Toerisme

Economisch belang en verwachting

Op http://www.wttc.org/eng/Tourism_Research/ economic research/ country reports brengt het WTTC verwachtingen uit over de economische betekenis van het toerisme. Volgens de in februari 2010 uitgekomen verwachting voor 2010 zou het Zweedse toerisme op de wereldranglijst van 181 landen naar economische waarde 24e (10e EU27), naar BBP bijdrage 99e (17e EU) en naar groeiverwachting over 10 jaar 148e (19e EU) staan. Men verwachtte dat de sector in 2010 qua toeristische inkomsten uit het buitenland en alle uitgaven opgeteld achter zou blijven bij de EU normaal en bij privaat en zakelijk reisverkeer, overheidsuitgaven, kapitaalsinvesteringen en bijdragen aan BBP en werkgelegenheid het relatief goed zou doen. De verwachte groeicijfers t/m 2020 lagen, op kapitaalsinvesteringen na, ook boven de Eu normaal. In directe zin zou in 2010 toerisme 2,7% van het BBP (±€8,5 miljard, +4,5% t.o.v. 2009; EU 3,4%, -1,2%) en 2,6% van de banen moeten opleveren (117.000, +1,4%; EU 3,9%, -2,9%) en met de uitstraling over de rest van de economie meegerekend 8% van het BBP (±€25 miljard; +0,8%; EU 9,5% BBP, -1,3%) en 7,5% van de banen (335.000; -1,4%; EU 10,3%, -3,8%). Men verwachtte dat 2,2% van de overheidsuitgaven (±€1,8 miljard; +2,1%; EU 3,3%, +1%) en 6,1% van de kapitaalsinvesteringen (±€3,4 miljard; +2,5%; EU 8,8%, -4,8%) erin terecht zou komen. De private uitgaven aan toerisme en reisverkeer werden begroot op 8,9% van het privébudget (€13 miljard; +0,6%; EU 9,7%, -0,1%) en de uitgaven voor zakenreizen op 1,5% van de zakelijke bestedingen (€4,5 miljard; -2,3%; EU 1,3%; -3,5%). De verwachte bestedingen van buitenlandse toeristen in Zweden aan goederen en diensten bedroegen 6,8% van de waarde van de totale export (bijna €10 miljard; -4,2%; EU 6,2% exportwaarde, -2%). De waarde van souvenirverkoop e.d. of van zaken die Zweden via het buitenland binnen krijgt door toerisme werd geschat op 4,2% van de exportwaarde (bijna €6 miljard; -9%; EU 5,1%, +3,4%).

Via http://www.tillvaxtverket.se/ zijn cijfers en info te vinden over het toerisme. Volgens de gegevens van deze bron ontwikkelde het toerisme zich in 2009, gemeten in de eigen munteenheid SEK, t.o.v. 2008 alsof er geen kredietcrisis bestond. Wel was dat jaar de waarde van de munt gezakt van 10,5 naar 9 eurocent. De totale toeristische consumptie steeg met 6,1%. Die van Zweden in eigen land ging 2,3% omhoog (zakelijk -3,2%, privaat +4,8%), buitenlanders in Zweden gaven 12,9% meer uit, de toegevoegde waarde steeg met 5,4%, de werkgelegenheid in werkjaren met 8% en de BBP bijdrage met 10%. Ook t.o.v. 2000 steeg de toeristische consumptie van buitenlanders veel meer dan die van Zweden zelf (130 om 44,5%, werkgelegenheid +29%, toegevoegde waarde +55%). Wel groeiden de toeristische uitgaven van huishoudens naar verhouding sterk (+60%, alle huishoud bestedingen +35%) waarbij het aandeel van uitgaven in het buitenland sterker omhoog ging dan dat van binnenlands toerisme. Van de totale omzet van 09 (SEK 252 miljard), kwam 37% op conto van buitenlands bezoek, 17% op dat van Zweden op zakenreis en de rest (46%) werd opgebracht door Zweden op vrijetijdsreis. Bij het aandeel van vervoer (SEK 51 miljard, 20%, -3,2%) gingen alleen vervoer over weg (9,5m. +4,4%) of spoor (2,5m +6,6%) vooruit. Reisagenten leverden het meeste in (8,6m, -12,3%), gevolgd door luchtverkeer (22,7m, -3,7%), vervoer over zee (3m, -2,8%) en autoverhuur (4,2m, -1,3%). Naar onderdak en catering (SEK 73,5m, 29% van de omzet, +6,6%) wonnen vooral restaurants flink (36m, +14%, onderdak 38m, +0,6%). In 2009 zakte de opbrengst van hotelovernachtingen, m.n. doordat het zakelijk toerisme afnam. In de zomer van 2010 (juni, juli en augustus) lag de opbrengst bij hotelachtige onderkomens echter weer 10,6% hoger dan in de zomer van 2009 (hotels +13,5%). Goederen waren in 2009 goed voor het grootste deel van de omzet (40%) en hier was de stijging ook het grootst (+11%, overige handel 51m, +15%; materiaal 27m, +15%; brandstof 26m, +0,3%). Rond 9% van het geld kwam binnen via cultuur en diensten (23m, +5%, cultuur/ recreatie 15m, +10%, overige diensten 8m, -3%).

Trekpleisters, beleid en capaciteit

Op http://wikitravel.org/en/Sweden staan reistips en praktische info. Via tilväxterket is een lijst te vinden met toeristenattracties. Daaronder waren er in het seizoen 2008/09 13 die meer dan een miljoen en 30 die meer dan een half bezoekers trokken. Trekpleister nr. 1 en 2 zijn de pretparken Liseberg in Göteborg (3,1 miljoen) en Folketspark in Malmö (2,7m, +1%), Op plek 3 handhaafde zich (ondanks verlies) het van buiten erg lelijke cultuurcentrum van Stockholm Kulturhuset (2,3m; -9%). Op plek 4 en 5 kwamen 2 sportcentra, het skioord Sälen in Malung (2,1m, +9%) en Fyrishov in Uppsala 1,8m, +4%). De rest van de top10 bevindt zich in de hoofdstad. Deze zijn openlucht museum Skansen 1,4m, +4%; het sportcentrum globe arena (1,3m, -1%), het Eriksdal bad (1,3m, +4%), pretpark Grönalund (1,25m, +12%) en het Vasa museum (1,15m, +1%). De globe arena, een halve bol met een doorsnee van 110 meter, stelt de zon voor in een model van het planetenstelsel. De hal wordt gebruikt voor sportwedstrijden (m.n. ijs­hockey) en evenementen. De trekpleisters die met meeste wonnen waren het Zweeds natuurhistorisch museum (+79%, naar plek 21) en het koninklijk paleis (+24%, plek 22) in Stockholm. Een 2tal cultuurcentra, het Scandinavium in Göteborg (-18%, plek19) en het Kulturhuset in Stockholm, verloren het meeste terrein. Naar reizen met verblijf vormen naar regio onder Zweden Västra Götaland (Göteborg en wijde omgeving: privé en zakelijk 16% van de reizen) en Stockholm de populairste bestemmingen (privé 15%, zakelijk 28%), op afstand gevolgd door de Zweedse zuidpunt Skåne (z 9,5%, p 9%). Bij private reizen komt Skiregio Dalarna op plek 4, gevolgd door Kalmar en omgeving (bijv. Öland). Onder buitenlanders zijn volgorde en aandelen vergelijkbaar. In Zweden geldt vrije toegang tot alle privéterreinen (allemänsrätten). Men mag er vrij kamperen, een kampvuur aanleggen, zwemmen en bessen, paddenstoelen en bloemen meenemen mits men geen schade aanricht of rommel achterlaat. Op omheind privéterrein moet toestemming worden gevraagd. Het verdient aanbeveling zich even bij de landeigenaar te melden en te vragen waar men de auto mag parkeren. Ook zijn overal  picknickplekken te vin­den; meestal met een houten tafel en houten zit­plaatsen. Het Kungsleden of koningspad is een bekende wandelroute in Zweeds Lapland.

De website http://www.visitsweden.com/zweden/ is van de afdeling economische groei en regio ontwikkeling (tilväxtverket) van het ministerie van onderneming, energie en communicatie. Ze heeft de site in het leven geroepen om toerisme vanuit het buitenland te promoten. In 2009 kreeg deze daarvoor rond €12 miljoen toegeschoven. Het beleid valt onder dezelfde afdeling van dit ministerie. Het wil Zweden als bestemming meer aantrekkelijk en concurrerend maken met o.m. duurzame infrastructuur (bijv. in het afgelegen noorden) en werkgelegenheid als speerpunten. Men vindt afstemming met direct en indirect betrokken instanties en regionale ontwikkeling belangrijk. Minder regels voor ondernemingen moeten barrières slechten. Beseft wordt dat de groei vooral uit de toevloed van buitenlandse toeristen zal moeten komen. Verder wil men de vinger aan de pols houden qua feitelijke ontwikkelingen (bijv. via onderzoek aan de grens) om na te kunnen gaan wat het effect van beleidsmaatregelen is. Daartoe is rond €2 miljoen beschikbaar gesteld voor research (OECD tourism trends and policies 2010). In 2009 telde Eurostat aan capaciteit 4100 betaalde collectieve verblijfsaccommodaties; 1982 hotels, 1060 campings, 280 terreinen met vakantiehuisjes en 775 andere. Van de 784.000 plaatsen (+0,9% t.o.v. 2008) bevonden er zich 222.000 in hotels (29%, EU15 42%), 478.000 op campings (bijna 60%, EU15 nog geen 40%), 43.000 in vakantiehuizen (5,5%) en 41.000 in andere onderkomens (5%). Het ministerie kwam voor 2009 ook op 1982 hotels, maar dan met 222.000 plaatsen. Verder telde het 10.650 campings met 120.000 plekken voor onderkomens, 280 terreinen met vakantiehuisjes met 43.000 bedden en 775 jeugdherbergen met 41.000 bedden.

Verblijfsaccommodaties: gebruik  en trends

Zweden was in 2009 het enige EU land waar het aantal overnachtingen in betaalde verblijfsaccommodaties was gegroeid was t.o.v. 2008 (+1,8%). De bezettingsgraad naar bedden lag in 2009 volgens het ministerie bij hotels op 35%, bij vakantiedorpen op 26% en bij jeugdherbergen op 25%. Bij hotelachtige onderkomens liep ze in 2009/10 uiteen van 25% in januari naar 60% in juli (hoog gemiddeld naar EU maatstaf, bron Eurostat). Ze was in het hoogseizoen (juni t/m augustus) 12,7% hoger dan een jaar eerder. Het aantal betaalde overnachtingen in zulke onderkomens (12 miljoen) lag zomer 2010 4,4% hoger dan zomer 2009 (buitenlanders +5,7%, vooral door meer toevloed van buiten Europa; Zweden +3,9%). Betaalde accommodaties (jachthavens uitgezonderd) kwamen in 2009 op 51,8 miljoen overnachtingen (+2,1%, Zweden 39 miljoen, + 1,8%, buitenlanders 12,9 miljoen, +3%). De tabel hieronder geeft  info over gebruik van diverse typen accommodatie onder buitenlanders en Zweden. 

Type onderkomen

Overnachtingen x miljoen

Buitenlanders

Zweden

2009

+/- 08

2009

+/- 08

Hotels

6,1m

+4,5%

19,9m

-1%

Vakantiehuisjes

0,72m

-14%

2,56m

-2%

Campings

3,8m

+8%

11,4m

+5.5%

Jeugdherbergen

0,7m

-3%

2,2m

+3%

Private verhuur

1,6m

-1%

2,8m

+8,5%

Totalen

12,9m

+3%

38,9m

+2%

In 09 boekten jachthavens 1,4 miljoen overnachtingen; 2,5% van het totaal en 8% minder dan in 2008. Daarvan kwamen er bijna 0.9 miljoen (61%) op conto van Zweden (-0,7%) en de rest werd geboekt door buitenlanders. Het aantal overnachtingen van Noren steeg met 233% en van Finnen met 2%. De bijdrage van alle andere landsaarden gingen flink achteruit. De doorsnee verblijfsduur in betaalde onderkomens lag in 2009 bij buitenlanders op 2,3 nachten en bij Zweden op 2 nachten (hotels ZW 1,6n; BL 2n: andere onderkomens ZW en BL: 3n; bron Eurostat). Onder buitenlanders overnachten Noord Europeanen van buiten Zweden vaak in hotels en vakantiehuisjes en op campings. Bij Duitsers zijn private verhuur, hotels en campings favoriet en bij Nederlanders (uiteraard) campings. Britten, zuid en oost Europanen en gasten van buiten Europa geven duidelijk de voorkeur aan hotels. Wel wonnen bij buitenlanders (behalve Noord Europeanen) de goedkopere gelegenheden in 2009 terrein. Ook bij langere vakanties van Zweden in eigen land wonnen vakantiehuisjes, jeugdherbergen, huuronderkomens en campings terrein ten koste van duurdere private onderkomens, 2e huizen en hotels. 

Inkomend toerisme

Qua bijdrage van dagtoerisme was in 2009 de stijgende inbreng vanuit Denemarken opvallend. Het aantal Denen dat kwam winkelen groeide met 37%. Ook het aantal Deense overnachtingen steeg flink (+23%, zuid Zweden +49%). Naar land van herkomst bieden Zweedse bronnen info over betaalde overnachtingen van buitenlanders (12,8 miljoen in 2009; +3% t.o.v. 08). Noren hebben daarin het grootste aandeel (25,6% in 2009), gevolgd door Duitsers 20%, Denen 12,3%, Nederlanders 5,5%, Britten 4,6%, Finnen 3,2%, VS Amerikanen 2,7% Italianen 2,4%, Fransen 2,2% en Polen en Russen (beide 1,6%). T.o.v. 2008 vond de grootste stijging plaats bij Denen (+23%) en Italianen (19%), gevolgd door Finnen 10%, Noren 8%, Zwitsers 6,5% en Fransen 3%. Het aandeel van het VK en de VS (beide -10%), NL (-6%) en Duitsland (-2,6%) zakte. De groei is het duidelijkst in het hoogseizoen. Naar bestemming zijn bij buitenlanders Zuid Zweden, de wijde omtrek van het Vättern meer (incl. Göteborg en de regio langs de zuidgrens van Noorwegen) en Stockholm e.o. favoriet. Hier en in de meest noordelijke regio Norrbotten (Lapland e.o.) is het buitenlands aandeel in de betaalde overnachtingen het grootst (tussen 30 en 45%). De stijging in buitenlandse overnachtingen was het groots in Norrbotten (+20%), gevolgd door Halland (tussen de zuidpunt en Göteborg), Kalmar (in het zuidoosten t/o Öland), Gävleborg ten noorden van Uppsala en Jämtland in het oosten (+12%). Västernorrland noord van Gävleborg zakte het sterkst (-15%).

Reisgedrag van Zweden

In 2009 maakte een Zweed gemiddeld 4,1 vrijetijdsreizen en 0,5 zakenreizen (een klein volksdeel aanzienlijk meer en in afgelegen regio is het aandeel zakenreizen relatief groot). Qua reizen met verblijf in eigen land waren in 2009 onder Zweden de trends vaker, korter en goedkoper. In 2009 telde Eurostat 15,2 miljoen Zweedse gasten die overnachtten, 6,5% meer dan in 2008. Naar duur bleef het aantal lange bezoeken (4 of meer overnachtingen) vrijwel gelijk (4,04 miljoen), maar het aandeel zakte van 28 naar 26,6% en het aantal kortere bezoeken nam dus toe (van 10,3 naar 11,2 miljoen, +9%). Minder Zweden brachten in 2009 in eigen land lange bezoeken (4 of meer nachten) aan familie en vrienden (2,4 miljoen, -6%) of maakten zakenreizen (2,5 miljoen, -8%). Het aantal overnachtingen bij binnenlandse reizen (85,4 miljoen, gemiddeld 5,7 per reis) zakte wat (-2%). Dat kwam op conto van langere vakanties (46,4 miljoen nachten, 11,5 per vakantie; -5,5%), want het aantal binnen korte reizen ging omhoog (39 miljoen, 3,5 per reis, +3,7%). Ook het aantal overnachtingen bij langere bezoeken aan familie in vrienden (21,3 miljoen, -,5%; 9 per bezoek) en bij zakenreizen (6,5 miljoen, -10%; 2,6 per reis) zakte. Tussen 1995 en 2009 ging de bijdrage in overnachtingen van hotels, vakantieparken en jeugdherbergen van 80 naar 76%. In 2009 verloren de duurdere onderkomens terrein (zie boven). Bij private reizen is bezoek aan familie en vrienden meest frequente reden (57%, uitje 22,5%, rust zoeken 15%, naar vakantiehuis 14%, tijd met anderen 13%) en bij zakenreizen congressen/ cursussen (35%). Andere redenen waren bezoek of vergadering (intern 31%, extern 16%) en elders werken (13%). In 2009 stond Stockholm met 102 congressen 7e op de wereldranglijst van congressteden (Göteborg nr. 47, Uppsala nr. 121). Favoriete bestemmingsregio voor vrije tijdstrips zijn het gebied tussen Göteborg en de zuidkant van het Vättern meer (16%), Stockholm e.o. (15,6%), de zuidpunt Skåne (9,1%) en het skigebied tegen de Noorse grens Dalarna (87,6%). Bij zakenreizen is de volgorde Stockholm (28%), Västra Gótaland 15,6% en Skåne 9%. Zakenreizigers geven p/d bijna 5x zoveel uit dan anderen (±€200 om ±€40). Naar vervoersmiddel is het verschil ook groot (zakenreis/ andere reis: auto 48 om 75%, trein 24 om 12,5%, vliegtuig 23 om 2%, bus 3,5 om 6,5%, anders 2,1 om 4,3%). 

Qua reizen met verblijf naar het buitenland waren in 2009 de trends minder vaak, korter en goedkoper. Zo zakte het aantal buitenlandse reizen met overnachtingen t.o.v. 2008 met 9,5% naar 8,6 miljoen. Zweden organiseren reizen graag van tevoren. In 2009 werd bij de lange vakantiereizen naar organisatie vooraf melding gemaakt van bijna 38% met directe reservering, 43% met reservering via een reisagent, 33% pakketreizen en ruim 16% zonder organisatie (erg weinig naar EU maatstaf, maar wel meer dan in 08). Bij lange bezoeken aan familie en vrienden over de grens was de verhouding directe reservering 49,5% (58% in 08), reisagent 18% (was 19%), pakketreis 8% en geen bijna 30% (was 21,5%). Het gebruik van internet voor info over vakantie/ onderdak valt onder de EU top3 (65%, EU 42% in 2007). Naar verblijfplaats komen bij buitenlandreizen hotels het hoogst (54,5%; 55,5% in 08), gevolgd door private onderkomens (30%) en gespecialiseerde onderkomens (van 10 naar 12%). De laatste onderkomens komen vrijwel geheel op conto van korte buitenlandse reizen. Ook bij lange vakanties over de grens verloren hotels wat terrein (van 62 naar 60%). Ze werden gevolgd door private onderkomens (van 31 naar 30%) en 2e huizen (van 8 naar 9%). Bij zakenreizen scoren hotels bijna 90% en bij bezoek aan familie/ vrienden 23%. Naar duur nam het aantal lange reizen af met 10% naar 5,73 miljoen en het aantal korte reizen (2,87 m) met 7%. Lange bezoeken aan familie en vrienden (1,51m) zakten ook 7% en zakenreizen (1,81m) 14%. Het aantal overnachtingen bij buitenlandse reizen (68 miljoen, 8 per reis) was 9% lager (langere vakanties 62,1 miljoen, 11 per vakantie; -10%; korte reizen 6 m, 2 per reis, -4%). Bij langere bezoeken aan familie in vrienden (17 miljoen, 11 per bezoek) was het 15% gezakt en bij zakenreizen (5,9 miljoen, 3 per reis) 14%.

Bij private reizen was eruit zijn de meest voorkomende reden (39%), gevolgd door bezoek aan familie en vrienden 31%, zon en strand 23%, rust zoeken 21%, plezier & vermaak 15%, eten en drinken 13%, tijd met anderen 12% en andere ervaringen (10%). Bij zakenreizen voerde bezoek of vergadering de lijst aan (intern 36,5%, extern 27,5%), gevolgd door congres/ cursus (21%) en elders werken 13% (studie 3%, tentoonstelling en beloning ieder 2%). Qua bestemmingen voert bij vrijetijdsreizen Finland de top10 aan (1,21 m; 10,4% van de reizen), gevolgd door Spanje (1,12 m; 10,1%), Denemarken (0,86 m; 9%) Noorwegen (0,74 m; 8%), Duitsland (0,66 m; 8%), VK (0,51 m; 6%), Frankrijk (0,47 m; 4,4%), Maleisië en Thailand (0,46 m), Griekenland (0,42 m) en de VS (0,41 m). Bij zakenreizen was de volgorde Duitsland (0,27 m), Noorwegen, VK, Finland, Denemarken (0,18 m), VS (0,08 m), Zwitserland en Spanje (0,06 m). Op Thailand na daalde de toevloed naar alle bestemmingen, het sterkst naar Italië, DK, Finland en Spanje. Zakenreizigers gaven p/d nog ruim 3 x zoveel uit dan anderen (±€300, -17% om ±€100, -3%). Naar vervoersmiddel was het verschil zakenreis/ andere reis: vliegtuig 79 om 61%, auto 12 om 18%, veerboot 6 om 18%, trein 2 om 2,5%, bus 1,5 om 4,7% en anders 0 om 2%.