Toerisme
Economisch belang en verwachting
Download biedt voor Bulgarije recente info over de stand van zaken in en verwachtingen rond de economische betekenis van het toerisme. In de tabel hieronder staan gegevens voor 2011 en de verwachte groei voor 2012(+/-); vergeleken met het Europees gemiddelde. Het betreft de directe bijdrage aan BBP en werkgelegenheid en de bijdrage met de uitstraling over de hele economie gerekend (BBP totaal en werk totaal). “Bezoek export” verwijst naar de bijdrage van toeristen uit het buitenland aan de export (zakelijk & vrije tijd, verblijfstoeristen & dagjesmensen) en “Bulgaren” naar toerisme uitgaven in eigen land (zakelijk & privé). Onder “vrije tijd reizen” en “zakenreizen” wordt de uitsplitsing zakelijk privé gemaakt voor toeristen uit buitenland en eigen land samen. Onder % wordt hier verwezen naar het aandeel in de totale private/ zakelijke uitgaven. “Kap. invest.” verwijst naar het toeristisch aandeel in kapitaalsinvesteringen.
Item |
Bulgarije |
Europa |
|||
€ miljard/ banen |
% |
+/-2012 in % |
% |
+/- 2012 |
|
BBP direct |
1,7m |
3,6 |
-1,0 |
2,8 |
+0,2 |
BBP totaal |
4,9m |
12,9 |
-2,0 |
7,9 |
-0,3 |
Werk direct |
101.000 |
3,3 |
-3,4 |
2.7 |
+0,4 |
Werk totaal |
364.000 |
11.8 |
-4,6 |
7,7 |
-0,3 |
Bezoek export |
2,9m |
2,5 |
+1,0 |
5,6 |
+0,4 |
Bulgaren |
0,95m |
2,5 |
-2,3 |
3,2 |
+0,4 |
Vrije tijd reizen |
2,8m |
7,3 |
+2,9 |
4,6 |
+0,6 |
Zakenreizen |
1,1m |
3,0 |
-6,3 |
1,3 |
-0,5 |
Kap. invest. |
0,43m |
6.1 |
-2,5 |
4,5 |
+0,1 |
In 2011 kwam van de directe BBP opbrengst 70,5% uit vrije tijd toerisme en de rest uit zakelijk reisverkeer. Verder kwam 75% ervan uit buitenlands bezoek en de rest van bezoek uit eigen land. In dat jaar stond het Bulgaarse toerisme op een redelijk peil. Men stond op de wereldranglijst van 181 landen naar totale BBP bijdrage 61e, naar totale bijdrage aan de werkgelegenheid 60e, naar exportbijdrage van inkomsten uit buitenlands bezoek 70e en naar bijdrage van de sector aan kapitaalsinvesteringen 83e. De groei verwachtingen waren voor BG echter niet hooggespannen. Voor 2012 stond men op de wereldranglijst qua bbp bijdrage 165e (2% krimp, d.w.z. -2%), qua bijdrage aan de werkgelegenheid 178e (-4.6%) qua export bijdrage van buitenlands bezoek 111e (+1%) en naar bijdrage van de sector aan de kapitaalsinvesteringen 161e (-2,5%). De tabel hierna geeft info over de verwachtingen voor 2022 (+/- p/j verwijst naar de verwachte verandering p/j in % over 2012-2022.
Item |
Bulgarije |
Europa |
|||
€ miljard/ banen |
% |
+/-p/j in % |
% |
+/- p/j % |
|
BBP direct |
1,75m |
2,7 |
+2,6 |
2,8 |
+2,6 |
BBP totaal |
6,2m |
0,7 |
+2,5 |
7,8 |
+2,4 |
Werk direct |
80.000 |
2,7 |
-2,0 |
3,0 |
+1,2 |
Werk totaal |
277.000 |
9,2 |
-2,2 |
8,1 |
+0,8 |
Bezoek export |
3,7m |
6,3 |
+2,1 |
4,6 |
+2,6 |
Bulgaren |
1,6m |
2,6 |
+5,7 |
3,5 |
+2,8 |
Roemenen BL |
2,7m |
– |
+5,2 |
– |
– |
Vrije tijd reizen |
4,1m |
6,3 |
+3,5 |
4,7 |
+2,8 |
Zakenreizen |
1,3m |
2,0 |
+1,7 |
1,3 |
+2,4 |
Kap. invest. |
0.7m |
5,1 |
+5,4 |
4,7 |
+3,8 |
Trekpleisters, beleid, capaciteit en comfort
Via Tourism in Bulgaria is veel info te vinden over de trekpleisters. TripAdvisor.com biedt direct praktische informatie in de eigen taal over onderkomens, horeca etc. in een in te vullen stad (men kan een andere taal kiezen). In 2011 rekende Lonely planet Bulgarije tot de top10 van toeristenbestemmingen. Onder het communisme werd de Bulgaarse Zwarte zeekust een toeristen trekpleister voor de elite van het Oostblok en vanaf de 60er jaren verkozen steeds meer rijke westerse toeristen deze “rode Rivièra” boven Cannes of Nice. In de 70e en 80er jaren groeide het kusttoerisme uit oost en west gestaag. Na de val van het regime is de staats touroperator Balkantourist geprivatiseerd en raakte de term “Bulgaarse Rivièra” in zwang. Tussen 2000 en 2010 steeg het aantal toeristen explosief van 2,3m naar 8,5 miljoen in 2008 en na een dipje werd in 2011 een nieuw record gehaald (8,7m). De lijsten naar type toerisme in Tourism bieden, ook qua volgordes van trekpleisters, een redelijk betrouwbaar beeld van de actuele situatie. Op TOP 10 staat info over populaire attracties met cultuurhistorie als hoofdmoot. Al sinds de 60er jaren kent de Bulgaarse toeristenbond een top100 van culturele en historische attracties. Tussen 2007 en 2009 is ze aangepast door communistische trekpleisters te vervangen door eigentijdse (100 Tourist Sites), maar Bansko aan de voet van de Pirin bergen in het zuidwesten (begonnen als skioord) bleef op nr. 1 staan. Skioorden zijn belangrijk, maar ook nu vormt de Bulgaarse Rivièra (Bulgarian) in aantallen veruit de grootste trekpleister. Zo namen in 2011 alleen al de regio rond de kustplaatsen Burgas en Varna ruim 60% van alle landelijke overnachtingen in betaalde accommodaties voor rekening, gevolgd door kustregio Dobrich e.o. in het noordoosten (9%), Sofia e.o. (7,5%) en Plovdiv (3,5%). Bij 9 oorden die het Bulgaarse CBS bijhoudt (Tourism) met in 2011 bijna 10 miljoen overnachtingen vond 94,5% plaats in kustoorden, met “sunny beach” aan de Zwarte zee bij Burgas als grootste (200 hotels met 300.000 bedden; 130 restaurants en talloze discotheken etc.; 3,8m), gevolgd door “golden sands” (2,7m), Albena (1,3m) en St. Constantine & Helena (1m) in de buurt van Varna. De resterende 5,5% werd geboekt in de 2 skioorden Borovets in de Pirin bergen in het zuidwesten (314.000) en Pamporova in de meer noordelijk gelegen Rhodope bergen (228.000).
In 2012 kende Bulgarije een ministerie van economie, energie en toerisme. In het rapport waarin men het beleid voor 2012 moet verantwoorden voor de Europese commissie (Bulgaria) staat o.m. info over de wijze waarop de sector in het land is georganiseerd en over het budget voor toerisme. Voor 2008 t/m 2013 stond voor duurzame toerisme ontwikkeling €218 miljoen op de begroting, voor 85% EU geld uit het fonds voor regio ontwikkeling (Operational Programme, blz. 209). Daarvan ging 70% naar attracties en infrastructuur en ruim 30% naar marketing (15% regionaal, 15% internationaal). In 2010 was echter nog maar 15% uitbetaald. Onder de beleidsdoelen (waarin uiteraard EU doelen zijn verweven) vallen meer variatie in doelgroepen, bijv. door het bevorderen van cultuur, platteland, avonturen, gezondheid (bronnenbaden), congres en ecotoerisme en in samenhang daarmee meer spreiding over regio (nadruk op regio identiteit) en seizoenen, verbetering van de infrastructuur, spreiding van de marketing over meer landen en (aanvullende) opleiding binnen de sector. Ook wil men voor feedback internetfora te promoten en op toerismesites om feedback te vragen.
Voor 2011 telde Browse (industry, trade & services, tourism) aan capaciteit 2321 betaalde collectieve onderkomens met 10 of meer plekken (1 op 3180 inwoners, EU27 gemiddelde bijna 1 op 1000 inwoners), waarvan 1862 hotels, 13 campings, 163 terreinen met vakantiehuisjes en 283 andere. Van de 274.700 plaatsen (-0,7% t.o.v. 2010) bevonden er zich 241.700 in hotelachtige onderkomens (88%, EU27 44%), 2400 op campings (0,9%; EU rond 25%), 10.300 in vakantiehuisjes (3,7%) en 20.400 in andere onderkomens (7,4%). Uiteraard hebben de kustregio met 70% van de plaatsen het grootste aandeel. West, midden en zuid Bulgarije komen samen op 23%, met concentraties rond Sofia (6%) en zuidelijke skiregio (6,5%). Het Bulgaarse CBS kwam voor 2011 op evenveel hotels en campings (incl. plaatsen), maar noemde daarnaast 120 chalets met 6000 plekken en 1781 overige etablissementen met 33.000 plekken. Tussen 2006 en 2011 steeg het aantal plekken in hotelachtige en overige onderkomens en dat op campings en in chalets daalde. Volgens een artikel uit 2010 (elaboration) viel per 1/1-2006 naar comfortklasse in hotels 12% van de bedplaatsen onder de hoogste klasse (5 sterren). Verder was 38% ervan in een 4 sterren hotel, 40% in een 3 sterren hotel en 10% in een hotel met 2 sterren of 1 ster.
Verblijfsaccommodaties: gebruik en trends
De bezettingsgraad naar bedden (hotelachtige onderkomens) is naar EU maatstaf erg variabel. Ze liep tussen sept. 2011 en sept. 2012 uiteen van 17 à 19% in maart of december (bij 2 laagste EU) naar 62 à 63% in het hoogseizoen (bij 5 hoogste EU, Browse, gegevens voor okt. en nov. ontbreken voor BG). Wel was de bezetting in 2011/12 beduidend hoger dan tussen 2008 en 2010 (Bulgarije profiteert als goedkoop land wellicht van de kredietcrisis). Naast het aandeel van buitenlanders in de betaalde overnachtingen (67%, EU 43% in 2011) is het aandeel hotelovernachtingen in BG erg groot (93 om 66%, bij buitenlanders rond 99% tussen 2008 en 2011, bij Bulgaren 84%, EU 61% in 2011). Het effect van de kredietcrisis was merkbaar aan de daling van het aantal betaalde overnachtingen bij Bulgaren (van 6,4m in 2008 naar 5,5m in 2010; -15%) maar in 2011 lag het met 6,2m bijna weer op het oude niveau. Bij buitenlanders was de daling kleiner (10,5m; -11%) en werd in 2011 een nieuw record gevestigd (12,4m, +5% t.o.v. 08, +18% t.o.v. 2010). Ook de (voorlopige) cijfers voor 2012 bleven rooskleurig. De tabel hierna geeft info over de verdeling van de overnachtingen over betaalde accommodatie onder buitenlanders en Bulgaren in 2010 en 2011 (Browse).
Type onderkomen |
Overnachtingen x 1000 |
|||
Buitenlanders |
Bulgaren |
|||
2011 |
+/- 2010 |
2011 |
+/- 2010 |
|
Hotels |
12.287 |
+17% |
5.166 |
+12% |
Campings |
17 |
+580% |
33 |
+95% |
Vakantiehuizen |
104 |
+53% |
253 |
+6% |
Overige |
19 |
-9% |
776 |
-2% |
Totalen |
12.426 |
+18% |
6.228 |
+9% |
De doorsnee verblijfsduur in alle betaalde onderkomens kwam in 2011 bij 2,4 miljoen buitenlanders op 5,2 en bij 2,53m Bulgaren op 2,5 nachten. In Bulgarije was de intensiteit van het toerisme (aantal overnachtingen per 1000 inwoners) laag naar EU maatstaf (2467 in 2011, EU 4827). Na een dipje in 2009 en 2010 lag ze in 2011 weer 4% hoger dan in 2008 (EU ook +4%). Het aandeel van buitenlanders in de betaalde overnachtingen is groot (67%, Eu 43% in 2011, 65 om 42% in 2008). In 2011 was 46% van de betaalde overnachtingen van buitenlanders in kustregio (bij Bulgaren 28%). Over 2011 groeide het aantal in overnachtingen in betaalde accommodaties met 15,5% (hoogste groei binnen de EU na die in Letland; EU +3,4%, Browse).
Inkomend toerisme
Volgens het Bulgaarse CBS (Tourism) zakte na een periode van stijging het aantal grensoverschrijdingen van buitenlanders dat de douane turfde van 2008 op 2009 van 8,5 naar 7,9 miljoen (-7%). Daarna trad herstel op en in 2011 werd 2008 overtroffen (8.7m). Naar herkomst voerde in 2010 (toen 8,4m) Roemenië de top10 aan (17%), gevolgd door Griekenland 12%, Turkije 11%, Duitsland 10%, Macedonië 5%, Rusland 4,6%, Verenigd Koninkrijk 3,7%; Servië 3,7%, Polen 3,5% en Oekraïne 2,4%. NL kwam uit op bijna 2% (156.000) en BE op ruim 1% (91.000). T.o.v. 2006 steeg het bezoek uit Oostenrijk, Griekenland, Spanje, Italië, Frankrijk en voormalige Oostbloklanden veelal met meer dan 50%. Het bezoek uit Servië (-60%) en Macedonië (-42%) ging echter sterk achteruit, evenals bezoek uit Scandinavië en het VK. Wel hebben Britten en Scandinaviërs nog een behoorlijk aandeel in betaalde overnachtingen. De stijging na 2008 kwam naar motief op conto van vakantie/ recreatie en overige (privébezoek, sport, doorreis etc.). Het aantal zakenreizigers werd een fractie kleiner en zakte dus flink in aandeel. In 2010 betrof het 50% vakantie/ recreatie reizen, 11% beroepsreizen, 9% overige reizen, bijna 2% privébezoek en 28% op doorreis (Electronic blz. 373). Vakantie/ recreatie reizen leveren de grootste bijdrage (70% of meer van de reizigers) bij Britten, Duitsers, Scandinaviërs en Balten; Polen, Tsjechen en Russen en bezoek van buiten Europa. Doorreis scoort hoog (30% of meer) bij bezoek uit buurlanden (bij Turken zelfs 75% van de reizen), maar ook bij Oostenrijkers, NL (wellicht veel Turkse Nederlanders die met de auto reizen) en Slowaken. Bij Italianen, Grieken en Oostenrijkers hebben zakenreizen een relatief groot aandeel (20% of meer). Over het vervoersmiddel van buitenlandse bezoekers is voor Bulgarije op het internet geen info te vinden.
Het aantal betalende verblijfstoeristen van elders zakte van 2,22 miljoen in 08 naar 1,94m in 09 (-15%) en steeg daarna naar 2,08m in 2010 (+7%) en 2,41m in 2011 (+15%). Naar herkomst lag in 2011 de bijdrage van EU landen op 66% en die van Europese landen buiten de Eu (incl. Turkije) op 23,5% (verder: Azië 5,5%; VS & Canada 1,7%). Verder kwamen de meeste betalende verblijf toeristen uit Duitsland (15,8%; +13% t.o.v. 2010), gevolgd door Roemenië (14%, +29%), Rusland (10,5%, +27%), het VK (6%, +1%), Griekenland (5,3%, -9%) en Polen (4,6%, +30%). Na 2007 nam het dit bezoek uit EU landen flink af (vooral uit het VK) en uit voormalige Oostbloklanden sterk toe. In 2011 kwam 1,5% uit BE en ook 1,5% uit NL. Van de betaalde overnachtingen van buitenlanders (12,5m in 2011, EU 64,4%, rest Europa 27,8%) kwam 20% op conto van Duitsers (verder: Rusland 16,7%; Roemenië 10,8%; VK 7%; Polen 6%, Israël 3,3%; Oekraïne 3,2%; Noorwegen 2,4%, Tsjechië 2,2%, Frankrijk 1,8%). NL kwam met bijna 200.000 op 1,6% en België op 1,4%. Naar reisdoel scoorden kustregio bij buitenlanders het hoogst (46% overnachtingen, maar indien ruim gerekend 80%) en west en zuidwest Bulgarije (incl. Sofia e.o.) kwam tot 11%. Naar type onderkomen boekten hotels 99% van de buitenlandse overnachtingen en vakantiehuisjes bijna 1%. Naar comfortklasse was bij de 12,5m buitenlandse overnachtingen van 2011 de verdeling 1/2 sterren 9% (10% in 2008), 3 sterren 33,5% (om 33%) en 4/5 sterren 56,5% (om 57%). Bij Varna kwamen de 4/5 sterren onderkomens in 2011 rond 60% uit.
Reisgedrag van Bulgaren
De tabel hieronder beidt info van Eurostat over reisgedrag van Bulgaren in eigen land tussen 2008 en 2011 (reizen met overnachting). Hieruit blijkt dat het aandeel langere reizen (4 of meer overnachtingen) sterk varieerde (het bleef naar EU maatstaf klein). Verder valt het kleine en vooral dalende aandeel zakelijke reizen op. Daarmee steeg het segment privéreizen (incl. familiebezoek) van 90,5% naar 95,5% (Browse).
Aantal x miljoen |
2011 |
2010 |
2009 |
2008 |
Reizigers |
2,4 |
2,9 |
3,7 |
3,1 |
Reizen |
5,1 |
6,0 |
6,6 |
6,8 |
Aandeel zakenreizen in % |
4,5 |
6,5 |
6,4 |
9,5 |
Kort (1 t/m 3 nachten) in % |
61 |
71 |
60 |
68 |
Langer (> 3 nachten) in % |
39 |
29 |
40 |
32 |
Het Bulgaarse CBS kwam voor 2011 bij betaalde accommodaties in eigen land voor Bulgaren op 2,63 miljoen boekingen (52% van alle boekingen) en 6,4m overnachtingen (34%, Bulgaren bleven dus korter dan buitenlanders). In 2008 was dit verschil nog groter. Het betrof toen 55,5% van de boekingen en 26% van de overnachtingen. Naar regio wordt het aandeel uit eigen land veelal groter naarmate de regio verder uit de kust ligt en minder toeristen krijgt. Qua overnachtingen varieerde het in 2011 van 19 à 20% rond Varna en Burgas via 34% in Sofia, 55% in Blagoevgrad, 72% in Plovdiv, 82% in Veliko Tarnovo naar ruim 90% in het zuidwestelijk gelegen Pazardzhik. De tabel hierna biedt info over het aantal reizen van Bulgaren in de eerste 3 kwartalen van 2012 (uitsluitend in eigen land), de verandering t.o.v. 2011 en de verdeling naar motief (vakantie & vrije tijd, bezoek aan familie/ vrienden, overige, professioneel/zakelijk).
Kwart. |
Aantal |
+/-2011 in % |
Motief (aandeel in %) |
|||
Vakantie |
Bezoek |
Overig |
Prof. |
|||
I |
560.000 |
+20 |
30 |
43 |
21 |
6,1 |
II |
612.000 |
-23 |
33 |
42 |
19,5 |
5,4 |
III |
900.000 |
-23,5 |
62 |
22 |
12 |
4,4 |
In het 3e kwartaal van 2012 gaven Bulgaren bij binnenlandse vrije tijd reizen gemiddeld €180 uit (-20% t.o.v. kwartaal 3 van 2011) en bij zakenreizen in eigen land gemiddeld €160 (+80%). In het hoogseizoen 2012 (kwartaal 3) was 2,3% van de reizen in eigen land georganiseerd. Naar betaalde overnachtingen lag in 2008 het aantal betalende gasten uit eigen land op 2,8 miljoen. Het zakte naar 2,3m in 2010 en lag in 2011 weer op 2,6m. Het aantal betaalde overnachtingen ging van 6,5m via 5,7m naar 6,4m. De doorsnee verblijfsduur lag daarmee in 2008 op 2,3 en in 2010 en 2011 op 2,5 nachten. In 2011 lag het aantal hotelovernachtingen 12% hoger dan in 2010. In aandeel kwam het op 83%. Overige onderkomens haalden 14%, vakantiehuisjes 4% en campings 0,5%. Naar comfortklasse hebben bij Bulgaren in eigen land de lage klassen een veel groter aandeel dan bij buitenlanders. In 2011 was de verhouding 1 of 2 sterren 40%, 3 sterren 32% en 4/5 sterren 29% en in 2008 respectievelijk 46, 36 en 18%.
Bij Bulgaren die naar het buitenland gingen manifesteerde de kredietcrisis zich in een forse afname van het aantal reizen over de grens. Het zakte van 5,7 miljoen in piekjaar 2008 naar 3,7m in 2010. Voor 2011 kwam men op 3,8m (Tourism). Naar bestemming (Electronic blz. 375) ging in 2010 van alle 3,7 miljoen reizen bijna de helft naar een Eu land (Griekenland 24,5%, Roemenië 8%, Duitsland 4,3%, VK en Spanje beide 2,2%, NL 0,6%, BE 0,7%) en ruim de helft naar een ander Europees land (Turkije 33%, Servië en Macedonië beide 8%). Bij de 841.000 vakantiereizen kwam Griekenland op plek 1, gevolgd door Turkije, Servië en Roemenië. Bij de 1,1 miljoen reizen naar familie en vrienden stond Turkije met ruim 70% met kop en schouders bovenaan (rond 9% van de Bulgaren is etnisch Turks), gevolgd door Macedonië en Griekenland (beide rond 10%). Bij de 1,5m beroepsreizen voert Griekenland met 39% de lijst aan (verder Turkije 14%, Roemenië 10%, Servië 9%, Duitsland 6%, Macedonië 5,5%, Spanje en het VK beide ruim 2,5%; BE 1%, NL 0,8%). Het aandeel buitenlandse reizen met verblijf (1 of meer nachten) steeg. Voor 2011 telde Browse er 776.000; ruim 20% van alle reizen en 17% meer dan in 2010 (toen 660.000, bijna 18%). In 2008 kwam men tot 833.000 (14,5%). Naar motief zakte hier het aandeel zakenreizen van 18% in 2008 naar 11,5% in 2011. In 2011 gingen de buitenlandse privéreizen gepaard met 7,6 miljoen overnachtingen (bijna 10 per reis) en in 2010 met 5,4m (8 per reis). De tabel hierna biedt info over reizen van Bulgaren in de eerste 3 kwartalen van 2012 (uitsluitend buitenlands), de verandering t.o.v. 2011 en de verdeling naar motief (vakantie & vrije tijd, bezoek aan familie/ vrienden, overige, professioneel/zakelijk; All Press Releases).
Kwart. |
Aantal |
+/-2011 in % |
Motief (aandeel in %) |
|||
Vakantie |
Bezoek |
Overig |
Prof. |
|||
I |
69.000 |
-14 |
28 |
47 |
7 |
19 |
II |
120.000 |
-47 |
62 |
26 |
7,6 |
4,7 |
III |
217.000 |
-4,2 |
74 |
16 |
5 |
5 |
In het hoogseizoen (3e kwartaal) van 2012 gaven Bulgaren bij buitenlandse vrije tijd reizen gemiddeld €276 uit (-35% t.o.v. kwartaal 3 van 2011) en bij zakenreizen €663 (+42%). Naar structuur (zakelijk + privé) ging 32% naar vervoer, gevolgd door eten 25%, overige 24% en onderdak 19%. Verder was in dit seizoen 24% van de private buitenland reizen georganiseerd. Van de buitenlandse reizen (privé/ zakelijk) was het merendeel lang (4 of meer overnachtingen: 66% in 2011, 62% in 2010, 64% in 08). Bij lange reizen (aldus gedefinieerd) had naar vervoer de bus/ touringcar een opmerkelijk groot aandeel (44% in 2011, 26% in 2010, 37% in 2008), gevolgd door auto (35, 26 en 24%), vliegtuig (21, 42 en 28%) en trein (0,7; 2 en 0,8%). Het aandeel van de auto is naar EU maatstaf erg klein, maar het was wel het enige vervoermiddel dat consistent steeg. Naar motief wisselde de bijdrage van zakenreizen sterk. Ze ging van 15% in 2008 via 7% in 2009 en 12% in 2010 naar 6% in 2011. Voor 2011 telde Browse slechts 32.000 lange zaken/ werkreizen (6%) zodat het aandeel vrije tijd reizen op 94% kwam. De tabel hierna biedt nader info over lange buitenlandse reizen en overnachtingen.
Lange buitenlandreizen Bulgaren |
2011 |
2010 |
2009 |
Reizen totaal x1000 |
543 |
466 |
568 |
Nachten totaal x 1000 |
7.630 |
5.410 |
7.490 |
Nachten /reis |
14 |
12 |
13 |
Privéreizen x 1000 |
511 |
415 |
527 |
Nachten x 1000 |
7180 |
5010 |
7060 |
Nachten/ reis |
14 |
12 |
13 |
Zaken/ werkreizen x 1000 |
32 |
51 |
41 |
Nachten x 1000 |
450 |
400 |
430 |
Nachten/reis |
14 |
8 |
11 |
Naar type onderkomen scoorde bij privéreizen de categorie “onbekend” het hoogst (tussen 2008 en 2011 rond 40%). In 2011 kwam deze categorie op 37%, gevolgd door hotels (35%), privaat 19%, overig collectief 6%, camping 2% en vakantiehuis 1,6%. Tussen 2008 en 2010 kwam privaat slechts rond 6% uit. In 2010 en 2009 kenden hotels een uitschieter (46%, 40% in 08; verder: campings 1,5 à 3%; vakantiehuis 1 à 2%).
De Roma uit Bulgarije die in rijke EU landen als straatmuzikant, bedelaar, zakkenroller of prostituee aan de kost komen hadden meestal geen geld om de reis te betalen. Ze kwamen het land vaak in via mensensmokkel en zijn zo niet terug te vinden in toerisme statistieken. Het geld dat ze binnenkrijgen moeten ze vaak grotendeels afgeven aan andere Roma die hen exploiteren. |