Toerisme

Economisch belang en verwachting

Info en cijfers rond toerisme in België zijn bijv. te vinden via wikipedia (Tourism); Belgische overheden (toerisme; Vlaams België) of belgium. Rijke landenclub OESO kwam voor heel België voor 2016 (p135) tot €10,7mld aan ontvangsten uit inkomend toerisme (ca. 1% minder dan in 2014) en €17,7mld aan uitgaven voor uitgaand toerisme (ca. 4% meer dan in 2014). Via het wttc kunnen jaarverslagen van landen (incl. België) worden gedownload met meer recente info over de stand van zaken in en verwachtingen rond de economische betekenis van het toerisme. In de tabel hierna staan de wttc gegevens voor 2017 en de verwachte groei voor 2018 (+/-) vergeleken met het Europees gemiddelde. Het betreft de directe bijdrage aan BBP & werkgelegenheid en de bijdrage met de uitstraling over de hele economie (BBP totaal & werk totaal). “Bezoek export” verwijst naar de bijdrage van toeristen uit het buitenland aan de export (zakelijk & vrije tijd, verblijfstoeristen & dagjesmensen) en “uitgaven BE/Eur” naar toerisme uitgaven (zakelijk + privé) in eigen territoir van Belgen/ Europeanen. Onder vrije tijd reizen/ zakenreizen wordt de uitsplitsing zakelijk privé gemaakt voor toeristen uit buitenland en eigen land samen. Onder % wordt hier verwezen naar het aandeel in de totale private/ zakelijke uitgaven. “Kap. invest.” verwijst naar het toeristisch aandeel in kapitaalsinvesteringen.

Item België Europa
€ miljard/ banen % +/-2018 in % % +/- 2018 in %
BBP direct 9,9m 2,2 +0,6 3,9 +2,6
BBP totaal 24,7m 5,6 +0,8 10,3 +2,5
Werk direct 113.000 2,4 -0,1 5,1 +2,0
Werk totaal 285.000 6,0 +0,1 11,7 +1,8
Bezoek export 11,9m 3,2 +0,3 5,8 +3,4
Uitgaven BE/Eur 8,1m 1,8 +1,4 5,7 +2,1
Vrije tijd reizen 14,7m 1,6 +0,8 2,3 +3,4
Zakenreizen 5,3m 0,6 +0,6 0,9 +3,2
Kap. invest. 2,3m 2,3 +4,4 5.1 +4,5

In 2017 kwam van de directe BBP opbrengst 73,7% uit vrije tijd toerisme (26,3% uit zakelijk reisverkeer) en 59,4% uit buitenlands bezoek (40,6% uit bezoek in eigen land). In dat jaar stond het toerisme in België qua absoluut economisch belang op een hoog pijl doordat België een rijk land is waar veel geld omgaat, maar qua relatief economisch belang (bijdragen in %) was het pijl (afgezien van banen) aanzienlijk lager. Men stond aldus beschouwd op de wereldranglijst van 184 landen naar directe bbp bijdrage 146e (totale bijdrage 155e), naar directe bijdrage aan de banen 133e (totale 141e), naar exportbijdrage van inkomsten uit buitenlands bezoek 158e en naar bijdrage toerisme aan kapitaalsinvestering 168e. Ook naar groei verwachtingen voor 2018 bevond men zich veelal in de onderste regionen van de wereldranglijst (bbp bijdrage: directe 178e, totale 175, bijdrage aan werk: direct 161, totaal 160, export bijdrage buitenlands bezoek 172; bijdrage aan de kapitaalsinvesteringen 97e). De tabel hierna geeft info over de verwachtingen voor 2028 (+/- p/j: de verwachte verandering p/j in % over 2018-2028).

Item België Europa
€ miljard/ banen % +/-p/j in % % +/- p/j %
BBP direct 13,5m 2,6 +3,1 4,2 +2,3
BBP totaal 32,2m 6,2 +2,6 11,1 +2,0
Werk direct 138.000 2,9 +2,0 5,9 +1,6
Werk totaal 331.000 6,9 +1,5 13,0 +1,1
Bezoek export 17,1m 3,7 +3,3 6,3 +3,5
Uitgaven BE/Eur 9,6m 1,9 +1,6 5,9 +1,6
Vrije tijd reizen 19,6m 1,9 +2,8 3,2 +2,3
Zakenreizen 7,1m 0,7 +3,1 0,9 +2,1
Kap. invest. 3,1m 2,5 +2,6 5,6 +2,8

Naar lange termijn verwachting bleef men opnieuw naar EU maatstaf laag scoren en naar groeiverwachting 2018-2028 was België op zijn best een lage middenmoter (bbp direct 139e van 184 landen, totaal 157e; banen direct 109e, totaal 126e; export bijdrage buitenlands bezoek 133e, bijdrage aan kapitaalsinvestering 149e).

Het toeristisch jaarverslag van Statistiek Vlaanderen over 2016 biedt gedetailleerde info over de toeristische uitgaven in het Vlaams gewest (pagina 9 t/m 65) en het Brussels gewest (p66-77). In dit verslag zijn (deels op basis van schattingen) bestedingen meegenomen van bezoek uit het buitenland (inkomend toerisme) & binnenlands toerisme, dagtoerisme & verblijfstoerisme (toerisme met overnachtingen; incl. in 2e woningen en bij familie & vrienden) en zakelijk (incl. congresbezoek) & vrijetijdstoerisme en verder subsidies en aanschaf van duurzame gebruiksgoederen door toeristen als caravans en kampeer & hobbyuitrusting. Al met al kwamen de uitgaven op ruim €14 miljard. De tabel hierna is gebaseerd op de Summary (Toelichting: diensten van reisbureaus, toeroperators & gidsen; uitgaven voor cultuur, sport & recreatie; overige deelname; uitgaven voor andere vormen van deelname;  L +2eH: Logeren + 2e huis; overige: andere componenten van toerisme consumptie als onderdak in 2e huizen, subsidies & aanschaf duurzame gebruiksgoederen. Alles in miljoenen €).

Uitgaven 2016 in het Vlaams gewest voor Toerisme uitgaven in mln € Overige Totalen
Buitenl. Belgen L+2eH
Onderdak 756 445 720 1921
Eten & drinken 846 849 535 2230
Vervoer over land 131 531 25 219 907
Luchtvervoer 928 1539 6 2474
Reisbureaus/gidsen 551 2061 2612
Cultuur, sport, recr. 106 130 4 452 692
Overige deelname 36 166 201
Overige 558 664 790 983 2995
Totalen 3913 6385 1355 2381 14034

Volgens de Vlaamse statistici leverde de sector in het Vlaams gewest werk op voor 133.000 loondienstigen en bijna 53.000 zelfstandigen; respectievelijk 5,5% van de banen in loondienst en 8,1% van de zelfstandigen. De grootste bijdrage (44% en 66%) komt van werk in de horeca. Het betreft voor 52% voltijdbanen (deeltijd 37%, tijdelijk of los 11%). In 2016 (p66) kwam men voor het Brussels gewest voor vrijetijdstoerisme tot 5,1 miljoen dagtoeristen en 2,2 miljoen verblijfsttoeristen die samen €808 miljoen uitgaven (dagtoerist €412mln, per persoon per dag €81; verblijfstoerist €396mln, pp p/d €181). Daarvan ging veruit het meeste (€395 mln) naar shopping, gevolgd door maaltijden & drank (€234mln). In Brussel is naar internationale maatstaven het segment zakelijke & congrestoeristen erg groot (in getal in 2016: bijna 3 miljoen verblijfstoeristen en 7,8 mln dagtoeristen uit België & 330.000 uit buurlanden). Aan zakelijke besteding kwam men voor verblijfstoeristen op €590mln (uit België €124mln, buurland €466mln) en voor dagtoeristen uit België op €291mln en uit de buurlanden op ca. €12mln. Na de terreuraanslagen van 2015 in Brussel kwamen er minder buitenlandse toeristen.

Trekpleisters, beleid, capaciteit en comfort

De toeristische attracties van België zijn reeds lang dezelfde. Het toerisme begon in de 18e eeuw met bezoek van welgestelden aan kuuroorden in de Ardennen met in 1774 in Spa ook een eerste casino. Vanaf midden 19e eeuw kwamen de badplaatsen aan de Vlaamse kust op en ook daar zouden veel gokpaleizen verrijzen. Bezoek van historisch stedenschoon begon rond de 20e eeuwwisseling met het Vlaamse Brugge. Thans wordt de hoofdstad Brussel vooral bezocht om zijn architectuur, cultuur, winkels, parken en internationale bedrijven & organisaties. In Vlaams België zijn de steden & de kust de grootste trekpleisters. In de “kunststeden” Antwerpen, Brugge, Brussel, Gent, Mechelen, Kortrijk & Leuven gaat het om monumentaal stedenschoon, horeca & winkels. Ieper geldt als centrum van oorlogstoerisme (gedenken eerste wereldoorlog) en aan de kust zijn Knokke, Oostende, Blankenberge, Nieuwpoort & De Haan in trek bij buitenlanders en m.n. Belgen. Centra van fietstoerisme zijn meer vanouds de heuvels van Oost Vlaanderen en meer recent Belgisch Limburg. Ook waterrecreatie langs grindgaten langs de Maas is van recentere datum. De grote trekpleister van Wallonië is voor Belg & buitenlander de Ardennen (natuurschoon, monumentale kastelen & abdijen, kuuroorden, actieve vakanties, grotten). De steden Luik, Bergen (cultuur) & Namen trekken m.n. Walen en Bastenaken is een centrum van oorlogstoerisme vanwege de 2e wereldoorlog.

België kent vanwege nadruk op de federale staatsvorm bijv. geen landelijke ranglijst van dagattracties met bezoekersaantallen. Wel publiceerde Toerisme Vlaanderen in 2017 (p78 & 79) een top20 (zonder bezoekeraantallen) voor 2012 t/m 2016. In deze jaren voerde pretpark Plopsaland in De Panne de lijst aan (1,3mln bezoekers in 2015) met verder veelal in de top5 rondvaarten in Brugge, de Zoo van Antwerpen, de Planckendael Zoo te Mechelen, pretpark Bobbejaanland & de Sint-Baafskathedraal te Gent. In 2016 waren in deze top20 pretparken (6) het sterkst vertegenwoordigd, gevolgd door kathedralen (3) & musea (3) en provinciale domeinen (2) & dierentuinen (2). Onder de druk bezochte evenementen in Belgiè vallen een 5tal pop & rockfestivals met meer dan 100.000 bezoekers en wielerklassiekers (Flanders Classics). Zo brengt bijv. de Ronde van Vlaanderen ieder voorjaar bijna een miljoen mensen op de been. Voor het Waals gewest kwam het Algemeen Toerisme Commissariaat (CGT) voor 2016 (p23 etc.) tot ruim 10 miljoen attractiebezoekers (39% cultureel, 37% recreatief, 27% natuur).

Binnen de federale staatsvorm van België is toerismebeleid een aangelegenheid van de  gewesten (2016 vanaf p130). In het Vlaams gewest viel in 2018 toerisme onder het ministerie van cultuur, sport & vrije tijd en qua beleid onder de toerisme afdeling van het Vlaamse ministerie van Internationale zaken. Als Vlaamse beleidsdoelen c.q. missie wil men via gerichte investering & ondersteuning (incl. promotie over de grens) de sector versterken en Vlaanderen als toeristisch reisdoel aantrekkelijker maken voor elke vreemdeling, Vlaming en andere Belg (zie ook toerismevlaanderen & visitflanders). In de Waalse regering Borsus, die in 2017 aantrad, valt toerisme onder het ministerie van landbouw, natuur & erfgoed. Naar organisatie gaat het Algemeen Toerisme Commissariaat (CGT) over beleid & internationale relaties en WBT over promotie. Qua beleid staan duurzaamheid & toegankelijkheid voorop. In het beleidsplan 2014-2019 worden de focus gelegd op benadrukken van de sterke kanten van de regio (natuur, erfgoed, bourgondisme & traditionele evenementen), betere kwaliteit & toegankelijkheid van voorzieningen en meer afstemming van betrokkenen.

Voor 2016 telde Eurostat (data, industry, trade & services, tourism) voor België aan capaciteit 8210 betaalde collectieve onderkomens met 10 of meer plekken (1 op 1340 inwoners, EU28 1 op ruim 1000 inwoners), waarvan 1522 hotelachtige onderkomens, 346 campings etc. en 6342 terreinen met vakantiehuisjes & kortverblijf onderkomens. De laatste categorie is na 2010 verzevenvoudigd ten koste van m.n. hotels. Zo verdubbelde in België tussen 2012 & 2016 het aantal gastenkamers en bed & breakfast adressen bijna naar 2325. Van de 368.000 plaatsen (1 op 30 inwoners, EU 1 op 16) bevond zich 58% in het Vlaams gewest met nadruk op West Vlaanderen (de kust), ruim 31% in Wallonië met nadruk op Belgisch Luxemburg & Luik (Ardennen) en 10 à 11% in het Brussels gewest (dataset). Van de slaapplekken waren er 129.000 te vinden in hotelachtige onderkomens (35%, weinig naar EU maatstaf; EU 44%), 87.500 op campings etc. (24%; EU ca. 25%) en 152.000 in vakantiehuisjes etc. (41%, EU 31%). Na 2010 is het aantal slaapplekken in huisjes & B&B’s e.d. gestegen (+10%), op campings gedaald (-12%) en in hotels weinig veranderd. Een hotelachtig onderkomen telde gemiddeld 38 kamers & 85 bedden, een campingachtige voorziening kwam tot 267 slaapplekken en een vakantiehuisjes terrein tot ca. 24 plekken. Het Waals gewest telde naar verhouding veel campings etc. (iets meer den de helft) en die waren in het Brussels gewest niet te vinden.

Voor 2016 kwam toerismevlaanderen voor enkel het Vlaams gewest hoger uit dan Eurostat voor heel België. Men maakte melding van 21.753 logiesvormen met 417.000 slaapplaatsen, waarvan het merendeel in kustprovincie West Vlaanderen (76% van de logiesvormen; 55% van de slaapplaatsen). De tabel hierna biedt details (toelichting: aantal van de logiesvorm en de aantallen verhuureenheden & slaapplekken in de logiesvorm; onder camping vallen campings, minicampings en camper & kampeerautoterreinen en onder de categorie overige hostels & vakantielogies).

Logiesvorm in Vlaams gewest Aantal Eenheden Plekken
Camping 161 27.014 106.274
Vakantiewoning 17.002 17.005 93.284
Verblijfpark 120 21.356 85.046
Hotel 927 30.811 69.101
Terreingerelateerd logies 27 4.283 16.960
Kamergerelateerd logies 1.212 3.027 13.901
B&B 1.453 3.085 7.815
Gastenkamer 647 2.330 5.984
Overige 198 5.023 6.851
Totalen 21.753 116.840 417.000

In de categorie “Camping” vormen campings in engere zin het leeuwendeel (107 stuks met 26.345 eenheden en 103.638 slaapplekken). Toerisme Vlaanderen biedt ook info over de comfortklasse binnen logiesvormen; uitgedrukt in sterren (1.2). Deze is m.n. van toepassing bij hotels, campings, verblijfsparken, gastenkamers & vakantieparken en in mindere mate bij B&B adressen & vakantiewoningen. De tabel hierna biedt info (%) over het aandeel bedplaatsen in comfortklassen van de bedplaatsen in de logiesvorm. “Geen” betekent vaak dat geen indeling in een sterrencategorie werd aangevraagd.

Logiesvorm in het Vlaams gewest Aandeel in % met aantal sterren
Geen 1 2 3 4 5
Verblijfspark 2 3 48 38 5 4
Hotel 7 7 11 40 30 0,3
Camping 0,3 23 55 25 0,5
Vakantiepark 30 45 25
Gastenkamer 14 6 16 31 26 7

Het toerisme commissariaat van het Waals gewest kwam voor 2016 tot 26.875 toeristische onderkomens met 204.350 plaatsen. Een groot deel daarvan (25.764 met ruim 103.000 plaatsen) betrof niet commerciële onderkomens (m.n. 2e huizen). Van de ca. 4430 commerciële onderkomens was 79% (3481 in getal) erkend en 21% (ca. 950) niet erkend. Ze telden vrijwel evenveel plaatsen als niet commerciële onderkomens (102.000). Van de commerciële bedplaatsen bevond 71% (71.500) zich in erkende en 29% (30.000) zich in niet erkende etablissementen met winstoogmerk. De tabel hierna biedt meer details over deze commerciële logiesvormen.

Logiesvorm in het Waals gewest Erkend Niet erkend
Aantal Bedden Aantal Bedden
Hotels 310 15.604 152 7.089
Vakantiehuisjes 2963 24.575 704 5.457
Vakentieparken 42 6.516 26 9.353
Campings 166 24.789 66 7.913
Totalen 3481 71.484 948 29.812

In Wallonië telt de provincie Luxemburg de meeste onderkomens & toeristen, maar relatief weinig specifieke toeristische attracties (16% ervan). Deze zijn m.n. te vinden in de meest westelijke provincie Henegouwen (33%) en de provincie Namen (24%).

Voorbereidings en boekingsgedrag van recreatieve verblijfstoeristen

Toerisme Vlaanderen onderscheidt voor Vlaamstalig België verblijfstoerisme (i.e met betaalde overnachtingen) gericht op kunststeden, kust en (Vlaamse) regio. Herkomst en voorbereidings & boekingsgedrag van toeristen variëren sterk met deze bestemmingen. Zo is in de kunststeden het aandeel van buitenlands bezoek het grootst (70% van de aankomsten in 2016 of 2017; meer details verderop) en langs de kust dat van Belgen (80% aankomsten). De tabel hierna biedt meer info over oriëntatatie vooraf in 2011 (p29 etc). Kusttoeristen komen het vaakst terug en bij hen noemde dan ook 51% eigen ervaring de belangrijkste informatiebron. Vooraf werden de meeste infobronnen gebruikt voor bezoek aan kunststeden (1,5) en de minste voor bezoek aan de kust (1,2).

Informatiebronnen in 2011 voor Vlaamstalig België in % Kust Kunststeden Regio
Geen bronnen/ eigen ervaring 51 17 29
Wel bronnen gebruikt 49 83 71
Totalen 100 100 100
Gebruikte infobronnen (meer bronnen tegelijk mogelijk)
Internet 30 54 58
Tv, radio, geschreven pers 3 13 5
Familie, vrienden & kennissen 20 32 10
Brochures, folders & drukwerk 8 23 31
Reisgids, toeristische gids 1 9 0
Andere 10 4 5

De volgende tabel toont hoe voor Vlaamstalig België het boekingsgedrag varieerde met deze bestemmingen.

Boekingsgedrag 2011 in % Kust Kunststeden Regio
Geen boeking op voorhand 2 7 5
Rechtstreeks bij de uitbater 78 29 76
Via bemiddeling 20 64 19
Totalen 100 100 100
Details bemiddeling
Boekingsite online reisagent 3 36 6
Reisbureau, touroperator 3 24 5
Toeristisch verhuurkantoor 11
Andere 3 4 8

Verblijfsaccommodaties: gebruik en trends

Volgens Eurostat lag de bezettingsgraad van bedden in hotelachtige onderkomens in  2016 in heel België over het hele jaar gerekend met 40% iets onder het Eu gemiddelde (45% in 2015). In het Waals gewest bedroeg ze 37%, in het Brussels gewest 38% en in het Vlaams gewest 41%. In de drukst bezocht Waalse provincie Luxemburg was de jaarbezetting met 30% laag en in de druk bezochte Vlaamse (kust)provincie West-Vlaanderen met 44% aan de hoge kant. Het jaar doorheen was de bezetting landelijk relatief stabiel. In 2017 varieerde ze van 31% in de slapste maand januari (10 van 28 EU landen lager) tot 52% in de drukste maand augustus (1 van 28 lager). Eurostat biedt geen maandelijkse info voor regio’s en geen info voor andere onderkomens dan hotels. Toerisme Vlaanderen kwam via haar Hotelbarometer op basis van info van ruim 400 hotels hoger uit dan Eurostat; voor 2016 op 61% en voor 2017 op 64% (tussen 57% in januari & 72% in sept.; kustregio tussen 35% in januari en 81% in augustus; Antwerpen tussen 61% in januari en 78% in oktober). Bij andere logiesvormen kwam men voor 500 à 900 B&B adressen tussen 23% in januari en 48% in augustus (kust tussen 25% en 75%) en voor campings op 44% in augustus (kust 35%). Huisjesterreinen lijken hun piek landelijk in februari te beleven (44%), behalve langs de kust (25% in aug.).

Qua aandeel in alle betaalde overnachtingen is de bijdrage van buitenlanders naar EU maatstaf landelijk aan de grote kant (47%, EU 45% in 2016). Dat komt vooral op het conto van Brussel (79% in 2016; Vlaanderen 40%, Wallonië 43%). De tabel hierna biedt info over de verdeling van betaalde overnachtingen in België naar globale herkomst (Belg/Niet Belg) & logiesvorm in 2016 (Vak. park/centrum: vakantiepark of centrum).

Betaalde overnachtingen in België van Belgen (B) & vreemdelingen  (NB) in 2016 naar logiesvorm
Logiesvorm Aantal in miljoenen Aandeel in %
B NB Totaal B NB
Hotel 6,97 10,22 17,18 40 60
Bed & Breakfast 0,50 0,46 0,96 52 48
Camping 1,17 1,60 2,77 43 57
Jeugdlogies 3,20 0,60 3,80 84 16
Vakantiehuis 4,74 1,67 6,42 74 26
Vak. park/centrum 3,11 2,35 5,47 56 44
Overige 0,10 0,15 0,25 40 60
Totalen 19,8 17,1 36,9 54 46

De bijdrage van hotel & kampeerovernachtingen is in België relatief klein. Bij gasten uit eigen land vond 35% van alle betaalde overnachtingen plaats in een hotelachtige optrek (EU gemiddelde 60% in 2015) en bij buitenlandse gasten 60% (EU 70%). Camping overnachtingen representeerden in België nog geen 8% van het totaal aan betaalde nachten (EU 14%). Wel hadden (zoals gebruikelijk) Nederlanders hierin veruit het grootste buitenlandse aandeel. Dit alles maakte in België de bijdrage van alle andere logiesnormen naar EU maatstaf groot. De gemiddelde verblijfsduur (alle logiesvormen) kwam in 2016 bij 15,2miljoen aankomsten op 2,4 nachten (7,7mln Belgen, 2,6n; 7,5mln buitenlanders, 2,3n). De verblijfsduur was relatief lang bij vakantiehuizen (1,2mln aankomsten; 5,3n), campings (0,7mln aankomsten, 4n) en vakantieparken (1,4mln, bijna 4n) en kort bij hotels (9,9mln; 1,7n) en B&B adressen (0,5mln, 1,8n). De intensiteit van het toerisme (aantal overnachtingen per 1000 inwoners) ligt in België flink onder het Eu gemiddelde (ca. 3300 in 2016, EU ca. 5100).

Een opvallende trend in 2016 was de daling van het aantal betaalde overnachtingen t.o.v. 2015 met 4%. Bij Belgen steeg het aantal nog licht (1,4%), maar men telde 9,5% minder overnachtingen van buitenlanders. Dit werd in verband gebracht met recente terreuraanslagen. De trend is het meest uitgesproken in Brussel. De tabel hierna biedt landelijke info naar logiesvorm over deze trend (2015/16) en (voor zover info aanwezig) over de evolutie 2012-2016 (B Belgen/ NB vreemdelingen, T totalen).

Landelijke trends in betaalde overnachtingen (+/- in %)
Logiesvorm 2016/ 2015 2012-2016
B NB T B NB T
Hotel -1,1 -15,1 -10,0 +2,4 -3,0 -1,0
Bed & Breakfast +6,1 -6,8 -0,6 +5,1 +4,4 +4,7
Camping -4,5 -7,7 -6,4
Jeugdlogies +1,8 -3,8 +0,9
Vakantiehuis +1,9 +11,4 +4,2
Vak. park/centrum +7,2 +3,4 +5,5
Overige +51,4 +5,7 +20,2
Totalen +1,4% -9,5 -4%

Voor 2017 wezen voorlopige cijfers op herstel. Landelijk telde men 4,7% meer betaalde overnachtingen dan in 2016 (Belgen +0,8%, buitenlanders +9,2%) en daarmee geraakte men bijna weer op het niveau van 2015. Het herstel was het duidelijkst in het Brussels gewest (+21%; Belgen +19,4%, niet Belgen +21,4%; Vlaams gewest +2,3%, B -0,5%, NB +6,5%; Wallonië: +1%, B +0,6%, NB +1,6%). Medio 2018 bood toerisme Vlaanderen nog geen info over de evolutie naar logiesvorm.

Inkomend toerisme

Sinds de open EU grenzen is het moeilijker zicht te krijgen op inkomend dagtoerisme. Toerisme Vlaanderen kwam voor 2016 (deels op basis van een onderzoek over 2011; p4) op een schatting van 12 miljoen buitenlandse dagjesmensen die voor hun plezier naar Vlaanderen of Brussel togen (kust 2,3 mln, kunststeden 4,3mln, Vlaamse regio’s 5,3mln). Zakelijk dagtoerisme & Wallonië vallen hier dus buiten. Van de 12 miljoen vormden Nederlanders & Fransen (beide ruim 2,4 miljoen) de hoofdmoot, maar wat Duitsers betreft beschikte men bijv. enkel over info voor 2011 over kunststeden (Antwerpen, Brugge, Brussel, Gent, Leuven, Mechelen; 439.000 dagjesmensen) en niet over schattingen voor kust & Vlaamse regio’s. Ook gaan wellicht meer Duitse dagjesmensen naar Wallonië dan naar Vlaanderen. Voor Vlaanderen & Brussel werd de  Britse bijdrage geschat op 360.000 en die van dagbezoek uit overige landen op 965.000.

Over inkomend verblijfstoerisme is meer bekend. In 2011 deed Toerisme Vlaanderen onderzoek naar de recreatieve verblijfstoerist in de Vlaamse regio’s, de kunststeden en de kust met o.m. info over oriënteren vooraf, de wijze van boeken en de wijze waarop inkomende (i.e. buitenlandse) toeristen in Vlaanderen of Brussel geraken. Voor hen was internet de meest voorkomende infobron vooraf. Omdat langs de kust het aandeel van herhaalbezoek erg groot is, zijn hier persoonlijke kanalen (ervaring eerder bezoek, verhalen familie & vrienden) vaak redenen om de keus te maken. Overal is vooraf reserveren dominant; veelal direct bij het logies zelf via internet, mail of telefoon. Bij kunststeden wordt het vaakst kort vooraf geboekt (43% minder dan een maand tevoren). Reisbureau’s & diensten voor toerisme komen in de regio’s tot een bijdrage van 10 à 20%, maar bij de kunststeden meer (Online Travel Agencies 36%, reisbureau’s 24% in 2011). Om ergens te geraken is bij verblijfstoeristen uit buurlanden de eigen auto favoriet (vaak bij meer dan 90%, bij Duitsers in de Vlaamse regio zelfs 99%), maar bij Nederlanders scoren ook camper (ca 4%) & fiets (ca. 3%) relatief goed. Nederlanders nemen hun fiets vaak mee met de auto/ camper omdat bij hen fietsvakanties in Vlaams België populair zijn. Voor toeristen van verder weg wordt het vliegtuig belangrijker naarmate de afstand groter is. In de kunststeden (incl. Brussel) lag in 2011 de bijdrage van zowel lucht als treinreizigers rond 23% (auto 47%, touringcar 6%) en in de kustregio arriveerde 2% (uit Frankrijk) tot 10% (uit Luxemburg) vanuit het buitenland per trein. Rond 10% van de bezoekers aan kunststeden kwam met een georganiseerde groepsreis (uit Japan 50%, India 26%, Spanje 22%). Deze reizigers ziet men het vaakst in Brussel. Het toerisme commissariaat van het Waals gewest heeft info over het transport waarmee Vlamingen en Nederlanders Wallonië inkwamen. Ook hier is de auto/camper veruit favoriet (2016 p42 & 48; trein: Vlamingen 4,5%, NL 0,8%).

De tabel hierna biedt een indruk van de verdeling van aankomsten & overnachtingen naar regio in aantal (N) en aandeel (%) van Belgen (B) & niet Belgen (NB) in 2017 (voorlopige gegevens België; Vlaams, Brussels & Waals Gewest) of 2016 (Vlaamse kunststeden, kust, regio). Uitleg: N Aantal aankomsten & overnachtingen in miljoenen van Belgen & buitenlanders samen; %: +/- verschil met jaar tevoren in % (2015 of 2016); aandeel van Belgen (B) & buitenlanders (NB); Toerisme Vlaanderen. De uitslag is enigszins vertekend doordat de indeling van het Vlaams gewest in kunststeden, kust & regio op basis is van 2016 en doordat Brussel onder de kunststeden valt.

Gebied Aankomsten Overnachtingen
N in mln % N in mln %
+/- B NB +/- B NB
België 16,3 +7,0 43 57 38,6 4,7 52 48
Vlaams G 9,5 +4,8 54 46 24,5 +2,3 59 41
Kunststeden 5,8 -10,4 30 70 10,5 -13,5 29 71
Kust 2,1 +0,6 80 20 8,4 -1,0 80 20
Regio 4,0 -1,3 60 40 10,2 -0,0 58 42
Brussels G 3,4 +19,1 22 78 6,3 +21,0 21 79
Waals G 3,4 +2,8 60 40 7,8 +1,0 58 42

Uit de tabel valt bijv. te herleiden dat in 2017 het aantal aankomsten in België als geheel met 7% steeg en dat het voor 57% buitenlanders betrof. Dit landelijk overwicht van buitenlanders komt m.n. op conto van het Brussels gewest & de kunststeden. Deze inkomende toeristen namen ook de stijging in 2017 grotendeels voor rekening (landelijk in aankomsten +12%, overnachtingen +9%; Vlaanderen +9% en +7%, Brussel +21% en +21%, Wallonië +6 en +2%). In 2016 was het aantal overnachtingen in kunststeden met 13,5% gezakt t.o.v. 2015. Ze kwamen toen voor 71% op conto van buitenlanders. Langs de kust is onder verblijfstoeristen het aandeel buitenlanders het kleinst (20% van de aankomsten & overnachtingen in 2016).

De tabel die nu komt biedt voor België voor 2017 de (voorlopige) landelijke verdeling van aankomsten & overnachtingen naar herkomst van inkomende verblijfstoeristen uit de top10 landen. Uitleg: Totaal: totaal aantal aankomsten of overnachtingen van buitenlanders in miljoenen. N Aantal aankomsten of overnachtingen in miljoenen; +/-% verschil met 2016 in %; VK: Britten & Noord-Ieren; bron: Toerisme Vlaanderen.

Aankomsten 2017 Overnachtingen 2017
Herkomst N in mln +/-% Herkomst N in mln +/-%
Totaal 8,36 +12 Totaal 18,6 +9
Nederland 1,93 +4 Nederland 4,92 +2
Frankrijk 1,29 +7 Frankrijk 2,53 +3
Duitsland 0,98 +13 Duitsland 2,41 +13
VK 0,89 +3 VK 1,81 +3
Spanje 0,39 +29 Spanje 0,82 +31
VS Amerika 0,37 +22 VS Amerika 0,77 +21
Italië 0,25 +12 Italië 0,52 +9
China 0,16 +11 Polen 0,30 -7
Luxemburg 0,12 +4 Luxemburg 0,26 +1
Zwitserland 0,11 +19 China 0,24 +18

De top10 landen vertegenwoordigen ca. 80% van de aankomsten en ca. 75% van de   overnachtingen. De grootste stijgers in 2017 waren naar aankomsten Brazilië (62.000; +48%), Rusland (85.000; +40%), Israël (34.000, +37%) & Japan (68.000; +35%). Nederlanders & Duitsers kiezen veruit het vaakst Vlaanderen voor hun verblijf. Franse verblijfstoeristen komen iets vaker naar Wallonië of Brussel dan naar Vlaanderen. Brussel scoort naar verhouding ook goed bij Britten en bij bezoek uit mediterrane & verre landen. Bij de laatste 2 groepen zijn alle kunststeden populair. Bij de overnachtingen waren de grootste stijgers Brazilië (133.000; +46%), Israël (81.000; +37%), Rusland (170.000; +35%), Hongarije (83.000; +34%) en Spanje (zie in de tabel; +31%). Behalve bij de Polen daalde landelijk het aantal overnachtingen enkel nog bij Portugezen (-12%).

Naar bestemming ging in 2016 van de 4 miljoen verblijfsgasten van buiten België die in het Vlaams gewest aankwamen 11% (443.000 in getal, 4% onder dan in 2015) naar de kust, 40% (1,64mln; -7%) naar de Vlaamse regio en 49% (1,92 mln) naar de Vlaamse kunststeden Antwerpen, Brugge, Brussel, Gent, Leuven en Mechelen (met Brussel incluis kwamen de kunststeden tot 4,1mln buitenlandse bezoekers; -12%). In het Waals gewest trokken in 2016 (p23 etc.) cultuurbestemmingen 3,9mln, recreatieve bestemmingen (pretparken e.d.) 3,7mln & natuurbestemmingen 2,7mln bezoekers van elke nationaliteit. Daarvan kwam 76% uit België en 24% van elders (Frankrijk 10,3%, NL 7,3%, Duitsland 1,3%, VK 1%, overige 4,3%). Nederlanders trekken hier en masse naar de Ardennen en bij Fransen is de bestemming meer verdeeld over de Waalse provincies. Naar motief scoorde in 2016 (landelijk 7,48m aankomende buitenlandse verblijfsbezoekers) recreatie & vakantie (incl. bezoek aan familie & vrienden) met 4,8mln in getal 64%; conferentie, congres & seminarie (1,7m) 23% en andere beroepsdoelen (0,97m) 13%.

In 2016 hadden naar logiesvorm in de 17,1m overnachtingen van buitenlanders (-9,5% t.o.v. 2015) hotels met 60% (10,2m in getal, -15%) het grootste aandeel, gevolgd door vakantieparken 14% (2,35mln, +2%), vakantiewoningen 10% (1,67m, +11%), campings 9,5% (1,6m, -8%), jeugdlogies 3,5% (0,6m, -4%) en B&B adressen 3% (0,47m, -7%). Tegenover de daling bij m.n. hotels, campings & B&B adressen stond dus een stijging bij vakantiewoningen & vakantieparken. In de hotelovernachtingen heeft het Waals gewest een klein aandeel (12%; Vlaams G 49%, Brussels G bijna 40%) met in het Brussels gewest de grootste daling (-21%). Bij toeristen uit verre landen is het aandeel van hotelovernachtingen 75% of meer. Campingovernachtingen van buitenlanders komen voor driekwart op conto van Nederlanders. Ook bij nachten in vakantieparken is hun aandeel groot (bijna de helft van buitenlander overnachtingen). Van buitenlander overnachtingen in vakantieparken werd bijna 80% geboekt in het Vlaams gewest. In 2017 was de gemiddelde verblijfsduur bij betalende buitenlandse bezoekers iets korter dan in 2016 (2,2 om 2,3 nachten; hotels 1,8n; overige 3,6n in 2016; set1, set2). Bij hotels en B&B adressen zijn de verschillen tussen landen klein (verblijfsduur veelal tussen 1,5n en 2,5 nacht gemiddeld). Bij andere vormen van logies is de verblijfsduur vaak langer (gemiddelden: campings 4n; vakantiewoningen 4,4n; vakantieparken 4,3n) en zijn de verschillen soms groter. Bij gasten uit buurlanden haalt hier het relatief grote aandeel (lang) weekend gangers het gemiddelde wat naar beneden.

Naar activiteiten beschikt Toerisme Vlaanderen over gedetailleerde polls uit 2011 naar activiteiten van de recreatieve verblijfstoerist (incl. een uitsplitsing naar de grootste groepen buitenlanders) in de Vlaamse regio’s (p115 etc.), de kunststeden (p44)  & de kust (p137 etc.) en over bezoekcijfers voor types attracties in het Vlaams gewest over de periode 2013 t/m 2017. Ca. 25% van de Nederlanders en 5% van de Duitsers bracht in 2011 in de Vlaamse regio een themavakantie door (vaak een fiets of wandelvakantie; Belgen 35%), hetgeen het activiteitenscala kan beperken. In zijn algemeenheid vallen (naast uitrusten) met variatie naar afkomstgroep & bestemming wandelen, op restaurant gaan & ander horecabezoek, cultureel bezoek, bezoek aan markt of attractie & shoppen onder de populaire activiteiten. In landelijke gebieden scoren ook recreatief fietsen, zwemmen & natuurbeleving hoog, vooral onder buitenlanders uit buurlanden. In het Waals gewest waren in 2014 (p30-59) voorkeursactiviteiten globaal vergelijkbaar met bij Fransen meer nadruk op cultuur & shoppen en bij Nederlanders op natuur & sport.

In 2017 (p22) kreeg bij bezoekers uit Europa het Vlaams gewest een waardering van 3,7 gemiddeld (schaal 0-5) met enige variatie naar verblijfsmotief (tevreden tot erg tevreden: vakantie etc. 63%, congres etc. 56%, andere beroepsreden 57%). De tabel hierna toont hoe het deel dat Vlaanderen erg aantrekkelijk vond en beslist terug zal keren varieert met landsaard & duur (Kort verblijf zoals een weekend, Lang verblijf; VK: Britten & Noord-Ieren; Scandinavië: Noren, Denen & Zweden; VS Verenigde Staten).

Herkomst Erg aantrekkelijk % Kom beslist terug %
Kort v Lang v Kort v Lang v
Europa 31 22 10 8
Nederland 44 12 17 4
Frankrijk 32 16 13 8
Duitsland 30 16 5 4
VK 34 20 11 9
Spanje 38 39 14 13
Italië 28 32 14 15
Scandinavië 14 11 3 3
Zwitserland 25 17 5 4
Oostenrijk 37 15 2 1
VS van Amerika 40 52 23 26
Japan 10 22 2 4

Van hieruit lijkt Vlaanderen het meest in de smaak te vallen bij VS Amerikanen & Zuid Europeanen (en voor een kort verblijf bij Nederlanders) en het minst bij Scandinaviërs & Japanners. Bij Zuid Europeanen, Amerikanen & (vooral) Japanners wordt de waardering hoger na langer verblijf. Onder vreemdelingen die in Vlaanderen waren geweest was de tevredenheid over de service wijdverbreid (restaurants 87%, musea etc. 83%, onderdak 82%, bezoekerinfo 79%, shoppen 77%). Bij de vraag naar tevredenheid over vervoer (68%) en congresoorden (50%) was het “weet niet” segment te groot (respectievelijk 26% en 46%) om veel hogere tevredenheidscores toe te laten.

In 2017 was in de bovenstaande Europese landen 94% bekend met het bestaan van Vlaanderen (NL 98%, Denemarken 83%; VS 78%, Japan 67%) en onder degenen die ooit naar het buitenland waren gereisd (dat volksdeel varieert sterk per land) was de helft wel eens in Vlaanderen of Brussel geweest (NL 92%, DK 35%; VS 34%, Japan 17%). Ook het imago van België verschilt nogal per land, maar de meest voorkomende associaties (spontaan of opgewekt) met Vlaanderen bij wie van het bestaan ervan afwist waren historisch erfgoed, kunst & kunstenaars, natuur & landschap, chocola & pralines, de wereldoorlogen, lekker eten & drinken en bier (2017 p16 & 17). Bij de Italianen voert mode & ontwerp echter de lijst aan, bij Zwitsers de taal, bij Denen wielrennen, bij Fransen & Oostenrijkers havens & schepen en bij Japanners Vlaamse hond (mogelijk van het type Bobbie van stripverhaal journalist Kuifje). Rond driekwart van de Europeanen die wisten dat Vlaanderen bestaat bevestigden dat de regio gemakkelijk te bereizen, gastvrij, gezinsvriendelijk, dienstbaar & veilig is en veel te bieden heeft. Bij vragen naar gehandicapten vriendelijkheid, goede prijskwaliteit verhouding & bevolkings(druk) was het “weet niet” gedeelte te groot voor zo’n score.

In 2016 trok België 2,7 miljoen zakentoeristen die gemiddeld 2 nachten bleven. Het merendeel van hen viel onder de noemer vergadering, congres & seminar (1,7mln aankomsten; 3,2 mln overnachtingen; gemm. 1,9n) met de grootste bijdrage van het Brussels gewest (a 0,95mln, o 1,75m). Er vonden in 2012 in Vlaamstalig België bijna 117.000 meetings & congressen plaats, waarvan 40.000 in Brussel en in 2013 was België, m.n. via Brussel, de 6e congresbestemming ter wereld (2014 p 95). In dat jaar telden alle meetings samen in Vlaams België 4,4mln deelnemers met per meeting gemiddeld 88 (73% van de bijeenkomsten minder dan 50; 15% meer dan 100). De meeste meetings speelden zich af binnen een dag (1/2 dag 30%, 1 dag 43%, langer 27%). Naar landsaard voerden in 2016 Fransen bij zakenbijeenkomsten met overnachting de lijst aan (240.000), gevolgd door Nederlanders, Duitsers, Britten en VS Amerikanen (124.000). De bijna 1mln aankomsten voor overige zaken (0,97mln) gingen gepaard met 2,3mln overnachtingen (2,4n pp). Hier betrof het veel aankomsten uit buurlanden (Fr 0,18mln, NL 0,17mln, Du 0,12mln, VK 0,09mln) met de grootste bijdrage van het Vlaams gewest (0,50mln aankomsten; Brussels G 0,28mln, Waals G 0,11mln).

Reisgedrag van Belgen

Toerisme Vlaanderen kwam in 2016 (p3) op een geschatte 41,5 miljoen daguitstappen van Belgen binnen België en naar buurlanden in 2010/2011 (Vlamingen 28,6mln; Brusselaars 3,5m; Walen 9,4m). Voor 2015 telde Eurostat 16,5m daguitstappen naar het buitenland. Van daguitstappen van Vlamingen kende 32% een bestemming buiten Vlaanderen (Brussel, Wallonië of het buitenland) en van de Waalse dagjesmensen kwam 29% buiten Wallonië. Voor 2016 (p20/21) werden de bestedingen van Belgische dagjesmensen in het Vlaams gewest geschat op €908mln (19,5 mln Vlaamse dagtoeristen €792mln, per persoon per keer €40; 3mln dagtoeristen uit Brussel & Wallonië €116mln, pp per keer €38). Vlamingen in eigen regio gaven van hun dagbesteding 20% (Vlaamse regio’s/ kunsteden) à 32% (kust) uit aan eten & drinken, ca. 40% aan winkelen (kunststeden 52%), 10 à 15% aan transport en 11% (regio’s, kunststeden) à 15% (kust) aan cultuur, recreatie & ontspanning (bijv. een daguitstappen pakket of kosten voor deelname & toegang). Bij Brusselaars & Walen in het Vlaams gewest was de globale verdeling: eten & drinken 25 à 33%, shoppen ruim 40%, cultuur, recreatie & ontspanning + vervoer: beide 15 à 18%). De top10 van activiteiten varieert sterk met regio & seizoen. De tabel hierna biedt voor 2011 (p193) voor Vlamingen in Vlaanderen als geheel de volgorde voor hele jaar & hoogseizoen.

Activiteiten top10 daguitstappen van Vlamingen in Vlaanderen in 2011
Nr. Jaar doorheen % Hoogseizoen %
1 Sightseeing stad 8,6 Sightseeing stad 10,0
2 Wandelen natuurdomein 6,2 Concert 8,9
3 Wandelen eigen traject 6,2 Wandelen in domein 7,3
4 Wandelen route 5,1 Pretpark 6,3
5 Concert 4,7 Fietsroute 5,8
6 Pretpark 4,4 Musea 4,7
7 Op restaurant/ staminee 4,4 Water/ recreatiepark 4,6
8 Musea 4,3 Erfgoed/ monument 3,7
9 Funshoppen 4,3 Fietsen eigen traject 3,7
10 Fietsroute 3,9 Funshoppen 3,6

Uit de tabel blijkt dat wandelen (in een natuurgebied, van een eigen route of op een wandelroute), rondkijken in een stad & fietsen (fietsroute dan wel eigen traject) de meest voorkomende activiteiten zijn bij daguitstappen van Vlamingen in Vlaanderen. In het Waals gewest bestond in 2014 (p29) 52% van het bezoek uit dagjesmensen. Men telde in dat jaar in het gewest 8,1 miljoen daguitstappen & excursies van Walen (p37) en 7,1mln equivalenten van Vlamingen (p40). De grootste voorkeursactiviteiten van dagjesmensen lijken hier fietsen & wandelen te zijn.

De tabel hierna toont hoe bij reizen met overnachtingen (binnen & buitenland) naar motief in België de bijdrage van werkreizen, bezoekreizen & overige reizen klein is ten gunste van vakantie & recreatiereizen (2016; Aantal x miljoen).

Motief België 2016 EU28 2015
Aantal % Aantal %
Totaal 16,0 100 1159 100
  Zakelijk/werk 1,4 8,8 116 10,0
Persoonlijk totaal 14,6 91,2 1042 90,0
  Vakantie/ recreatief 12,5 78,1 558 48,1
  Bezoek familie/ vrienden 1,9 11,9 432 37,2
  Overige (welzijn, sport etc.) 0,3 1,2 51 4,7

Toch zat België tussen 2012 en 2016 qua deelname aan vakantie (reis met één of meer overnachtingen) iets onder het EU gemiddelde. In 2016 had (zaken & werkreizen niet meegerekend) 58,5% van de bevolking van 15plus minstens eens p/j zo’n reis gemaakt (EU 60 à 61% tussen 2012 en 2016; België 50% in 2012; 62% in 2013; Eurostat, industry, trade & services, tourism). Naar duur onderscheidt Eurostat korte (1 t/m 3 nachten weg) en lange vakanties (4 of meer). In België is het aandeel van lange vakantiereizen aan de grote kant naar EU maatstaf (51,5% in 2016, ca. EU 49%: kort 32 om 40%). Naar globale bestemming is het aandeel buitenlandse vakanties erg groot (81% in 2016, EU 24% in 2015). In 2016 ging 4% enkel in eigen land met vakantie (EU 30%) 17% ging naar binnen & buitenland (EU 20%) en 38% ging enkel met vakantie over de grens (EU 11%). De tabel hierna toont hoeveel vakanties het in 2016 betrof (bestemminmg: alleen binnenland, binnenland + buitenland, enkel buitenland).

Duur vakantie in 2016 van Belgen Globale bestemming x 1000 Totalen
Binnenland Bin + bui Buitenland
Kort (1 t/m 3 dagen) 191 115 395 701
Langer (3+ dagen) 203 1.552 3.369 4.924
Totalen 394 1.667 3.764 5.825

Hierbij valt o.m. op dat in 2016 Belgen 5,8 miljoen vakantiereizen maakten en dat de bijdrage van enkel vakantie in eigen land erg klein was (nog geen 7%).

In 2016 telde Eurostat (industry, trade & services; tourism) voor België 2,93 miljoen binnenlandse reizen met overnachtingen. Bij verblijfstoeristen in eigen land was daarbij eigen gemotoriseerd vervoer sterk favoriet (85,5%, EU 76%; trein 10 om 13%, bus of touringcar 2,8 om 5,8%; vliegtuig 0,0 om 2,8%, boot of veerboot 0,0 om 0,6%; anders, bijv. fiets 1,5 om 1,3%). Het aantal reizen in eigen land (persoonlijk & zakelijk; 15j en ouder) zakte volgens deze bron van 3,25 miljoen in 2015 naar 2,93m in 2016, een daling van 10%. Het aantal overnachtingen daarbij steeg echter met ca. 10% (van 10,7m naar 11,8m). Bij binnenlandse reizen bestond een relatief klein overwicht aan korte reizen (62% in 2016, EU 67,2%). Ook namen korte reizen flink af in aantal (-23%, overnachtingen -21.4) ten gunste van lange reizen/ overnachtingen (+23%; nachten +31,5%). Het gemiddelde aantal overnachtingen per reis bleef bij korte reizen 1,9 en bij lange steeg het iets (van 7,0 naar 7,5; onder het EU28 gemiddelde van 8,7). De tabel hierna biedt info over binnenlandse reizen naar duur & motief in 2016 (R  reizen x miljoen, N overnachtingen x miljoen: +/- toe/afname t.o.v. 2012 in %). De teruggang is bij korte vakantiereizen & lange werkreizen het meest opvallend aanwezig terwijl de bijdrage van lange vrijetijd reizen (m.n. bezoekreizen) flink steeg.

Binnenlandse reizen (x miljoen) van Belgen naar duur & motief in 2016 en veranderingen t.o.v. 2015
Motief Kort Lang
R +/- N +/- R +/- N +/-
Subtotaal 1,80 -23 3,36 -21 1,13 +22 8,45 +22
Zakelijk/werk 0,10 +11 0,15 +2 0,01 -55 0,05 -58
Persoonlijk 1,70 -24 3,20 -22 1,12 +24 8,40 +33
  Vakantie 1,40 -27 2,71 -26 1,03 +22 7,44 +25
  Bezoek 0,24 -16 0,39 -12 0,06 +103 0,60 +138
  Overige 0,06 +121 0,10 +119 0,03 0,36

In de navolgende tabel staat meer over de verdeling naar duur & bestemming bij binnenlandse reizen in 2016 (totalen: 2,93 miljoen reizen, 11,8m nachten ; R reizen x miljoen, N overnachtingen x miljoen: aandeel in het subtotaal in %, het totaal komt boven 100% doordat sommige reizen meer bestemmingen hebben). Al met al is de kust bij Belgen de favoriete bestemming. Bij korte reizen (1 t/m 3 overnachtingen) geldt dit echter voor landelijk gebied en grote steden met de kust hier niet al te ver achter. Bij de lange reizen staat de kust bovenaan en is landelijk gebied op meer afstand 2e.

Binnenlandse reizen van Belgen naar duur & bestemming in 2016
Bestemming Kort Lang
R % N % R % N %
Totalen 1,80 107 3,36 110 1,13 104 8,45 104
Grote steden 0,54 30 0,85 25 0,19 17 1,58 18
Landelijk gebied 0,62 34 1,26 38 O,31 27 2,43 28
Kust 0,49 27 0,94 28 0,57 50 4,05 48
Heuvelland 0,25 14 0,52 16 0,09 8 0,64 8
Overige 0,04 2 0,10 3 0,03 3 0,16 2

De tabel hierna biedt info rond duur & verblijfsaccommodaties bij binnenlandse reizen en veranderingen in 2016 t.o.v. 2015 (R reizen x miljoen, N overnachtingen x mln: +/- toe/afname t.o.v. 2016 in %; uit logeren verwijst naar gratis onderdak bij of via familie & vrienden). Opvallend is de teruggang bij korte reizen en bij reizen met niet commercieel onderdak (langere logeerpartijen bij familie & vrienden uitgezonderd). Belgen maakten in 2016 meer langere binnenlandse reizen met betaald logies dan in 2015.

Binnenlandse reizen van Belgen naar duur & logiesvorm in 2016 en veranderingen t.o.v. 2015
Logiesvorm Kort (1 t/m 3 dagen) Langer
R +/- N +/- R +/- N +/-
Totaal 1,80 -23 3,36 -21 1,13 +22 8,45 +22
Totaal gehuurd 1,43 -21 2,68 -19 0,82 +40 5,77 +42
  Hotelachtig 0,86 -11 1,43 -9 0,18 +93 0,94 +74
  Camping etc. 0,12 -15 0,25 +18 0,06 -29 0,56 -33
  Huisjes etc. 0,44 -37 1,00 -33 0,58 +45 4,27 +58
Totaal gratis 0,37 -33 0,68 -31 0,31 -8 2,68 +12
  Eigen huisje etc. 0,04 -58 0,09 -59 0,09 -41 0,92 -19
  Uit logeren 0,31 -24 0,55 -20 0,20 +43 1,43 +38
  Anders 0,02 -39 0,04 -43 0,01 -60 0,32 +52

Naar sociaal economische kenmerken telde Eurostat bij binnenlandse reizen met verblijf in 2016 naar leeftijd 2,93m reizen van 15 plussers; 10% minder trips dan in 2015. De navolgende tabel biedt info rond duur & leeftijdsgroep bij binnenlandse reizen en veranderingen in 2016 t.o.v. 2015 (R reizen x miljoen, N overnachtingen x miljoen: +/- toe/afname t.o.v. 2016 in %). Daaruit blijkt o.m. dat bij 65plussers (binnenlandse) reislust in het algemeen afneemt. Specifiek in 2016 voor deze leeftijdgroep was een flinke afname van korte en een dito toename van langere reizen. Ook deed zich bij jongeren (15 t/m 34j) een opvallende vermindering in reislust voor (een extra sterke afname van korte reizen en geen toename van lange reizen zoals bij 35plussers). Bij de groep tussen 35 en 44j nam reislust juist extra toe (zowel bij korte als langere reizen).

Binnenlandse reizen van Belgen naar duur & leeftijd in 2016 en veranderingen t.o.v. 2015
Leeftijd Kort (1 t/m 3 dagen) Langer
R +/- N +/- R +/- N +/-
Totaal 15j en ouder 1,80 -23 3,36 -21 1,13 +22 8,45 +22
15 t/m 24j 0,13 -40 0,22 -45 0,14 -6 1,19 +11
25 t/m 34j 0,31 -39 0,57 -39 0,11 -20 0,71 -21
35 t/m 44 0,40 +5 0,78 +16 0,21 +43 1,32 +40
45 t/m 64j 0,77 -14 1,43 -13 0,40 +35 2,94 +30
65j en ouder 0,19 -43 0,36 -44 0,26 +43 2,28 +76

Volgens Toerisme Vlaanderen zijn onder Belgische verblijfstoeristen in heel Vlaanderen 50-64 jarigen het sterkst vertegenwoordigd. In 2011 (p70 etc.) betrof het langs de kust 30%, in kunststeden 38% en in Vlaamse regio’s 41% van de ondervraagden. Toeristen waren gemiddeld het jongst in de kunststeden (45j) en het oudst aan de kust (55j). Jongeren (18-34jarigen) waren dan ook het meest te zien in de kunststeden (30% van de respondenten, kust 10%, regio’s 12%). Medio 2018 boden Tourisme Wallonie en Eurostat (industry, trade & services; tourism) voor België geen info over het verband van opleidingsniveau, inkomen & activiteit op de arbeidsmarkt met binnenlands reisgedrag. Wel deed Toerisme Vlaanderen in 2011 (p73) hier navraag naar. Men vroeg langs kust, kunststeden & Vlaamse regio’s naar beroep & opleidingsniveau van woordvoerders van gezelschappen. Deze werden nogal traditioneel betiteld als “gezinshoofden”. Aan de kust was de bijdrage van gezelschappen met kinderen (vaak gezinnen) het grootst (42%). In de kunststeden betreft dat echter slechts 3% van de aanwezige groepen & groepjes (zonder kinderen 97%) en in de Vlaamse regio 33% (67% zonder kinderen). In 2014 (p38 etc.) domineerden in Wallonië onder verblijfstoeristen paren (Waals & Vlaams beide 50%) en gezinnen (W 33%, V 50). Het feit dat in 2011 in het Vlaams gewest enkel woordvoerders bevraagd werden kan het opleidingsniveau naar boven toe hebben vertekend, maar toch lijkt het erop dat lage opleidingsniveaus onder Belgische vakantiegangers zijn ondervertegenwoordigd ten gunste van hoog opgeleiden (zulks was  rond 2013 ook bij Nederlandse vakantiegangers in eigen land het geval). De tabel toont hoe dit het sterkst gold in de Belgische kunststeden.

Opleidingsniveau 2011 Belgen 15-75j in 2011 % Woordvoerders van groepjes Vlaamse verblijfstoeristen in %
kust kunststeden regio
Laag 35 23 4 16
Middelbaar 36 36 24 37
Hoog 29 41 72 47

Naar activiteit op de arbeidsmarkt kwam België in 2011 tot 9,13 miljoen inwoners van 15j en ouder. Van de 4,27m inactieven onder hen waren ca. 3,4m gepensioneerd en rond 0,9m studerend. In ieder geval onder de als “gezinshoofd” betitelde woordvoerders van Vlaamse vakantiegangers lijken betaald werkenden sterk over en werklozen & studerenden (scholier/ student) sterk ondervertegenwoordigd te zijn.

Arbeidsmarkt positie 2011 Belgen 15plus in  2011 % Woordvoerders van groepjes Vlaamse verblijfstoeristen in %
kust kunststeden regio
Werkende 49,5 56 77 70
Student/ werkloze 13,5 2 2 2
Gepensioneerde 37,0 42 21 28

In polls over 2011 van Toerisme Vlaanderen deed men ook navraag naar activiteiten tijdens vakanties in de Vlaamse regio’s (p115 etc.), de kunststeden (p44) & de kust (p137 etc.). Langs de kust bood men info over Vlamingen, Walen & Belgen en in de Vlaamse regio’s over Vlamingen. In de kunststeden bleef onderscheid naar herkomst vaag, maar daar waren verschillen tussen herkomstlanden (mede door jong & hoog opgeleid publiek) relatief klein. Vlamingen onderscheiden zich van andere toeristen o.m. met een relatief grote deelname aan themavakanties (fietsen, wandelen, cultuur, gastronomie etc.). Dit kan het aantal vakantieactiviteiten enigszins beperken. Activiteiten variëren ook enigszins met logiesvorm. Het aandeel Vlamingen/ Belgen is relatief groot in vakantiehuizen, vakantieparken en jeugdlogies. De tabel hierna laat zien hoe activiteiten van Belgen (Vlaamse regio’s: Vlamingen) varieerden met waar men op vakantie was.

Activiteiten Segment Belgen dat aan de activiteit deelnam %
Kust Kunststad Vl. regio
Wandelen 82 ? 64
Terrasbezoek 69 ? 59
Restaurantbezoek 48 ? 26
Fietsen 11 4 45
Rusten & luieren 77 ? 38
Bezoek cultuuritems ? 33
Shoppen 53 62 27

In de kunststeden is bij toeristen van alle nationaliteiten de volgorde naar mate van populariteit rondkijken in de binnenstad 96%, op restaurant 72%, bezoek historische gebouwen 67%, op terras 64%, shoppen (52%) & museabezoek (39%). Van Belgen werd enkel vermeld dat ze daar relatief hoog scoren op shoppen & fietsen. Het gemiddeld aantal activiteiten van toeristen (alle nationaliteiten) tijdens een vakantie lag in de kunststeden (met veel korte vakanties: 1 t/m 3 dagen) op 6 en in de Vlaamse regio op 4,2. Voor kusttoeristen meldden men gemiddeld 5,4 activiteiten p/d (2011 p31 etc.). Tourisme Wallonie bood voor 2014 (p38 etc.) info over de deelname aan activiteiten door Waalse en Vlaamse verblijfstoeristen in Wallonië. Daarbij stond wandelen en/of fietsen bovenaan (Walen 33%, Vlamingen 32,5%), gevolgd door uitrusten (W 16%, V 14%), cultuuruitstap (W 9,5%, V 5%), uitstap naar natuursite (W 8%, V 5%), sport (W 6%, V 5,5%), bezoek stad & dorp (W 5%, V 10%), op restaurant (W 4%, V 8%) spel & gezinsactiviteit (W 4%, V 8%) en overige (W 12%, V 9%).

In 2011 (p34) was bij Vlaamse verblijfstoeristen in Vlaanderen de tevredenheid hoog en meer verbreid dan onder toeristen van buiten België. Dat gold het meest in de Vlaamse regio’s (p158 etc.) en het minst in de kunststeden (p48 etc.; kust p266 etc.). Over de vakantie als geheel betoonde slechts 1 à 2% zich niet (echt) tevreden en over de prijs-kwaliteit verhouding gold dit voor 1% tot 5%. De tabel hierna biedt meer details rond het segment vakantiegangers dat erg tot uiterst tevreden was (toelichting: Vlaamse regio’s V Vlamingen A alle nationaliteiten, Kust Belgen & Allen:, Kunststeden Allen, in de kunststeden zijn de verschillen tussen nationaliteiten relatief gering; Vrijwel zeker terug: deel dat aangaf vrijwel zeker binnen 3 jaar terug te keren voor vakantie).

Onderwerp Erg tot uiterst tevreden deel in %
Vlaamse regio’s Kust K steden
V A B A A
Algemeen 83 78 72 71 35
Logies 79 76 58 56 20
Aanbod activiteiten 69 64 35
Prijskwaliteit verh. 56 50 15 15 37
Vrijwel zeker terug 74 67 75 70 17

Op een schaal van 1 tot 5 kreeg de vakantie als geheel in de Vlaamse regio’s het hoogste cijfer (4,1), gevolgd door kust (3,8) en kunststeden (3,4). Langs de Vlaamse kust was 88% van de ondervraagde Belgen op herhaalbezoek (andere landsaarden: 82%) en in de Vlaamse regio’s gaf 65% van de Vlaamse vakantiegangers aan de regio vrijwel zeker aan te gaan bevelen bij terugkeer naar huis (bij alle nationaliteiten was dat 61%).

In 2016 maakte bijna 17% van de Belgen één of meer binnen & buitenlandse recreatieve reizen met verblijf (in 2012 nog 11%) en bijna 38% (33% in 2012) maakte enkel zulke reizen naar het buitenland. Bij verblijfstoerisme vanuit België naar het buitenland (zakelijk & recreatief) scoorde toen bij de 13,1 miljoen buitenlandse reizen met verblijf die Belgen maakten qua vervoer de auto het hoogst (51%) gevolgd door vliegtuig 37,4%, trein (5,3%), touringcar 5% en boot of veerboot 1% (overige nog geen 0,5%). Ten opzichte van 2012 wonnen vliegtuig (toen 33,3%) en auto (50%) terrein en m.n de trein verloor (in 2012 nog 9%). Naar organisatiegraad boekte in 2014 bij 10,8m vreemde reizen met verblijf van Belgen 15% een pakketreis (1,7m) en 85% niet. Bij een touroperator/ reisbureau boekte 21% de reis en 25% het onderdak. Boeken via internet van vervoer kwam op 27% en van onderdak op 36%. Verder boekte 53% de reis direct bij de service provider en 17% hoefde geen reis te boeken (eigen vervoer). Terwijl in 2016 het aantal binnenlandse reizen t.o.v. 2015 met 10% daalde, steeg het aantal reizen met verblijf over de landsgrens (persoonlijk & zakelijk; vanaf 15j oud) met ruim 22% van 10,7 miljoen naar 13,1m in 2016. Het betrof in 2016 voor ruim 35% korte reizen (4,57m in getal; lang 8,53m, 65%) en korte reizen namen wat sterker in aantal toe dan langere reizen (+25  om +21%). Het totaal aantal overnachtingen ging met 14% omhoog van 86,6m naar 98,6m. In 2016 werd 10% van de nachten (9,6m in getal; +15%) geboekt bij korte reizen en de rest (90%, 89,0m; +13%) bij langere reizen. Het gemiddelde aantal overnachtingen per reis bedroeg bij korte reizen 2,1 en bij lange ca. 10 (rond het EU28 gemiddelde). De tabel hierna biedt meer info over buitenlandse reizen naar duur & motief in 2016 (R reizen x miljoen, N overnachtingen x miljoen: +/- toe/afname t.o.v. 2015 in %). Opvallend is de toename van buitenlandse reizen met verblijf in het algemeen en van vreemde zaken, werk & congresreizen in het bijzonder.

Buitenlandse reizen met overnachtingen van Belgen naar duur & motief in 2016 en veranderingen t.o.v. 2015
Motief Kort Lang
R +/- N +/- R +/- N +/-
Subtotaal 4,57 +25 9,60 +28 8,53 +21 89,0 +13
  Zakelijk/werk 0,82 +35 1,57 +35 0,48 +34 4,85 +27
Persoonlijk totaal 3,74 +23 8,03 +27 8,05 +20 84,1 +12
  Vakantie 3,00 +20 6,56 +26 7,03 +20 71,5 +14
  Bezoek 0,63 +23 1,26 +23 0,92 +15 11,5 +7
  Overige 0,11 0,21 0,11 +30 1,13 -31

Bij de 4,6m korte reizen met verblijf waren in 2016 de 5 buurlanden de grootste bestemmingslanden. Rond 83% van deze reizen ging daar naartoe (Frankrijk 1,32m, +3%; Nederland 1,22m, +63%; Duitsland 0,84m, +26%, Verenigd Koninkrijk 0,23m, +5%: Luxemburg 0,10m, -40%). De bijdrage van Spanje steeg hier met 70% naar 0,23m (5% van alle korte reizen). Bij 8,53m langere reizen (4 of meer overnachtingen) naar den vreemde steeg het aantal reizen met 8 t/m 14 overnachtingen het sterkst (+38%, 3mln in getal; 7-14n: 4,1m, +20%; 15-28n: 1,1m, +2%). Bij intercontinentale bestemmingen verloor Afrika veel terrein (0,30mln reizen, -25%) en dat kwam m.n. op conto van de Noord-Afrikaanse Maghreb landen (0,15mln, -34%). Het aantal reizen naar Azië steeg met 39% naar 0,31mln (wel met Turkije als verliespost: 0,13m, -43%) en het aantal naar Amerika ging met 33% omhoog naar 0,37m (USA 0,20m, +33%). De tabel hierna biedt info over de top10 van bestemmingslanden bij reizen met 4 of meer overnachtingen in 2016 & 2015 op basis van Eurostat gegevens (aantal x miljoen, % totaal aantal langere reizen/overnachtingen naar buitenland; +/-  % meer/minder dan in 2015). Deze top10 is goed voor 79% van de langere buitenlandse reizen van Belgen en ruim 71% van de overnachtingen tijdens zulke reizen.

Bestemmingslanden van Belgen in 2016 bij buitenlandse reizen met 4 of meer overnachtingen en verandering t.o.v. 2015
Nr. Landen top10 Reizen Overnachtingen
2016 % +/- 2016 % +/-
1 Frankrijk 2,70m 31,8 +32 26,9 30,3 +30
2 Spanje 1,40m 16,5 +30 13,8 15,5 +8
3 Italië 0,65m 7,7 -1 5,8 6,5 -8
4 Griekenland 0,37m 4,4 +55 3,7 4,2 +38
5 Nederland 0,32m 3,7 +41 1,9 2,1 +44
6 Duitsland 0,31m 3,6 -10 2,0 2,2 -5
7 Oostenrijk 0,30m 3,5 +16 2,3 2,6 +18
8 Portugal 0,30m 3,5 +40 3,0 3,4 +23
9 USA 0,20m 2,3 +33 2,4 2,6 +30
10 VK 0,17m 2,0 +12 1,5 1,7 +18
Totalen top10 6,72m 79,0 64,3 71,1
Alle buitenlanden 8,53m 100 +21 89,0 100 +13

In de navolgende tabel staat meer over verdeling naar duur & type bestemming bij buitenlandse reizen van Belgen in 2016 (totalen: 13,1m reizen, 98,6m nachten; R reizen x miljoen, N overnachtingen x miljoen: A aandeel in het subtotaal in %). Bij korte reizen zijn steden veruit favoriet, gevolgd door landelijk gebied en bij lange reizen stranden etc. met op afstand steden, landelijk gebied & bergen. Het surplus bij langere reizen kon ontstaat door meerdere types bestemming per reis.

Buitenlandse reizen met overnachtingen van Belgen naar duur & type bestemming in 2016
Bestemming Kort (1 t/m 3 nachten) Langer
R A N A R A N A
Subtotaal 4,57 100 9,60 100 8,53 100 89,0 100
Grote steden 2,21 48 4,59 48 2,32 27 24,5 28
Landelijk gebied 0,93 20 2,10 22 1,95 23 21,0 23
Kust 0,64 14 1,41 15 3,35 39 38,0 43
Cruiseschip 0,01 0,03 0,11 1 1,2 1
Bergen 0,22 5 0,55 6 1,94 23 20,6 23
Overige 0,11 2 0,22 2 0,59 7 8,8 10
Onbekend 0,45 10 0,70 7

De tabel die nu volgt biedt info rond duur & verblijfsaccommodaties bij buitenlandse reizen in 2016 en veranderingen t.o.v. 2015 (R reizen x miljoen, N overnachtingen x mln: +/- toe/afname t.o.v. 2016 in %; uit logeren verwijst naar gratis onderdak bij of via familie & vrienden). Het meest opvallend is dat eigen huisjes etc. (en bij een kort verblijf ook gehuurde huisjes) flink terrein wonnen en campings veel terrein verloren.

Buitenlandse reizen met overnachtingen van Belgen naar duur & type bestemming in 2016 en verandering t.o.v. 2015
Logiesvorm Kort (1 t/m 3 nachten) Langer
R +/- N +/- R +/- N +/-
Totaal 4,57 +25 9,60 +28 8,53 +21 89,0 +13
Totaal gehuurd 3,94 +29 8,24 +30 6,77 +20 64,7 +11
  Hotelachtig 3,15 +29 6,36 +32 4,02 +33 36,1 +38
  Camping etc. 0,10 -25 0,21 -32 0,50 -20 6,8 -27
  Huisjes etc. 0,69 +116 1,67 +38 2,25 +12 21,7 -5
Totaal gratis 0,63 +9 1,36 +18 1,76 +26 24,3 +17
  Eigen huisje. 0,03 +32 0,07 +30 0,34 +90 5,1 +86
  Uit logeren 0,57 +11 1,23 +18 1,34 +15 18,2 +7
  Anders 0,03 0,06 0,08 +47 1,0 +12

Naar sociaal economische kenmerken bood Eurostat medio 2018 ook bij buitenlandse reizen met verblijf geen info voor België over opleidingsniveau, inkomen & activiteit op de arbeidsmarkt, maar wel over de rol van de factor leeftijd. In 2016 telde men 13,1m reizen van 15 plussers; 23% meer trips dan in 2015. De navolgende tabel biedt info rond duur & leeftijdsgroep bij buitenlandse reizen en veranderingen in 2016 t.o.v. 2015 (R reizen x miljoen, N overnachtingen x miljoen: +/- toe/afname t.o.v. 2016 in %). O.m. blijkt dat in 2016 door alle leeftijdgroepen meer werd gereisd (langere reizen door 25-35 jarigen uitgezonderd) en dat ook reislust over de grens afneemt bij 65plussers.

Buitenlandse reizen van Belgen naar duur & leeftijd in 2016 en veranderingen t.o.v. 2015
Leeftijd Kort (1 t/m 3 dagen) Langer
R +/- N +/- R +/- N +/-
Totaal 15plus 4,57 +25 9,60 +28 8,53 +21 89,0 +13
15 t/m 24j 0,39 +43 0,84 +49 1,09 +22 12,0 +17
25 t/m 34j 0,80 +36 1,64 +34 0,94 -6 9,7 -12
35 t/m 44 0,84 +20 1,80 +33 1,58 +32 15,3 +10
45 t/m 64j 1,87 +15 3,87 +13 3,54 +25 36,2 +18
65j en ouder 0,66 +30 1,44 +53 1,39 +20 15,7 +20