Toerisme

Economisch belang en verwachting

Op http://www.wttc.org/eng/Tourism_Research/ economic research/ country reports brengt het WTTC verwachtingen uit over de economische betekenis van het toerisme. Volgens de in februari 2011 uitgekomen verwachting voor 2011 zou het Letse toerisme op de wereldranglijst van 181 landen naar economische waarde 104e, naar BBP bijdrage 92e en naar groeiverwachting over 10 jaar 48e staan. De verwachte groei voor Letland voor 2011 naar koopkracht lag flink boven het Europees gemiddelde en ook op de lange termijn (t/m 2021) verwachtte men een bovengemiddelde groei op alle 9 gemeten schalen. In directe zin zou in 2011 toerisme 3,2% van het BBP (€0,6 miljard, +9,4% t.o.v. 2010; Europa 2,8%, +2,7%) en 3,1% van de banen moeten opleveren (29.000, +8,1%; Europa 2,6%, +1,3%) en met de uitstraling over de rest van de economie meegerekend 8,6% van het BBP (€1,7 miljard; +8%; Europa 7,7% BBP, +1,8%) en 8,1% van de banen (77.000; +6,7%; Europa 7,7%, +0,3%). Men verwachtte dat 5,1% van de kapitaalsinvesteringen erin terecht zou komen (€0,15 miljard; +10,2%; Europa 3,8%, +4,8%). De inkomsten uit toeristen uit het buitenland (privé, zakelijk) werden begroot op 7,8% van de exportwaarde (€0,8 miljard; +12,7%; EU 6%, +5,9%) en de dito inkomsten uit toeristen in eigen land op 2,3% van hun uitgaven (€0,4 miljard, +4,6%: Europa 3,3%, +0,7%). De bestedingen voor vrijetijdstoerisme door Letten en buitenlanders in Letland werden begroot op 5,3% van alle private uitgaven (€1 miljard, +8,9%, Europa 4,6%, +2,6%) en de dito uitgaven voor zakelijk toerisme op 1,4% van de zakelijke bestedingen (€0,25m, +12,3%; Europa 1,2%, +3,8%).   

Bij http://www.tava.gov.lv/en (het Lets agentschap voor toerisme ontwikkeling van het ministerie van economische zaken) is veel te vinden rond economische betekenis en beleid. De uitgaven p/d van Letten in het buitenland zakten van 2008 op 2009 van €59 naar €42 en in 2010 lagen ze nog maar op €34 (-42% t.o.v. 2008, de kredietcrisis sloeg hard toe in Letland). Tegelijk werd hun verblijfsduur langer. Buitenlanders die naar Letland gingen gaven in 2009 meer uit dan in 2008 (van €70 naar €78 p/d), maar in 2010 was dat weer iets teruggelopen (€76 p/d). Hun verblijfsduur liep ook iets terug. Het aantal buitenlandse bezoekers aan betaalde onderkomens steeg in 2010 duidelijk t.o.v. 2009 en de cijfers van het eerste halfjaar van 2011 deden verwachten dat de stijging in 2011 groter zou worden. In 2010 zakten de uitgaven van buitenlandse toeristen in Letland met 3,3% naar €470 miljoen (exclusief reiskosten en zakentoerisme) en Letten gaven toen in het buitenland meer uit (rond €515 miljoen). Hin verblijfsduur over de grens steeg tussen 2008 en 2010 van 4 naar 4,9 dag. Volgens het Letse CBS zakten de uitgaven van Letten in het buitenland tussen 2008 en 2010 echter van €820 miljoen naar €515 miljoen en pp per dag met ruim 40% van €59 naar €33,60.    

Trekpleisters, beleid en capaciteit

In en via http://www.latvia.travel/en is van alles te vinden aan reistips, attracties en evenementen. Onder top 10 staan de grote trekpleisters (met prachtige foto’s en basisinfo, ook voor de potentiële bezoeker). Bovenaan prijkt het Rundāle paleis zo’n 70 km van Riga en eens het onderkomen van de puissant rijke hertogen van Koerland. Op plek 2 komt de historische binnenstad van Riga (ook Unesco werelderfgoed). De basiliek van Angloma, de grootste roomse kerk van het land 40 km van de zuidoostelijke stad Daugavpils, komt op plek 3. Daarna volgen de badplaats Jūrmala 25 km van Riga, het Gauja nationale park op 50 km van de hoofdstad, de schilderachtige binnenstad van Kuldīga in Koerland, het openlucht museumpark rond het Turaide kasteel in Sigulada (50 km van Riga), de oude binnenstad met kasteel van Cēsis 80 km ten westen van Riga; muziek, cultuur en badplaats Liepāja aan de zuidwestkust en badplaats en havenstad Ventspils (aan het eind van het PDF bestand staan 2 landkaartjes met de 10 hotspots). Wie folklore en traditie zoekt kan in Letland ook goed aan zijn trekken komen en voor wie weinig mensen of vreemden wil zien bieden eindeloze bossen en sompige natuur volop mogelijkheden voor trektochten, fietsen, vogelen, vissen en kanoën.

Op http://www.tava.gov.lv/en is uitgebreide info te vinden over het toerisme beleid van Letland (incl. een SWOT analyse voor de liefhebber). Voor het Letse ministerie van economische zaken voert het Lets agentschap voor toerisme ontwikkeling het toerisme beleid uit. Het beleidsplan voor ontwikkeling van het toerisme voor 2010 t/m 2015 kent als concrete doelen het verhogen van het aandeel buitenlandse verblijfstoeristen, een groei van de export van toeristische diensten met 5 à 10% p/j en op den duur meer groei in de eigen toeristische dienstverlening. In 2011 was voor marketing van toerisme €1,2 miljoen beschikbaar aan Europees en belastinggeld (men moet erg bezuinigen). In het beleid ligt nadruk op Letland bekender maken. Daartoe is Latvia Travel in het leven geroepen in 4 talen (link onder het vorige kopje) en wordt samengewerkt met Estland en Litouwen. Er is een promotie campagne gestart, men organiseert seminars in belangrijke herkomstlanden van toeristen en men laat journalisten uit die landen overkomen. Ook geven de Letten ondernemerscursussen en willen ze een centrale database van reisagenten met mogelijkheden voor klanten om te rapporteren of die hun beloften waarmaken. In maart 2011 telde deze 354 adressen, maar ze was najaar 2011 niet op het internet terug te vinden. Wel was er Q-Latvia  voor kwaliteitsonderzoek en er is er intussen een 24uurs tourist hotline voor hulp en info. In 2009 telde Eurostat aan capaciteit 628 betaalde collectieve onderkomens met 10 of meer plekken; 495 hotels, 43 campings, 58 terreinen met vakantiehuisjes en 32 andere. Van de 34.700 plaatsen (+27% t.o.v. 2008) bevonden er zich 27.400 in hotels (maar liefst 78%, EU27 44%), 2540 op campings (7%, EU rond 25%), 4200 in vakantiehuizen (7%) en 8200 in andere onderkomens (6,5%). Het grootste aandeel hebben Riga en omstreken (47% van de onderkomens met 64% van de bedplaatsen), gevolgd door de kustprovincie Koerland (18% en 15%) en de grootste provincie Vidzeme (noordwest Letland 18 en 11%). Het aantal onderkomens/ bedden na 2008 groeide sneller dan het gebruik ervan, maar de verwachtingen zijn hoog gespannen.

Verblijfsaccommodaties: gebruik  en trends

De bezettingsgraad naar bedden (hotelachtige onderkomens) is laag naar EU maatstaf. Ze liep tussen juli 2010 en juni 2011 van 46% in juli en augustus naar rond 20% tussen november en maart. M.n. bij buitenlanders is het aandeel hotelovernachtingen in Letland met 93,5% erg groot naar EU maatstaf (EU rond 75%). In Letland was het effect van de kredietcrisis m.n. merkbaar aan minder betaalde overnachtingen van Letten (in 2009 40% minder dan in 2008, bij buitenlanders 20% minder) en het herstel was bij buitenlanders groter dan bij Letten (12 om 9% meer overnachtingen in 2010). De tabel hierna geeft info over de verdeling van de overnachtingen over de diverse typen betaalde accommodatie onder buitenlanders en Letten in 2000 en 2010 (bron Eurostat).

Type onderkomen

Overnachtingen x 1000

Buitenlanders

Letten

2010

+/- 09

2010

+/- 09

Hotels

1787

+12,5%

674

+12%

Vakantiehuisjes

125

+12%

44

+36%

Campings

77

+24%

Overige

128

-15%

Totalen

1912

+13%

922

+9%

De doorsnee verblijfsduur in betaalde onderkomens kwam in 2010 bij 878.000 buitenlanders op 2,2 nachten en bij 434.000 Letten op 2,1 nachten. In Letland valt de intensiteit van het toerisme (aantal overnachtingen per 1000 inwoners) onder de laagste binnen de Eu (1261 in 2010, EU 4474 in 09). De enorme val in 09 uitgezonderd waren de groeicijfers in aantal overnachtingen na 2000 ieder jaar hoog naar Eu maatstaf. Het aandeel van buitenlanders in de betaalde overnachtingen is groot naar dezelfde maatstaf. Tussen 2004 en 2010 steeg het bij alle betaalde onderkomens van 58 naar 67,5% (Eu27 blijvend rond 41%; hotels van 65,5 naar 72,5%, EU rond 45%).  

Inkomend toerisme

In 2010 telde het agentschap voor toerisme 5 miljoen buitenlandse bezoeken; 6,7% meer dan in 2009. Daarvan kwam naar land van herkomst 34% uit Litouwen, gevolgd door Estland 19%, Zweden 7%, Rusland 7%, Duitsland 4% en Polen 4%. In 2008 was vakantie de meest voorkomende reden (31%), gevolgd door op doorreis 22,5%, zaken 16%, bezoek familie/ vrienden 13,5%, winkelen 9% en overige (8,5%, sport 0,5%, studie 0,3%). Het aandeel bezoekers op doorreis zakte tussen 2002 en 2008 van 32 naar 22,5%, het segment dat kwam winkelen ging van 2 naar 9% en het aandeel vakantiegangers van 19 naar 31%. In 2010 was 73% van alle bezoekers Letland binnen 24 uur weer uit zodat er 1,15 miljoen verblijfstoeristen overblijven. Eurostat telde in piekjaar 2008 945.000 buitenlandse gasten bij betaalde verblijfsonderkomens. Voor 2009 kwam men op 754.000, maar in 2010 lag het aantal weer op 878.000 (+16,5%). De doorsnee verblijfsduur van alle buitenlandse bezoek liep iets terug (van 1,4 dag in 2008 naar 1,2 d in 2010), maar daarin zijn dagjesmensen meegerekend. Bij verblijfstoeristen kwam in 2010 de doorsnee duur op 3,9 nachten. Van hen sliep 74% in een betaald onderkomen (voor 93,5% hotels: zie boven) en de rest (26%) logeerde bij familie en vrienden. Verder verbleef 36% voor de eerste keer in Letland. Het internet was de meest voorkomende bron van info (23%), met daarna familie en vrienden (20%), eerder bezoek 16%, zakenervaring 14%, reisgidsen 7% en andere media 6%. In 2010 maakten 192.000 buitenlandse bezoekers gebruik van de diensten van een reisbureau.

Naar vervoer was 51% luchtreiziger, gevolgd door weg (32%), zee (9%) en spoor (8%). Naar herkomst voerden Russen de lijst (14%), met daarna Litouwers (13%), Zweden 11%, Esten 9%, Finnen 8% en Duitsers 8%. Naar motieven vinkte 40% vakantie, 30% zaken en 20% logeren bij familie/ vrienden aan. In de 1,9 miljoen betaalde overnachtingen van buitenlanders in 2010 hadden Russen het grootste aandeel (320.000, 17%, 197.000 in 2009, d.w.z. +61%), gevolgd door Duitsers (11%, +6%), Finnen (8,5%; +5%), Noren (8,5%; +55%), Litouwers (7%, +7%) en Zweden (5,5%, +3%). De andere landen bleven onder de 100.000 overnachtingen met Estland (5%, +6%) en het VK (4,5%, +16%) als hoogste. Nederlanders stonden met 40.000 nachten (2%) 13e op de ranglijst. Qua evaluatie van het verblijf scoorden hulpvaardigheid (6% slecht/ erg slecht) en kwaliteit van de dienstverlening (5%) relatief goed, maar viel de prijs kwaliteit verhouding daarvan (18%), samen met gebrek aan entertainment (33%) en aan kennis van vreemde talen (12%) onder de meest voorkomende kritiekpunten. In alle 3 de Baltische staten scoren authentiek cultureel erfgoed en rijkelijk aanwezige onvervuilde natuur goed, maar alleen bij Letland kwam gastvrijheid daar boven. 

Reisgedrag van Letten

Ook aan het reisgedrag van Letten was te merken dat de kredietcrisis er flink inhakte. In 2010 gingen de Letten in eigen land vaker een dagje weg dan in 2008 (van 12,4 miljoen naar 13,1 miljoen keer). Het aantal reizen met overnachtingen (1 of meer) zakte echter iets en kwam op 3,6 miljoen en 3,5 miljoen. In beide jaren was naar motief maar 7% daarvan zakenreis en de rest bestond uit vrijetijdsreizen en bezoeken aan familie en vrienden. Een erg groot deel van deze reizen was van korte duur (1 t/m 3 nachten: 84% in 2009 en 85% in 2010), zodat voor de langere reizen 16 en 15% overbleef. Het aantal vakantiereizen met 4 of meer overnachtingen in eigen land zakte tussen 2008 en 2010 van 339.000 naar 298.000 (-12%) en het wel erg grote aandeel logeerreizen (naar familie en vrienden) steeg nog iets van 70 naar 73%. Reisbemiddeling komt bij deze reizen erg weinig voor (1% in 08, 3% in 2010). Naar vervoer ging het aandeel van de auto van 50% naar 56%, dat van de bus van 30 naar 24% en dat van de trein van 19 naar 18%. In Letland nemen (zakenreizen uitgezonderd) naar sekse vrouwen een groter deel van de binnenlandse reizen voor rekening dan mannen. Het aandeel van Letten in het betaalde verblijfstoerisme in eigen land is naar Eu maatstaf klein. Volgens de gegevens van het Letse CBS zakte van 2008 op 2009 het aantal dat in eigen land gebruik maakte van betaalde onderkomens van 611.000 naar 360.000 (bijna een halvering) en lag het in 2010 weer op 434.000 (+20%). Het aantal overnachtingen kwam op 920.000. 

Het aantal Letten dat naar het buitenland ging zakte van 2008 op 2009 van 3,5 miljoen naar 3,05 miljoen en lag in 2010 op 3,09 miljoen. In 2004 waren dat qua duur voor 66%, in 2008 voor 55% en in 2010 voor 53% dagjesmensen (tussen 2004 en 2008: 1-3 nachten van 15,5 maar 17%, 4-7n: van 11 naar 17%, langer: van 7,5 naar 11%). Naar motief ging tussen 2004 (het jaar dat Letland in de EU kwam) en 2008 het aandeel van vakantie (van 19,5 naar 28%) of studie reizen (van 0,6 maar 0,9%) flink omhoog ten koste van zaken (van 19 naar 14%), bezoek familie/ vrienden (29-27%), winkelen (16-13,5%) en sport (van 1,4 naar 0,7%). De categorie overige ging van 14 maar ruim 16%. Het aantal reizigers met verblijf zakte met 15% van 1,84 miljoen in 2008 naar 1,57 miljoen in 2009. In 2010 kwam het op 1,65 miljoen (+5% en -11% t.o.v. 2008). In 2008 was bij 73% en in 2010 bij 77% de bestemming een ander Eu land. Duitsland werd het meest aangedaan (14,3% van alle reizigers met verblijf kwamen er in 2010), maar verliest wel relatief veel (-27% t.o.v. 08, in 2008 kwam 21% er nog). De 2e bestemming Litouwen zakte ook en eindigde op 11,8% (-17%), maar de bestemmingen 3 t/m 6 wonnen veelal flink (Zweden, 11%, +16%; Rusland 10,8%; +28%; Polen 6,5%, +3%; Italië 6,5%, +29%). Dit waren tevens de landen waar in 2010 meer dan 100.000 keer een Let kwam. Op eerbiedige afstand volgden Estland (4%, -45%), Frankrijk (3,8%; +24%), het VK (3,4%; +62%) en Oostenrijk (3%, +3%). Het aantal overnachtingen in het buitenland ging van 8,3 miljoen in 2008 via 8,2 m in 2009 (zakelijk aandeel 14%) naar 9,2 m in 2010 (+12,5%; 14,8% zakelijk).

Na 2004 steeg het aantal langere reizen (met 4 of meer overnachtingen) ieder jaar en in 2008 bereikte het een piek van 605.000. In 2009 lag het op 514.000 (-15%) en in 2010 weer op 555.000. Het aantal overnachtingen stagneerde op 6,4 miljoen in 08 en 09 (12,5 per reis, 58% bezoek familie/ vrienden) en ging in 2010 weer omhoog naar 7,3 miljoen (13 per reis, 64% bezoek). Het aandeel reizen zonder organisatie vooraf ging van 77 naar 89%. Het segment pakketreizen zakte van 19% naar ruim 5% en het deel met bemiddeling van een reisagent van 23 naar 11%. Naar vervoer neemt bij deze reizen het vliegtuig een belangrijke plaats in (76% in 08, 74% in 09). De bus bleef rond 10,5% hangen, de trein rond 7% en de auto rond 5%. Vervoer over zee ging van 1% naar 3%. Naar verblijfplaats lag in 2009 het aantal overnachtingen in hotelachtige onderkomens nog niet op de helft van dat in 2008. In 2010 was het met 1,3 miljoen echter weer 26% hoger dan in 09 (bijna 18% in aandeel). Gespecialiseerde collectieve onderkomens (kuuroord, B&B, congrescentrum, veerboot, vliegtuig etc.) kennen een sterk wisselende belangstelling onder Letten. In 2010 scoorden ze 131.000 nachten, +35% t.o.v. 09, bijna 2%). Gratis overnachtingen bij bekenden wonnen wellicht door de kredietcrisis opvallend veel terrein t.o.v. 2008. Het totaal aantal steeg met ruim 40% naar 5,7 miljoen en in aandeel ging het van 62 naar 78% van alle overnachtingen bij lange vakanties. De rest van de opties (camper, tent, hooiberg etc.; camping, vakantiehuisje, jeugdherberg; gehuurd privaat) haalde slechts 2% in aandeel.

Het gebruik van internet door Letten voor info/ boeken rond vakantie/ onderdak lag in 2007 naar EU maatstaf erg laag (23 om 42%).