Toerisme

Economisch belang en verwachting

Op http://www.wttc.org/eng/Tourism_Research/ tourism economic research/ country reports brengt het WTTC verwachtingen uit over de economische betekenis van het toerisme. Volgens de in februari 2010 uitgekomen verwachting voor 2010 zou het Ierse toerisme op de wereldranglijst van ruim 180 landen qua economische waarde 42e (16e EU27), qua BBP bijdrage 135e (24e EU) en qua groeiverwachting over 10 jaar 70e (8e EU) staan. Men verwachtte dat de sector in 2010, behalve qua kapitaalsinvestering en uitgaven van buitenlands bezoek, meer last van de kredietcrisis zou hebben dan gemiddeld in de EU. De verwachte groeicijfers t/m 2020 lagen, overheidsuitgaven en export via buitenland uitgezonderd, echter boven de Eu normaal. In engere zou in 2010 toerisme 1,7% van het BBP (€2,8 miljard, -7% t.o.v. 2009; EU 3,4%, -1,2%) en 1,8% van de banen moeten opleveren (33.000, -11,3%; EU 3,9%, -2,9%) en met de uitstraling over de rest van de economie meegerekend 6,3% van het BBP (€10 miljard; -4,5%; EU 9,5% BBP, -1,3%) en 6,2% van de banen (114.000; -9,1%; EU 10,3%, -3,8%). Men verwachtte dat 3,9% van de overheidsuitgaven (€1 miljard; -2,7%; EU 3,3%, +1%) en 16,6% van de kapitaalsinvesteringen (€4,3 miljard; -0,3%; EU 8,8%, -4,8%) erin terecht zou komen. De uitgaven van individuen aan toerisme en reisverkeer werden begroot op 6,8% van hun budget (€5,2 miljard; -3,5%; EU 9,7%, -0,1%) en de uitgaven voor zakenreizen op 1,1% van de zakelijke bestedingen (€1,7 miljard; -7,1%; EU 1,3%; -3,5%). De verwachte bestedingen van buitenlandse toeristen in Ierland aan goederen en diensten bedroegen 4,2% van de waarde van de totale export (€5,8 miljard; +1,6%; EU 6,2% exportwaarde, -2%). De waarde van souvenirverkoop e.d. of van zaken die Ierland via het buitenland binnen krijgt door toerisme werd geschat op 0,7% van de exportwaarde (€1 miljard; -3%; EU 5,1%, +3,4%).

Via http://www.cso.ie/releasespublications/pr_tourism.htm (het Ierse CBS) en Eurostat zijn statistische gegevens te vinden over het toerisme. Beide bronnen hanteren verschillende criteria en indelingen. Ierse toeristen in het buitenland geven meer uit dan het buitenlands bezoek inbrengt. Tussen 2005 en 2009 groeide deze negatieve balans van €0,5 miljard naar €2,3 miljard. Volgens CSO (het Ierse CBS) zakten in 2009 alle toeristische inkomsten en uitgaven t.o.v. 2008, het minst bij binnenlandse reizen. In 2009 gaven buitenlanders in Ierland €3,9 miljard uit (-19% t.o.v. 08; zakelijk -25%, vakanties -18%, bezoek familie vrienden -2%) en Ieren in het buitenland €6,15 miljoen (-11%, zakelijk -24%, vakantie -18%, bezoek -2%). Het aandeel dagjesmensen is in Ierland relatief klein (7% van het bezoek uit het buitenland en nog geen 3% van het bezoek naar het buitenland). Ieren uit de republiek besteedden 2% van hun vakantie uitgaven in Noord-Ierland en van de inkomstem uit het buitenland kwam 7% van Noord-Ieren. Van de uitgaven van buitenlands bezoek gaat het grootste deel naar eten en drinken (36% in 2008), gevolgd door onderdak 28%, winkelen 16%, internationaal vervoer 10%, sightseeing en vermaak 6% en overig 4%. De uitgaven in eigen land kwamen op €1,39 miljard (-10%; zakelijk -17%, vakantie -18%, bezoek -20%, overig: educatie, sport, gezondheid etc. +71%). In 2008 telde men 125.900 arbeidsplaatsen in de sector (6% van alle banen), waarvan bijna 2/3e in het oosten en zuiden.      

Trekpleisters, beleid en capaciteit

Op http://wikitravel.org/en/Republic_of_Ireland staan reistips en praktische info over trekpleisters. Voor verblijfstoeristen zijn naar regio Oost Ierland (m.n. Dublin) en Zuid Ierland de grootste trekpleisters. Tussen 2004 en 2008 bezocht rond 63% van de buitenlandse bezoekers Dublin, gevolgd door het zuidwesten (±35%) en het westen (±25%). In 2008 ging van de verblijfstoeristen uit eigen land 70% naar het oosten en zuiden. In dat jaar was de top8 van de 10 grootste gratis trekpleisters en de helft van de 15 populairste betaalde trekpleisters te vinden in de hoofdstad. Van de top 5 bevonden zich er 4 in de hoofdstad; het Guinness storehouse museum (ruim 1 miljoen bezoekers), de zoo (932.000), de National Gallery (742.00, grootste gratis trekpleister) en het Book of Kells in het Trinity College (542.000). Alleen de kliffen van Moher langs de westkust (808.000) konden zich hier tussen wurmen. Qua activiteiten zijn er verschillen tussen Ieren en buitenlanders. Onder Ierse vakantiegangers waren bezoek aan nationale parken, landhuizen of kastelen, watersporten en wandeltrektochten het populairst (ieder rond 1 op de 4 Ieren). Na 2004 verdubbelde hun deelname aan beide laatste activiteiten bijna. In dat jaar ging 24% van de Ieren naar een kuuroord, 20% naar een tuin, 15% bezocht erfgoed en 14% musea. Verder ging 11% naar een golfbaan, fietsen en vissen trokken ieder 6% en 4% ging paardrijden (uiteraard kon men verschillende activiteiten invullen). Buitenlandse bezoekers vulden trektochten het vaakst in en de deelname verdubbelde vrijwel t.o.v. 2004 naar 517.000. Van hen gingen 142.000 vissen (+54%), 141.000 golfen (+2%), 120.000 fietsen (+40%) en 50.000 paardrijden (+60%). Qua voor en nadelen van Ierland scoorden onder toeristen bij het eerste de Ieren (39%) en het landschap (30%) het hoogst, op afstand gevolgd door cultuur/geschiedenis 15%, de Engelse taal 12%, bereikbaarheid 8% en pubs (5%, 9% in 07, 4% in 06). De meest afgevinkte nadelen waren de prijzen (22%), het weer 20% en slechte wegen 11%.   

Volgens http://www.arts-sport-tourism.gov.ie/ (annual report 2009) valt qua beleid toerisme onder het ministerie van cultuur, sport en toerisme. Op promotie van Ierland in het buitenland werd dat jaar niet bezuinigd. Men wil de toeristenstroom in het laagseizoen stimuleren, toerisme aan cultuur koppelen, de wandel infrastructuur (sterke groei tussen 2004 en 2009) en de infrastructuur in het centrale Shannon gebied verbeteren en de minimumeisen voor toeristenverblijven aanpassen. De uitgaven voor toeristische diensten van het ministerie lagen in 2009 rond €150 miljoen, waarvan ruim de helft voor Fáilte Ireland (promotie en investering). In 2008 telde het Ierse CBS aan capaciteit 4285 betaalde accommodaties met ruim 92.000 kamers. Het merendeel van de kamers was in hotels (62%), gevolgd door appartementen (28%), pubs, huisjes of boerderijen (12%) en hostels (3%). T.o.v. 2007 was het aantal kamers in hotels en appartementen wat gestegen en elders was het gedaald. Volgens Eurostat zakte het aantal hotelachtige onderkomens tussen 1999 en 2008 met 36% naar 3942, maar het aantal bedplaatsen hier steeg met 25% naar 169.000. Het aantal campings zakte met 26% naar 99 en het aantal bedplaatsen op campings (23.000) was 32% lager. Het aantal vakantiehuizen verdubbelde ruim naar 5210 (+136%) met 27.800 bedden (+144%).  

Verblijfsaccommodaties: gebruik  en trends

De netto bezettingsgraad van hotelachtige onderkomens liep in 2008/09 uiteen van rond 28% in januari naar 72% in augustus (bron Eurostat). Wel was ze m.n. in het hoogseizoen hoger dan in het jaar daarvoor (tussen 29 en 58%). Het aantal betaalde overnachtingen was in 2009 t.o.v. 2008 met 15% gezakt van 48 miljoen naar 40,8 miljoen. Bij buitenlanders ging het van 34 miljoen naar 28,1 miljoen (-20%) en bij Ieren van 14 miljoen naar 12,7 miljoen (-9%). De tabel hieronder geeft meer info over de verandering bij de diverse soorten accommodaties onder buitenlanders en Ieren.

Type onderkomen

Overnachtingen x miljoen

Buitenlanders

Ieren

2009

+/- 

2009

+/-

Hotels

10,9 m

-20%

7,4 m

-2%

Pension / B&B

4,3 m

-22%

1,0 m

-15%

Appartement/ huurhuisje

10,3 m

-17%

3,1 m

-1%

Camping/ caravan

0,93 m

+20%

1,5 m

-20%

Zowel bij buitenlanders (BL) als Ieren (IE) steeg het aantal gratis overnachtingen bij familie en vrienden (BL 18,5 miljoen, +4%; IE 8,2 m, +2,5%). Het aantal overige overnachtingen (vaak in eigen of gehuurde mobiele/ vaste onderkomens) zakte onder buitenlanders flink (5,8 miljoen; -24%), maar bij Ieren ging het omhoog naar 4,8 miljoen (+2,5%); waarvan 3,1 miljoen in een eigen vakantiehuis (+3%). Al met al zakte het aantal overnachtingen van buitenlanders met bijna 12% naar 52,4 miljoen en bleef het aantal overnachtingen van Ieren vrijwel gelijk (26 miljoen, -1%). Naar regio van herkomst hebben Europeanen van buiten het VK of Ierland het grootste aandeel in de overnachtingen van buitenlanders (46,4%; 48,5% in 2008, d.w.z. -2%), gevolgd door Britten (29%; -0,2%), Amerikanen/ Canadezen (15,6%, +1,2%) en anderen (9%, +0,3%). De doorsnee verblijfsduur lag in 2008 en 2009 bij buitenlanders op 8,1 nacht. Ze was het kortst bij Britten (5,1 nacht in 09, -0,3 nacht), gevolgd door VS/ Canada (9,3 nachten in beide jaren), Europeanen van het continent (10,6n, -0,8n) en anderen (15,6n, +0,4n). Bij Ieren lag ze in beide jaren op 3,1 nachten. In hotels, pensions/ B&B adressen en bij vrienden/familie betrof het bij hen tussen 2 en 3 dagen, bij camping/ caravan 5 dagen en bij eigen of gehuurde vakantiehuizen/ appartementen ruim 6. 

Inkomend toerisme

Dagtoerisme legt in Ierland weinig gewicht in de schaal. In 2009 kwamen er 490.000 dagjesmensen. Hun aandeel in het buitenlands bezoek lag tussen 2005 en 2009 tussen 5 en 7% (7% in 09, in Tsjechië lag het in 2007 bijv. op 44%). De reden van hun komst was het vaakst zakelijk van aard (41%; recreatief 30%, bezoekjes 19%). Ruim de helft (56%) kwam uit het VK (uiteraard m.n. uit Noord-Ierland), met als verrassende 2e de VS en Canada (22%). Uit continentaal Europa kwam 20%. Van de toeristen van overzee komt het leeuwendeel per vliegtuig. Het aandeel dat met de veerboot kwam zakte tussen 2005 en 2009 van 15 naar 11%. In 2007 bereikte hun aantal een piek van ruim 8 miljoen (10% meer dan in. 2005), maar in 2009 was het met 6,92 miljoen gezakt tot iets onder het niveau van 2005. Qua motief zakte m.n. het deel dat voor vakantie, vrije tijd en recreatie kwam nogal (43% in 09, ruim 50% in 07; d.w.z. -7%). De bijdrage van het goedkopere bezoek aan familie en vrienden steeg navenant (34% van het bezoek in 09, +7%) en die van zakelijk bezoek bleef ongeveer gelijk (ruim 15%).

Qua bestemming kwam tussen 2004 en 2008 rond 63% van het buitenlandse bezoek in Dublin, gevolgd door het zuidwesten (±35%) en het westen (±25%). Naar land van herkomst vormden in 2008 onder de 7,8 miljoen bezoekers Britten met 3,9 miljoen het grootste contingent (precies de helft), gevolgd door 909.000 Amerikanen uit de VS (11,5%). Daarna volgden op afstand Duitsers (6%), Fransen (ruim 5%), Polen (bijna 4%), Spanjaarden (3%), Italianen (3%) en Nederlanders (150.000, 2%). De top10 werd vol gemaakt door 135.000 Australiërs en 96.000 Canadezen. Bij Britten (incl. Noord-Ieren) gingen in 2009 t.o.v. 08 de bezoeker aantallen het sterkst achteruit (-15,5%), gevolgd de rest van de wereld (12,5%), continentaal Europa (-9%) en de VS en Canada (-3%). Naar verblijfplaats stonden qua aantallen overnachtingen vrienden en bekenden bovenaan (35,5% in 09, 31% in 08, d.w.z. +4,5%), met daarna hotels (21%, -2%), huurappartementen/ huisjes (20%, -1%), overig (11,5%; -1%), pensions/ B&B (8,5%; -0.5%), hostels (rond 3%, iets gezakt) en campings (2%, was ruim 1%). Alleen gasten uit de VS en Canada sliepen het vaakst in hotels. Bij gasten uit de rest van de wereld stonden niet hotels, maar huurappartementen 2e. Uiteraard speelt het motief ook mee. Zo slapen mensen die voor werk of vakantie reizen het vaakst in hotels en huur onderkomens. Bij toeristen staan vrienden en bekenden 3e en bij de restcategorie (bijv. studie, sport, gezondheid of religie als motief) staan huuronderkomens op 1 en vrienden etc. op 2 (gegevens van het Ierse CBS CSO).

Reisgedrag van Ieren

Tussen 1998 en 2008 is onder Ieren het aantal lange vakanties (4 of meer dagen) en het buitenlands aandeel daarin sterk gegroeid. Eurostat kwam voor 2008 op 5,8 miljoen van zulke vakanties of bezoeken aan familie/ vrienden; een fractie minder dan in 2007, maar 2½ keer zoveel dan in 1998. Daarvan speelden zich er 1,2 miljoen af in eigen land (ruim 20%; in 1998 nog ruim 40%). In 2009 was de kredietcrisis goed te merken aan het feit dat goedkoper reizen en verblijven terrein won. Zo ging m.n. het aantal buitenlandse reizen/ overnachtingen onderuit en ook de verblijfsduur zakte wat. Het Ierse CBS kwam voor 08 en 09 op 8,3 miljoen binnenlandse reizen (+14% t.o.v. 2006) met 26 miljoen overnachtingen (-0,5% t.o.v. 08; +7% t.o.v. 06) en 7,3 miljoen buitenlandreizen (-9% t.o.v. 08, +4% t.o.v. 06) met 55,7 miljoen nachten (-12% t.o.v. 08; +2% t.o.v. 06).

Tussen 2006 en 2009 was bij binnenlandse reizen met verblijf (1 of meer nachten) voor werk, vakantie of iets anders de trend dat men vaker wegging en korter wegbleef. In aantal stegen ze van 7,3 miljoen naar 8,3 miljoen (+14%). Naar motief steeg het aantal vakantiereizen tussen 06 en 08 van 3,8 miljoen naar 4,4 miljoen, maar in 2009 zakte het naar 4 miljoen (49% in aandeel; in 08 nog 53%). Het aantal zakenreizen daalde van 761.000 in 06 (10%) naar 600.000 (7,5%) en het aantal bezoeken aan familie/ vrienden steeg van 2,25 miljoen (30%) naar 2,7 miljoen (33%). Ook reizen met andere motieven wonnen flink terrein. In aantal gingen ze van 468.000 naar 990.000 en in aandeel van 6,5 naar 13%. M.n. in 09 was de stijging opvallend (+48%), maar dat kan deels komen doordat men deze reizen voor het eerst uitsplitste op het formulier. Het aandeel reizen met organisatie vooraf zakte iets (54%, -1%). Uiteraard won het internet hier het meeste terrein (van 17 naar 26%), ten koste van telefonisch (24%, -6%), club (2%, -0,5%), werkgever (1,8%, -1,3%) en reisagent (0,6%, -0,7%). Naar leeftijd steeg het aandeel van 50plussers nogal (42% in 09: 33% in 06; d.w.z. +9%), m.n. ten koste van de groep tussen 20 en 50j (37,5%, -6,5%) en naar transportmiddel dat van de eigen auto (88%, +3%; bus/trein bleef rond 10%). Naar verblijfplaats steeg t.o.v. 06 de bijdrage van vrienden en bekenden (35,4%, +0,7%), hotels (41%, +1%) en een eigen vakantiehuis (6%, +0,1%) ten koste van pension/ B&B (4,6%, -2,7%), huurhuisje/ appartement (6%, -0,6%) en camping (3,2%, -0,8%).       

Tussen 2006 en 2008 steeg het aantal buitenlandse reizen met verblijf (1 of meer nachten) voor werk, vakantie of iets anders met ruim 15% naar ruim 8 miljoen en het aantal overnachtingen ging met ruim 17% omhoog naar 63,5 miljoen. In 2009 telde men echter maar 7,3 miljoen reizen (-9%) met 55,7 miljoen overnachtingen (-12%). Naar bestemming hebben Ieren (na het VK) een voorkeur voor zonbestemmingen en Angelsaksische immigrantenlanden. Wel verloren in 2008 alle verre oorden (Amerika uitgezonderd) reeds terrein, maar in 2009 moesten ook Noord Amerika en het Europese continent er aan geloven. Tussen 2007 en 2009 ging rond 85% van de reizen naar een EU27 land en daar werd 70% van de overnachtingen in het buitenland doorgebracht (zoals overal is de duur van het verblijf langer naarmate men verder weggaat). In 2009 scoorden de VS en Canada 8% van de reizen (9% in 08) en 12,7% van de nachten (in 08 nog 15,4%). Naar landen bleef het VK de topper (2,46 miljoen, +6%, 40% van de reizen, 35% in 08) en dit bleef (dank zij Noord-Ierland) met Australië en nieuw Zeeland de enige grote bestemming waar naartoe het aantal reizen omhoog ging. Daarna volgden Spanje (1,44 miljoen, -16%; 22% van de reizen, -3%), Frankrijk (765.000, -12%, 12% reizen), VS/ Canada (559.000, -22%; 8% r), Italië (-13%, 6% r), Duitsland (-8%, 3% r), Oostenrijk (0%, bijna 2% r), Australië (+3%, ruim 1% r) en NL (-25%, ruim 1% r).

Naar motief steeg het aantal vakantiereizen tussen 06 en 08 van 4,6 naar 5,6 miljoen, maar in 2009 zakte het naar 5 miljoen (68% in aandeel; 70% in 08). Het aantal zakenreizen daalde van 783.000 in 06 (11%) naar 638.000 (8,5%) en het aantal bezoeken aan familie/ vrienden steeg van 1,32 miljoen (19%) naar 1,52 miljoen (21%). Ook reizen met andere motieven wonnen terrein. In aantal gingen ze van 268.000 naar 632.000 en in aandeel van 3,5 naar bijna 9% (+75% in 09). Het aandeel reizen zonder organisatie vooraf was gering, maar ging wel omhoog (4,3%, +0,5%). Hier won het internet terrein (van 61 naar 73%), m.n. ten koste van de reisagent (van 23 naar 14%; telefoon van 5,7 naar 5,2%; werkgever van 3,8 naar 2,5%, club rond 1,7%). Naar leeftijd steeg het aandeel van 50plussers (45% in 09: 34% in 06; d.w.z. +11%), m.n. ten koste van de groep tussen 20 en 50j (37%, -9%) en naar transportmiddel dat van de eigen auto (van 5 naar 8%) en de boot (veerboot, cruiseschip van 5 naar 6%) ten koste van het vliegtuig (84%, -3%) en bus of trein (1,5%, -0,3%). Naar verblijfplaats wonnen vrienden en bekenden (van 23,5% naar 27%), campings (3,2%, +0,5%) en het eigen vakantiehuis terrein (4,1%; +0,1%) ten koste van het duurdere hotel (43%; -2,7%), huurhuisje/ appartement (16%, -1,3%) of pension/ B&B (3,1%; -0,2%).