreizen zakte relatief sterk (-4,7%). De volgende tabel biedt info over herkomst van verblijfstoeristen in 2008 en veranderingen t.o.v 2007 (alles in %; bij Scandinaviërs zijn ook de Finnen meegerekend).

Herkomst

Aandeel

+/-

Herkomst

aandeel

+/-

VK

27,4

-3

Ierland

2,9

+1,5

Duitsland

17,5

-0,2

België

2,8

-4,7

Frankrijk

14,2

-8,5

Zwitserland

2,2

-6,7

Scandinavië

6,2

+3

Rest Europa

5,7

+11,6

Italië

6

-5,8

VS

2

-1,5

Portugal

4

-3,5

Rest Amerika

2,3

-6,1

Nederland

4,4

+0,4

Rest wereld

2,3

-12,2

In 2008 vormden naar betaalde verblijfsaccommodatie buitenlanders 43,5% van de hotelgasten, maar ze waren goed voor 58% van de overnachtingen. Britten (21% gasten, 27% overnachtingen) en Duitsers (20 en 29%) hadden het grootste aandeel in de buitenlandse hotelinbreng. Qua gasten waren de Fransen hier 3e (10%) en de Italianen 4e (7%), maar ze boekten relatief weinig overnachtingen (6,2 en 5,4%). Bij de zomerhuizen was de buitenlandse inbreng groot (69% gasten: 75% overnachtingen). Britten (39 en 37%), Duitsers (17 en 20%) en Scandinaviërs + Finnen (16 en 15%) waren koploper. Ook Nederlanders (5,8% gasten: 6,3% overnachtingen) en Ieren (beide 5,7%) scoorden hoog. Op campings vormden buitenlanders maar 1 op de 3 gasten, maar ze waren goed voor bijna de helft van de overnachtingen. Fransen (27% gasten, 18% overnachtingen), Nederlanders (19 en 25%), Duitsers (14 en 16%) en Britten (12 en 21%) leverden de grootste bijdrage van de buitenlanders. In plattelandonderkomens was de bijdrage van buitenlanders klein (10% gasten, 17% overnachtingen), maar daarin hadden Duitsers weer een relatief groot aandeel (32 en 40%).

Reisgedrag van Spanjaarden

Naar EU maatstaven reizen Spanjaarden veel, maar ze gaan slechts weinig de grens over. Trends onder hen waren tussen 2005 en 2007 een daling van het aantal reizen om familie of vrienden te bezoeken (-27%), de opkomst van het overnachten in eigen vakantiehuizen of ruilwoningen en een wat stijgend aandeel van buitenlandse reizen. Economisch was 2007 een goed jaar en het aantal zakenreizen van Spanjaarden in eigen land schoot toen met 25% omhoog t.o.v 2006. In totaal zakte het aantal binnenlandse reizen echter met 5,5% naar 146,8 miljoen. Naar type reis sprongen weekenden er uit (48%), gevolgd door overige reizen (familie & vrienden, sport, gezondheid, religie, zaken etc) 30%; zomervakantie 12%, lang weekend 5% en Paas /kerstvakantie (beide 3%). De bijdrage van zomervakanties was het hoogst qua overnachtingen (bijna 40%), gevolgd door overige (30%) en weekenden (20%). Naar motief was de verdeling 16% zakenreis (+25%), 24% bezoek aan familie en vrienden (-20%); 52,5% vakantiereis (-5%) en 7,5% reizen met andere motieven (gemengd, studie, gezondheid; +3%). Reisdoelen (incl. dagtochtjes) waren het vaakst winkelen 67%, een dagje uit 57%, familie en vrienden 49%, cultuur 45%, strand 39%, uit eten (35%) of drinken (31%), cultuurspektakel 14% en sport 12%. Qua vervoer kreeg de auto 80%, gevolgd door bus 7%, vliegtuig 5,5% en andere transportmiddelen (7,5%). Qua organisatie geschiedde 82% van de reizen op de bonnefooi en bij 12,6% speelde het internet een rol (8% om te reserveren, 3% om te betalen). Bij ruim 16% was sprake van reservering (10,6% direct: 5,8% via reisbureau) en ruim 2% was een pakketreis. Het merendeel van de 660 miljoen overnachtingen (+1%) werd bij familie en vrienden doorgebracht (31%: -18%); gevolgd door een eigen of geruilde woning (26%; +37%), hotels (18%; +7%), een gehuurd onderkomen (16%; +3%) of een ander onderkomen (tent, caravan, platteland etc ruim 8%; -9%). Bij familie en vrienden en in eigen/ruil onderkomens was meestal sprake van een kort verblijf (minder dan 4 nachten).

Van de reizen die Spanjaarden maken gaat naar EU maatstaven maar een klein deel naar het buitenland. In 2007 betrof het met 11,3 miljoen reizen (+6% t.o.v 2006) slechts 7,5% van alle reizen (in 2006 nog 7%). Naar regio gingen Catalanen (28% van de globetrotters) en Madrilenen (23%) veruit het vaakst de grens over. Ze werden op afstand gevolgd door inwoners van Andalusië 9% en Valencia 8%. De populairste bestemmingen waren Frankrijk 20%, Portugal 12,5%, Italië 10,5%, Andorra 7% (!), het VK 6% en Duitsland 5%. Marokko trok 5% van de Spaanse waaghalzen. Van de 11,5% die naar Amerika ging, ging 9,5% naar Latijns Amerika (wellicht merendeels Latijns Amerikanen met een Spaans paspoort). België en Italië stegen meer dan 30% in de belangstelling, Griekenland 19% en het VK 16%. Portugal zake 8%. Naar type reis kwam het gemengde type (familie & vriendenbezoek, sport, gezondheid, religie, zaken etc) het meest voor (42%), gevolgd door zomervakanties (28,5%), weekenden (14,5%), lange weekenden 6% en kerst of paasvakanties (beide 5%). Naar motief was de verdeling 20% zakenreis (+10%), 21% bezoek aan familie en vrienden (+5%); 54% vakantiereis (+4%) en 4,5% een reis met andere motieven (gemengd, studie, religie, gezondheid etc; +8%). Het directe doel was het vaakst iets cultureel (67%), gevolgd door vakantie (bijv stranden 15%) overige (13%) en sport (4,5%). Qua vervoer kreeg het vliegtuig 58%, gevolgd door auto 29%, bus 6%, boot 3,5%, trein 1% en anders 1,5%. Qua organisatie geschiedde 36% van de reizen op de bonnefooi, bij 30% werd direct gereserveerd, bij 17% via een reisagentschap en 18% was een geheel verzorgde reis. Bij 37,3% speelde het internet een rol (info 92%, reserveren 70%, betalen 38%). Van de 105,7 miljoen overnachtingen werd 56% doorgebracht in hotels (+7%; 4sterren 41%, 3sterren 27%); 24,5% bij familie en vrienden (+2,4%), 13,5% bij overig onderdak (waaronder camping, platteland, B&B), 3% in een gehuurd onderdak en 2,5% in een eigen of ruilwoning. De bijdrage van zomervakanties was het hoogst qua overnachtingen (bijna 46%), gevolgd door overige (40%) en kerstvakanties (5%).

Voor 2008 leken, de kredietcrisis ten spijt, de perspectieven gunstig. De Spanjaarden reisden meer in eigen land; t/m november 7,5% meer dan in de eerste 11 maanden van 2007 (op 22 en 23/4-2009, de data waarop dit werd geschreven, de nieuwste gegevens). Het aantal buitenlandse reizen van Spanjaarden kwam vrijwel even hoog uit als in dezelfde periode van 2007. Binnenlandse zakenreizen gingen met 10% omhoog, bezoekreizen met 7% (bij bezoekreizen de 1e stijging sinds jaren); vakantiereizen met 7% en andere reizen met 10%. Het aantal buitenlandse zakenreizen en reizen naar familie en vrienden zakte met zo’n 4%, maar het aantal vakantiereizen naar het buitenland steeg met rond 3%. Naar bestemmingsregio boekten Navarra (+40%), Aragon, Rioja, Castillië la Mancha en de Balearen (+13%) de meeste winst en Murcia (+10%), de Canarische eilanden (+7%) en Baskenland (+7%) kregen voor het eerst sinds 2005 weer meer bezoek uit Spanje zelf (+10%). Cantabrië was de enige regio die minder bezoek kreeg; een voortgang van de trend vanaf 2005. Qua overnachtingen liep de trend parallel, al was de winst hier kleiner. In de eerste 11 maanden van 2008 steeg het aantal al dan niet betaalde overnachtingen in eigen land met 1,7% t.o.v hetzelfde deel van 2007, maar het aantal overnachtingen in het buitenland zakte met 7,5%.