Toerisme

Economisch belang en verwachting

Op http://www.wttc.org/eng/Tourism_Research/ tourism economic research/ country reports brengt het WTTC verwachtingen uit over de economische betekenis van het toerisme. Volgens de in februari 2010 uitgekomen verwachting voor 2010 zou het Tsjechische toerisme op de wereldranglijst van 181 landen qua economische waarde in absolute zin 37e (14e EU27), qua BBP bijdrage 70e (10e EU) en qua groeiverwachting over 10 jaar 64e (7e EU) staan. Men verwachtte dat de sector in 2010 m.b.t. export, privaat reisverkeer en overheidsuitgaven minder last van de kredietcrisis zal hebben dan gemiddeld in de EU en m.b.t. zakenreizen, kapitaalsinvesteringen, BBP bijdrage en werkgelegenheid meer. De verwachte groeicijfers t/m 2020 lagen (werkgelegenheid uitgezonderd) boven de Eu normaal. In engere zou in 2010 toerisme 1,8% van het BBP (€2,7 miljard, -3,5% t.o.v. 2008; EU 3,4%, -1,2%) en 1,9% van de banen gaan opleveren (92.000, -6,9%; EU 3,9%, -2,9%) en met de uitstraling over de rest van de economie meegerekend 10,4% van het BBP (€15,6 miljard; -1,9%; EU 9,5% BBP, -1,3%) en 9,8% van de banen (473.000; -5,5%; EU 10,3%, -3,8%). Men verwachtte dat 3,6% van de overheidsuitgaven (€1,2 miljard; +3,1%; EU 3,3%, +1%) en 10,5% van de kapitaalsinvesteringen (€3,5 miljard; -6,1%; EU 8,8%, -4,8%) erin terecht zou komen. De uitgaven van individuen aan toerisme en reisverkeer werden begroot op 6,2% van hun budget (€4,7 miljard; +0,4%; EU 9,7%, -0,1%) en de uitgaven in verband met zakenreizen op 0,5% van de zakelijke bestedingen (€0,8 miljard; -4%; EU 1,3%; -3,5%). De verwachte bestedingen van buitenlandse toeristen in Tsjechië aan goederen en diensten bedroegen 5,5% van de waarde van de totale export (€6 miljard; -1,3%; EU 6,2% exportwaarde, -2%). De waarde van dingen die ze kopen om mee terug te nemen of van zaken die Tsjechië via het buitenland binnen krijgt voor toerisme werd geschat op 5,9% van de exportwaarde (€6,4 miljard; +5,7%; EU 5,1%, +3,4%).

Via http://www.czso.cz/eng/redakce.nsf/i/home (het Tsjechische CBS) onder economy en Eurostat zijn statistische gegevens te vinden over het toerisme. Het Tsjechische CBS beschikte in mei 2010 over economische gegevens t/m 2008. In dat jaar bedroeg de waarde van de toeristische consumptie bij inkomend toerisme €5.1 miljard, waarvan 22,5% via dagjesmensen en doorreis toeristen. De stijging er in was flink aan het afvlakken in vergelijking met de trend in de voorafgaande 5 jaar (+0,5% t.o.v. 08, +29% t.o.v. 03). De waarde van binnenlands toerisme lag op €4,4 miljard (waarvan van dagjesmensen 28%, zakenreizen 11,5%) en groeide behoorlijk; +5% t.o.v. 07, +16% t.o.v. 03). Hetzelfde gold nog sterker voor de waarde van uitgaand toerisme (€3,7 miljard, dagtoerisme 4,2%, zakenreizen 24,3%; +14,5% t.o.v. 07; +40% t.o.v. 03). Qua bestedingen over de grens waren de Tsjechen dus met een inhaalrace bezig. In 2008 kwam deze vooral op conto van vrijetijdstoerisme, want de uitgaven voor zakenreizen naar het buitenland stegen nauwelijks. Volgens het Tsjechische CBS zakte de BBP bijdrage van de sector van 3,6% in 2004 naar 2,8% in 2007 en 2008. In 2009 zakte het aantal overnachtingen in betaalde verblijfsaccommodaties met zo’n 6% (buitenlanders -10%, Tsjechen -5%). Tsjechische verblijfstoeristen gaven in 2008 volgens Eurostat €4,7 miljard uit (+27%) waarvan €3,2 miljard (67,5%) in het buitenland (+30%) en de rest (23,5%) in eigen land (€1,5 miljard; +23%). In de 1e 3 kwartalen van 09 zakten de uitgaven van deze verblijfstoeristen met ruim 16% t.o.v. hetzelfde deel van 08 (in eigen land -5,7%, in het buitenland -21%). Men gaf vooral minder uit aan zomervakanties in het buitenland. In 2007 gaven mensen op doorreis p/d gemiddeld €35, dagjesmensen €80 en verblijfsgasten €89 uit.

Het Tsjechische CBS telde in 2006 in directe zin 171.000 banen in de sector (voor 93% in voltijd en voor 90% vast). Deze werden voor ruim driekwart bezet door vrouwen en voor bijna een kwart door zelfstandigen (voor 64% man). Verder hadden restaurants etc. het grootste aandeel (40%), gevolgd door hotels etc. (23%), de transportsector (15%), reisbureaus etc. (9%) en culturele diensten (7%). Daar kwamen 68.000 indirecte banen bij en dat bracht het totaal op ruim 239.000 (4,7% van de werkgelegenheid).

Trekpleisters, beleid en capaciteit

Op http://wikitravel.org/en/Czech_Republic staan reistips en praktische info over trekpleisters. Voor verblijfstoeristen is naar regio Praag met o.m. cultuur en oudheden veruit de grootste trekpleister (45% van de toeristen, 31% van de betaalde overnachtingen in 2008), gevolgd door zuid Moravië (Brno en omstreken: gasten 9,4%; nachten 6%), Zuid Bohemen (9,2% gasten, 7,5% nachten), het Reuzengebergte in het noorden met o.m. wintersport faciliteiten (de regio’s Hradec Králové: gasten 7%, nachten 7,5% en Liberec ten westen daarvan gasten 5,4%, nachten 6%). West Bohemen (omgeving kuuroorden centrum Karlovy Vary gasten 5,2%, nachten 11,4%) en midden Bohemen (omgeving Praag: gasten 5%, nachten 4,5%). Qua bijdrage overheersen de buitenlanders alleen in Praag (87% van de gasten, 90% van de nachten) en in West Bohemen met zijn kuuroorden (70% gasten, 74% nachten; veel Duitsers en Russen). In andere regio komt men meer Tsjechen dan buitenlanders tegen, gemiddeld 3 Tsjechen op 1 buitenlander in de genoemde regio. In 2009 ging overal het aantal gasten achteruit, het minste in Zuid Bohemen (-2,3%) en het sterkst in Zuid Moravië (-12%). De achteruitgang kwam m.n. op conto van buitenlanders. Onder het zakentoerisme is congresbezoek een groeifactor van betekenis. Het aantal congresgangers steeg tussen 2007 en 2009 van 700.000 naar 1,2 miljoen en het aandeel buitenlanders onder hen is aanzienlijk. Ook het bezoek aan kuuroorden steeg t/m 2008 met zo’n 50% naar 674.000 (50% Tsjechen). In 2009 trokken kuuroorden 648.000 gasten (52% Tsjech).

Op http://www.czechtourism.com/dut/nl/docs/holiday-tips/news/index.html is gedetailleerde info te vinden over trekpleisters. In 2007 waren volgens de Engelstalige versie van de site (Press centre, articles) van de top 10 van toeristenattracties 6 in Praag te vinden. Verder vielen er 4 dierentuinen en 4 musea of galerieën onder. De grootste trekpleister was de burcht van Praag (1,4 miljoen bezoekers), op geringe afstand gevolgd door de dierentuin en op meer afstand door het nationaal museum, het joods museum en de nationale galerie (571.000) in de hoofdstad. Het stadhuis van Praag kwam op plek 9 met 433.000 bezoekers en het Terezin monument (voormalig concentratiekamp Theresiënstadt 80 km ten noorden van Praag) stond met 470.000 bezoekers op plaats 8. De top10 werd vol gemaakt met de dierentuinen van Dvůr Králová, Lešná en Plzĕn (incl. een  botanische tuin). Andere grote trekpleisters in Praag zijn het plein van de oude stad met de St. Nicolaaskerk, de Tynkerk, het oude stadhuis met het astronomisch uurwerk en een standbeeld van Jan Hus en de Petřín toren (een mini Eiffeltoren van 60m hoog).

Naast onschuldige trekpleisters als cultuur, oudheden en dierentuinen kent m.n. Praag een omvangrijke prostitutiesector; compleet met vrouwenhandel, uitbuiting, valse paspoorten etc. en enveloppengeld om de politie zoet te houden. 

Onder de grote trekpleisters vallen veel kastelen. Het kasteel van Český Krumlov in Zuid Bohemen en het Lednice kasteel in Zuid Moravië voeren hier de lijst aan. In het middeleeuwse mijnstadje Kutna Hora, 70 km ten oosten van Praag (een Unesco monument), vormt de bottenkerk de topattractie. Deze kapel uit de schedels en botten van pestslachtoffers werd gebouwd door een blinde monnik. De grootste industriële trekpleisters zijn de Prazdroj brouwerij in Plzĕn en de TV toren van Žižkov. Andere trekpleisters zijn bron­nenbaden met Karlsbad (Karlovy Vary) en Mariënbad (Marianské Lazne) als grote centra, wintersportfaciliteiten in het Reuzengebergte, wandelrou­tes, druipsteengrotten (bij Praag en Brno) en stuwmeren en bergen in Zuid Bohemen. Tsjechië biedt veel mogelijkheden voor plattelands en ecotoe­risme, het wintersporttoe­risme was lang een groeisector en er komen steeds meer fietspaden en fiets­routes. Voorbeelden van andere bezienswaardigheden zijn de steppe van Mohelno (niet ver van Brno aan de rivier de Jihlava) en het kasteel Karlštejn vlak ten zuiden van Praag

Qua beleid valt in Tsjechië toerisme onder het ministerie van regionale ontwikkeling. Volgens http://www.czechtourism.cz/ (vertaalmachine op Google) wil men Tsjechië meer profileren als land waar men de verveling kan ontlopen (ervaringstoerisme, cultuur, festivals,; actieve vakanties, gezondheidsvakanties in kuuroorden) en meer zakenlieden trekken, bijv. door congres, golf en culinair toerisme te ontwikkelen. Ook wil men aandacht besteden aan kwaliteitsverbetering (bijv. via regulering en erkenning van  faciliteiten en reisbureaus) en verbetering van infrastructuur en faciliteiten. Tussen 2007 en 2013 is €1,2 miljard beschikbaar uit Europese structuurfondsen voor ontwikkeling van de sector. In 2009 telde men aan capaciteit 7557 betaalde accommodaties met 181.000 eenheden en 463.000 bedden. Het merendeel van de bedplaatsen was in hotels en pensions etc. (56,5%, waarvan 5 sterren 3%; 4 sterren 12%; 3 of minder sterren: 26%, pensions 15%), gevolgd door vakantiehuisjes/ hostels 12% en campings etc. 6%. Voor andere accommodaties bleef 25,5% van de bedplaatsen over. Ten opzichte van 2008 was het aantal bedplaatsen wat gedaald (voor het eerst sinds 2004), maar er kwamen wel meer plaatsen in 4 en 5 sterren hotels. 

Verblijfsaccommodaties: gebruik  en trends

De netto bezettingsgraad van hotels is naar EU27 maatstaf relatief stabiel. In 2009 liep ze uiteen van rond 26% in januari naar 44% in augustus (bron Eurostat). Wel was ze iets lager dan in 2008 (tussen 28 en 45%). Tussen 2002 en 2008 ging het aantal gasten van hotels en pensions ieder jaar omhoog. Bij andere accommodaties zakte het na een piek in 2004. Al met al werd in 2007 een piek bereikt (13 miljoen gasten, 25% meer dan in 02). Over 2008 registreerde men 12,8 miljoen verblijfstoeristen (hotels 10,1 miljoen, andere accommodaties 2,7 miljoen) en over 2009 12 miljoen (-6%). Het aantal betaalde overnachtingen was in 2002 t.o.v. 2000 met bijna 16% gezakt. T/m 2006 was sprake van enig herstel (+11,5% t.o.v. 02), maar daarna trad opnieuw daling in en in 2009 eindigde men op 36,7 miljoen overnachtingen (-6,7% t.o.v. 08; -11% t.o.v. 06). Alleen de 4 sterrenhotels bleven winst boeken. Pensions en 1 en 2 sterrenhotels verloren na 2002 het meeste terrein. Tussen 2003 en 2008 verloren vakantiehuisjes ook veel (40% minder overnachtingen), maar in 2009 was sprake van een licht herstel. Het aandeel van buitenlanders in de betaalde overnachtingen steeg van ruim 35% in 2000 naar 51,3% in 2008 en daarmee kwam het voor het eerst boven de helft. In 2009 was het echter weer iets gezakt (48,5%). Naar land van herkomst hebben Duitsers sinds 2000 veruit het grootste aandeel in de overnachtingen van buitenlanders (25,8%; 27,5% in 08, d.w.z. -1,7%), gevolgd door Russen (8.9%; -0,3%), Italianen (5,3%; -0,5%), Britten (5%, -2%), VS Amerikanen (3,9%; -0,5%) en Nederlanders (3,9%; -0.7%). De top10 wordt vol gemaakt door slaapgasten uit Polen, Spanje, Slowakije en Frankrijk. Bij de meeste groepen is sprake van daling, bij Duitsers sinds 2001, bij Britten en Fransen sinds 2004, vanuit NL sinds 2005 en vanuit de VS, Spanje en Slowakije sinds 2007. Het aantal gasten uit Rusland steeg tussen 20000 en 2008 explosief en ook het bezoek uit België lijdt weinig onder de kredietcrisis. In het 1e kwartaal van 2010 was bij de betere hotels weer sprake van enig herstel, De doorsnee verblijfsduur zakte tussen 2000 en 2007 van 4 naar ongeveer 3 nacht(en) en bleef daar tot in 2009 hangen. Bij buitenlanders ging de verblijfsduur minder onderuit dan bij Tsjechen (i.e. van 3,3 naar 2,9 nachten, bij Tsjechen van 4,6 naar ruim 3 nachten). Van de buitenlanders bleven in 2009 naast Oosterlingen uit Japan of Korea Oostenrijkers, Hongaren, Slowaken en Polen het kortst (1,5 tot 2 dagen) en Russen het langst (5 dagen, wellicht mede vanwege de kuuroorden waar ze graag heen gaan). Ook Nederlanders bleven tamelijk lang.

Inkomend toerisme

Dagtoerisme is in Tsjechië erg belangrijk. Onder de 24,5 miljoen inkomende toeristen in 2007 waren 10,8 miljoen dagjesmensen (44%); 3,6 miljoen mensen die op doorreis waren (bijna 15%) en 10,1 miljoen verblijfstoeristen (41%). Dagjesmensen komen meestal op eigen houtje (89%, 10,6% voor hun werk in 08) en om te winkelen (73,7%; zaken doen 11,5%; recreatie/vermaak 6,6%, vrienden bezoeken 6,4%). Van de verblijfstoeristen kwam 73,6% op eigen gelegenheid; 15,7% zakelijk en bijna 9% via een reisbureau. Het motief was bij hen het vaakst recreatie en vermaak (52%, bezoek aan familie/ vrienden 22%, zakendoen 21%, anders 3%). Onder zakentoeristen vormen congresbezoekers een groeiend contingent en het aandeel buitenlanders onder hen is aanzienlijk. Tussen 2000 en 2008 verdubbelde het buitenlands bezoek aan kuuroorden naar 338.000 en in 2009 lag het op 308.000 (4% van de buitenlandse verblijfsgasten).

Praag blijft bij verblijfstoeristen uit het buitenland veruit de belangrijkste bestemming. In 2008 ging 61% van hen daar heen. Karlovy Vary is met zijn bronnenbaden op afstand de 2e bestemming (7,1%; m.n. Duitsers en Russen), gevolgd door Zuid Moravië (rond Brno 6,8%), Centraal Bohemen (4,5%) en het Reuzengebergte (4,4%). In 2009 telde men 6 miljoen buitenlandse verblijfstoeristen; 10% minder dan in 2008. Naar herkomst vormden Duitsers met 1,4 miljoen veruit het grootste contingent, gevolgd door Britten (371.000), Italianen, Polen, Russen, Slowaken (287.000), Fransen, Nederlanders (204.000) en Spanjaarden (194.000). Bij al deze groepen gingen de bezoeker aantallen in 2009 achteruit, het sterkst bij Britten (-23%), Russen (-22%) en Spanjaarden (-22%) en het minst bij Slowaken (-4%), Fransen (-6%), Duitsers (-6%) en Polen (-9%). De meest voorkomende verblijfplaats van verblijfstoeristen van elders zijn hotels (65,5% in 08), gevolgd door gratis onderkomen (24,8%), betaald privaat onderkomen (4,4%), overige collectieve onderkomens (2,8%) en campings (1,8%).

Reisgedrag van Tsjechen

Ten opzichte van de jaren erna t/m 2009 vormde 2003 voor de Tsjechen een piekjaar qua aantallen korte (1 t/m 3 overnachtingen) en lange vakanties (4 of meer nachten) en zakenreizen met overnachtingen. Wel steeg t/m 2008 bij lange vakanties het aandeel dat in het buitenland werd doorgebracht gestaag zodat het aandeel vakanties in eigen land zakte. In 2008 werden voor het eerst sinds 2003 iets meer lange vakanties in het buitenland doorgebracht dan in eigen land (5 miljoen van de 9,9 miljoen). Ook bij de korte vakanties steeg het aandeel vakanties over de grens; van 5,5% in 2003 naar bijna 10% in 2008 (1,47 miljoen van de 14,6 miljoen). In 2009 gingen de Tsjechen vaker met vakantie dan in 2008 (10,45 miljoen lange reizen, +5,5%; 15,9 miljoen korte reizen, +10,5%), maar ze bleven ook vaker in eigen land. Van de lange reizen ging nog geen 43% (ruim 4,5 miljoen) naar het buitenland en van de korte reizen rond 8%. Het aantal zakenreizen (3,6 miljoen in 08) zakte met 36% naar 2,3 miljoen in 2009 (binnenlands 1,57 miljoen, -33%; over de grens 0,75 miljoen; -38%). Tussen 2003 en 2007 ging het aandeel buitenlandreizen zonder enige vorm van organisatie vooraf van 2,7 naar 5,3%. Toch reizen de Tsjechen nog veel georganiseerd, want men mijdt onzekerheid relatief sterk. In 2008 was 46% van de buitenlandreizen een pakketreis (NL en Be rond 30%) en bij 47% had men zelf vooraf vervoer of onderdak geregeld (BE 60%, NL 27%).

Bij de lange vakantiereizen naar binnen of buitenland was de verdeling naar motief  vakantie/ vrije tijd 75%, bezoek familie/ vrienden 18%, kuuroord 3,5% en anders 3%. Tussen 2003 en 2009 kenden de wisselingen in motief geen vast patroon. Wel waren in 2009 goedkopere verblijfplaatsen meer in trek dan in de jaren daarvoor (hotels 33,4% van de reizen; 38% in 08, d.w.z. -4,6%; betaald privé onderkomen 13,5%, -2%; ander collectief onderkomen 14,2%, +1,1%; familie/ vrienden 25,4%: +1,4%; eigen onderdak 13%, +3.7%). Naar vervoer ging in 2009 het aandeel van de eigen auto (van 57,5 naar 62%) en overig vervoer (van 0,8 maar 2%) omhoog ten koste van vliegtuig (van 15,8 naar 13,5%), bus/ touringcar (van 18 naar 15%) of trein (van 8 naar 6,8%). Het aandeel van de touringcar (BE 8%, NL 6% in 08), auto (BE 52%, NL 46%) en trein bleef relatief groot en dat van het vliegtuig bleef klein (BE 45%, NL 40% in 08). Naar organisatie schoten in 2009 pakketreizen er bij in (van 25 maar 20%, bron Tsjechische CBS), terwijl dit aandeel tussen 2003 en 2008 gestaag groeide. Dit m.n. ten gunste van reizen op eigen houtje (67% in 08; 73% in 09) en deels georganiseerde reizen (van 2,3 naar 2,6%). In 2009 viel onder de bestemmingen van lange buitenlandreizen de grootste aderlating bij de landen buiten Europa. Men zocht het veelal dichter bij huis, maar mediterrane zonbestemmingen bleven erg populair. Zo konden m.n. Griekenland, maar ook Kroatië en Frankrijk in 2009 winst boeken t.o.v. 2008. In 2009 werd bij 4,5 miljoen lange vakantiereizen over de grens (-9% t.o.v. 08) 39,2 miljoen nachten doorgebracht (-14,5%; gemiddeld 8,7 nachten per reis). Kroatië werd topbestemming (0,81 miljoen reizen, +11%; 6,81 miljoen nachten +10%), gevolgd door Slowakije (r 0,66m, -14%; n 4,65m, -1,3%), Italië (r 0,54m, -22%, n 4,11m, -10%), Griekenland (r 0,39m. +27%, n 3,92m, +23%), Oostenrijk (r 0,26m, -6%, n 1,46m, -5%), Frankrijk (r 0,18m, +13%; n 1,52m, +19%) en Egypte (0,18m, -27%; n 1,67m, -33%).