Wetenswaardigheden

Historische context van de etnische verhoudingen

Van de middeleeuwen tot ver in de 18e eeuw was de Duitse landadel, die de Letten als lijfeigenen zag, bepalend. De 17e eeuw vormde een intermezzo omdat de Zweden het toen voor het zeggen hadden. Die perkten de macht van Duitsers in ten gunste van de Letten zelf. Daarom bleven Zweden relatief warme gevoelens oproepen en tijdens perioden van onderdrukking door Russen/ Sovjets vluchtten bijv. veel Letten naar het Zwedenrijk. Delen van Letland waren een paar keer onderdeel van het roomse Pools Litouwse gemenebest. Daar bleef bijv. de roomse kerk invloedrijk. Het Russische volksdeel is in het zuidoosten vanouds relatief groot. In de 18e eeuw namen de Russen in heel Letland het stokje over en ze gaven de Duitse landadel hun macht terug om de eigen positie te consolideren. In 1861 was overal het lijfeigendom van de baan. Er kwam een onafhankelijke boerenstand en een proletariaat op en dat droeg bij aan besef van eigen identiteit en een nationalistische beweging. Door pogingen van de tsaar tot Russificatie kwam de eigen taal en cultuur daarna steeds meer onder druk te staan.

Esten, Letten en Litouwers moesten zich in hun strijd voor onafhankelijkheid zowel Russen als Duitsers van het lijf houden. Ook toen al was m.n. in Letland sprake van wisselende loyaliteiten, vooral onder de Letten zelf. Zo kende het land in 1919 (kort voor de eerste onafhankelijkheid) 3 verschillende regeringen, één van de nationalistische beweging, één die loyaal was aan de Sovjets en één uit de hoek van de Baltische Duitsers. De eerste republiek (1920-1940) ging aanvankelijk erg tolerant om met minderheden. Zo mocht in het parlement en buiten het hoger onderwijs tot 1934 naast Lets Russisch en Duits worden gesproken. De Russische minderheid was vaak al generaties lang in Letland, al zaten er ook wat vluchtelingen voor de Sovjets bij. De joden vormden de intellectuele elite en de Duitsers waren vaak nazaten van de oude landadel. De minderheden behielden hun eigen taal en cultuur en velen spraken bijv. geen Lets. De nationalist Ulmanis die in 1934 aan het bewind kwam vond dat Letland van de Letten moest zijn. Minderheden kregen minder invloed, maar Ulmanis stond geen geweld tegen hen toe. Vanaf 1939 werd Letland vermalen in de machtstrijd tussen Nazi Duitsland en de Sovjets. Wisselende loyaliteit en verraad waren in WOII alles bepalend. Na de oorlog was het joodse volksdeel gedecimeerd, 125.000 Letse Letten hadden een voortijdig einde gevonden en Baltische Duitsers die het hadden overleefd waren in Duitsland. In de Sovjet tijd bleven in de schier oneindige wouden van Letland tot 1956 partizanen actief. Er werden 340.000 Letten gedeporteerd, waarvan 130.000 het niet overleefden. Door emigratie (ballingschap) en russificatie (deportatie van Letten, immigratie uit andere Sovjet republieken) steeg het aandeel niet Letten enorm. Tussen 1935 en 1989 ging het aandeel Russen van 10,5 naar 34%. Het segment Witrussen steeg van 1,4% naar 4,5% en het segment Oekraïners van 0,1 naar 3,5%. De Letten vormden in 1989 met 52% in eigen land nog maar net een meerderheid.

Na het herstel van de onafhankelijkheid in 1991 kregen alleen niet Letten uit families die voor 1940 al in het land woonden automatisch een Lets paspoort. De rest (715.000 inwoners, 27% van de bevolking) had een ander paspoort of bleef stateloos. Stateloze Letten hebben geen actief en passief kiesrecht en beperkte toegang tot overheidsbanen en pensioenrechten. Om Let te worden moeten ze via een inburgeringtoets blijk geven van kennis van de Letse taal en geschiedenis (vanuit de optiek van de Letse Letten) en de tekst van het volkslied. Tussen 2005 en 2010 hebben 134.000 niet Letten dit scenario ondergaan en zich laten naturaliseren. Veel Russischtaligen hechten aan de oude situatie waarin ze geen Lets hoefden te leren en alle Letten wel Russisch kenden. In juli 2011 waren nog 320.000 inwoners (14,4% van de bevolking) stateloos omdat ze geen examen deden of er voor zakten. Dit waren voor 66% Russen (35% van de Russen), voor 13,5% Witrussen (55%) en voor 9% Oekraïners (56%). Rond tweederde van de statelozen woont in de 3 grote steden Rīga, Daugavpils en Liepāja. In Daugavpils vormen etnische Russen de meerderheid. Van de totale bevolking was in 2011 etnisch gezien 59,5% Let, 27,5% Rus, 3,5% Witrus, 2,5% Oekraïens, 2,3% Pools en 2,1% Litouws. De partij Harmonie Centrum met de burgemeester van Riga Nils Oesakov als leider won najaar 2011 de parlementsverkiezingen. Buiten Russischtaligen stemmen er ook Letten op. Ze bleef buiten de regering, maar is een factor om rekening mee te houden en kan wellicht de stemlozen een stem geven. In februari 2012 was er een referendum om Russisch tot erkende 2e taal te maken en zo het verplichte inburgeringexamen voor stemrecht ter discussie te stellen (uiteraard zou de partij zelf daar ook garen bij spinnen). Het plan kreeg slechts de steun van 25%, echter bij een hoge opkomst (70%), hetgeen er wel op wijst dat de kwestie leeft. Harmonie hangt een gematigd sociaal democratische koers aan en/ maar heeft officiële banden met de partij van “tsaar Vlad I” Poetin Verenigd Rusland.

Letland en buitenlanden

Het hertogdom Koerland en Semgallen (Letland ten westen van Rīga), dat onder het Pools Litouwse rijk viel, kende in de 17e eeuw het West Afrikaanse Gambia en de Caribische eilanden Trinidad en Tobago als wingewesten.

Vanaf de 17e eeuw emigreren er al mensen uit het huidige Letland naar de VS met  pieken rond 1890 (vluchtend voor tsaristisch Rusland) en WOII en de Sovjet bezetting.

Het aantal Letse vluchtelingen vanwege WOII en de Sovjet bezetting lag rond 120.000. Ze kwamen in een hele reeks landen terecht.

Ook na 1991 vertrokken veel Letten naar West-Europa en Amerika om te werken of te studeren, maar veelal in eerste instantie niet om er te blijven.

Er kwamen ook veel Letten terug naar Letland (bijv. uit de VS als naïeve arrogante lulletjes en trutjes die het wel eventjes gingen maken).

Rond 2011 leefden buiten Letland de meeste Letten in de VS (100.000), gevolgd door Ierland (45.000), het VK (40.000), Rusland en Canada (beide 28.000). Aan de wal van de EU voeren Duitsland (10.000) en Zweden (4200) de lijst aan.

Per 1-1-2011 telde België ruim 700 en Nederland 2259 Letten (734 in 2005; +300%), waarvan 374 in NL geboren kinderen (293 uit één Letse ouder).

In Letland woonden toen 136 in België (48 in 2005, bijna +300%) en 153 in Nederland geborenen (60 in 05, +250%)

Veel Nederlanders zien Letland slechts als een obscuur homofoob landje aan de Oostzeekust waar een homofiele babyverkrachter vandaan komt.

Terecht gaat rond 99% van de tekst over Letland op deze website over geheel andere zaken (de tekst die er wel over gaat is te vinden bij bevolking etc. onder “emancipatie naar geaardheid”). 

Demografie, de Letten zelf

Rond 1990 had de Letse bevolking een maximum bereikt van bijna 2,7 miljoen. Daarna zakte ze met zo’n 18% naar 2,2 miljoen in 2011.

Kort na 1991 vertrokken veel Sovjet militairen met hun gezin, maar na 1995 kwam de afname meer op conto van een sterfteoverschot dan op dat van emigratie.

In 2010 woonde 47% van de bevolking (NL 63%; BE 54%) in een gebied met meer dan 500 inwoners per km² en maar liefst 51% in een gebied met minder dan 100 per km² (NL 2,2%, BE 4,1%; Eurostat: living conditions, housing conditions).

Bijna 1 van de 3 inwoners woont in de hoofdstad Rīga (700.000 inwoners in 2011). De 2e stad Daugavpils kwam op 102.000. In beide steden vormen Letten een minderheid (Rīga 42% Let, 41% Rus; Daugavpils 52% Rus, 18% Let, 14% Pool),

Daarna volgen naar inwonertal Liepāja (83.000) aan de zuidwestkust, Jelgava (64.000) ten zuiden van Riga en badplaats Jūrmala bij Riga (56.000).

Op http://www.li.lv/ staat onder society/ Latvians info over de Letten zelf. Er zijn er wereldwijd ruim 1,5 miljoen en ze zijn voor 90% in Letland te vinden.

In 2010 waren de meest voorkomende voornamen bij mannen Jānis, Andris, Juris, Edgards en Māris en bij vrouwen Anna, Kristīne, Inese, Inga en Ilze. De top5 van de achternamen zijn Bērziņš, Kalniņš, Ozoliņš, Jansons en Ozols.

Politiek krijgen rechts en links liberale partijen opvallend veel aanhang. Letten staan vanuit het Sovjet verleden argwanend t/o het idee van “vadertje staat”,

Mede vanuit de recente geschiedenis van onderdrukking, ballingschap en deportaties vormen traditie en nostalgie hoofdelementen in de Letse cultuur en folklore.

Ook liefde voor tuinieren, (overleven in) de natuur en een natuurzuivere levenswandel staan hoog in de Letse waarden hiërarchie.

Letten zijn vergeleken met Scandinaviërs wat meer collectivistisch (bijv. sterkere familiebanden) en argwanender over wat anders is dan ze zijn gewend.

De cultuurdimensies van Hofstede

Op http://www.geert-hofstede.com/hofstede_dimensions.php zijn uitslagen te vinden van het onderzoek van de Nederlandse cultuursocioloog Geert Hofstede met een toelichting over de dimensies die hij hanteert om cultuurverschillen tussen volken in kaart te brengen. Uitslagen voor Letland staan daar nog niet bij. Uiteindelijk is het onderzoek gedaan in ruim 80 landen op de 4 cultuurdimensies onzekerheidsvermijding, machtsafstand, individualisme – collectivisme en masculien – feminien. Daarbij moet een score op één dimensie worden gezien binnen de context van het landspatroon op alle 4 dimensies. Hofstede zelf legde de basis veelal tussen 1970 en 1990 bij werknemers van multinationals; van leidinggevend tot werkvloer. Daarna vond de research plaats in meer landen. Ook in Letland betrof het echter verkennend onderzoek onder steekproeven van studenten en die zijn wellicht minder representatief voor de hele bevolking. Ze zijn nog jong en verkeren in het relatief vrijdenkende en weinig autoritaire hoger onderwijs milieu en dat alles beïnvloed hun scores. Zo schetsen sites met tips rond zakelijke etiquette bijv. vaak een aanzienlijk formeler en conventioneler beeld van landen waar het onderzoek naar de dimensies van Hofstede alleen bij studenten plaats vond. Om toch een indruk te krijgen kunnen de cultuurdimensies van Hofstede ook worden gekoppeld aan bronnen die inzicht bieden rond maatschappelijke en arbeidsverhoudingen en verschillen in inkomen etc. en de opinies daaromtrent. Deze zijn op deze website bijv. te vinden onder economie, onderwijs, bevolking, religie en gezondheidszorg.

Op http://www.v4ce.net/members/huettinger/research.html biedt “National cultural values in the Baltic states” een uitstekende presentatie van onderzoek bij studenten en pas afgestudeerden naar de Hofstede dimensies.

Daaruit komt o.m. naar voren dat de deelnemers uit Letse minderheden hoger scoren op collectivisme en masculiniteit dan de Letse Letten.

De onzekerheidsvermijding (OZV, angst voor onbekende risico’s) is in Letland (LV) wellicht hoger dan in NL en wat lager dan in België (BE).

Bij een hoge OZV is de regelzucht doorgaans groter dan bij een lage en men benadert onvoorspelbaarheid en onbekendheid minder laconiek.

Ook bestaat minder ruimte voor fantasie, verrassing en improvisatie. Men verhuist moeilijker en gaat moeilijker heel ander werk doen. Men is eerder ongerust en maakt zich sneller druk om wat mis zou kunnen gaan.

In overleg en besluitvorming kiest men in NL wat makkelijker voor wat handig is (compromis, gedogen) en in BE en LV wat meer voor beginselvastheid. Men mag in NL  meer van mening veranderen dan in BE en LV.

In LV en BE krijgen OZV waarden netheid/ pietluttigheid en werklust meer steun dan in NL. Werkstress wordt er ook meer ervaren dan in NL.

Personeel is in LV net als in BE vaak gericht op duidelijke richtlijnen en partijen moeten nog wennen aan eigen initiatief en verantwoordelijkheid van werknemers.

Doordat Letland, anders dan NL en BE, een flinke minderheid kent van verpauperde voormalige bezetters lopen vergelijkingen m.b.t. immigrant vriendelijkheid, het aandeel kosmopolieten en de waardering van immigranten enigszins mank.

Het volksdeel dat etnisch raciale of religieuze spanningen ervaart was in 2009 en 2007 in LV in elk geval wel veel kleiner dan in NL en BE.

De aanhang voor tolerantie en openheid als waarde is in Letland klein vergeleken met NL en BE, maar die van culturele diversiteit groot (Eurobarometer 278, wave 67, QA 16).  

Jonge Letse hooggeschoolden delen met Duitsland, Oostenrijk, Scandinavië, NL, het VK, de VS, Canada en Australië een kleine machtsafstand (MA). In België en onder de rest van de Letten is de MA groter.

In landen met een erg kleine MA moeten machthebbers hun best doen om minder machtig te lijken dan ze zijn en bij een grote MA geldt het omgekeerde.

Een eurocent kan bij een kleine MA relatief gemakkelijk een eurodubbeltje worden, maar bij een erg grote MA lukt dat bijna niet. 

Mensen van uiteenlopende machtsniveaus voelen zich bij een kleine MA niet bedreigd en zijn bereid anderen te vertrouwen. Men gaat om met mensen uit verschillende lagen.

Bij een erg kleine MA hebben levensstijlen en statussymbolen van maatschappelijke lagen (en daarmee mogelijk ook vooroordelen en wantrouwen) weinig invloed.

Bij een grote machtsafstand horen respect voor afkomst (bijv. adellijke titels), rang en positie en voor ouderen. Men moet in NL meer dan in LV en BE gezag verdienen, bijv. via opstelling of prestaties.

Omgangsvormen, posities, rangen, taken en verantwoordelijkheden zijn in BE en in mindere mate in LV meer afgebakend en men delegeert moeilijker dan in NL.

In de Sovjet tijd was de MA in Letland groter en m.n. onder etnische Russen is dat nog te merken.

M.n. oudere leidinggevenden vinden titels en hiërarchie vaak belangrijk. Respect voor ouderen is in LV meer verbreid dan onder autochtone Nederlanders.

M.n. in de zakelijk financiële wereld zijn titels en achternamen in LV belangrijk. Hier noemt men elkaar pas bij de voornaam op voorstel van Letse kant. 

Waarom leidinggevenden iets beslissen blijft In BE en LV meer geheim dan in NL. Ze staan op hun strepen en hoeven zich minder te verantwoorden naar “personeel”.

Het volksdeel met werkgever werknemer spanningen was in 2009 in LV en NL wel kleiner dan dat in België (EB 321, wave 72.1).

In 2005 was in NL onafhankelijkheid populairder dan in LV en BE om kinderen bij te brengen, maar gehoorzaamheid scoorde in BE hoger dan in NL en LV.

De relatie leerling leraar is in BE formeler en hiërarchischer dan in NL. In LV gaat het op scholen bij jonge docenten vaak gemoedelijk toe. 

Via http://www.weforum.org/reports is te zien dat in 2011 Letland op plek 19 stond op de Global gender gap index die de mate van gelijke berechting van vrouwen wereldwijd meet. NL stond op 15 en België op 13. T.o.v. 2009 was België sterk gestegen.

De Letten voerden net als in 2009 de wereldranglijst aan bij onderwijs en overleven/ gezondheid. Bij politieke deelname scoorden ze relatief slecht.

In Letland is de manvrouw polariteit in beroepen sterker aanwezig dan in NL, maar het aandeel vrouwelijke technici en leidinggevenden in bedrijfsleven en ambtenarij valt er onder de wereldtop.

Op de dimensie masculinum feminien (MF) nemen België en Letland een middenpositie in. Jonge gestudeerde Letse Letten, Nederlanders en Scandinaviërs scoren feminien.

In feminiene landen staan vrouwelijke waarden als dialoog, tact, compromis, vertrouwen in de ander en steun voor wat zwak is hoog aangeschreven.

In masculiene landen als de VS hebben mannelijke waarden als uitdagen, polarisatie, debat en competitie (incl. inkomensverschillen) prioriteit en moet het zwakke assertief en sterker worden.

Ook zijn in masculiene landen mannen echte mannen en vrouwen echte vrouwen (MV polariteit). In feminiene landen ziet men vaker uniseks e.d.

Het vertrouwen in de (onbekende) medemens was in 2009 in LV kleiner dan in BE en flink kleiner dan in NL en Scandinavië.

De Letse inkomensverschillen zijn flink groter dan die van NL en BE. Het volksdeel met armrijk spanningen was in 2009 in LV groter dan in BE en flink groter dan in NL.

In LV en BE is de groep die begaan is met het lot van zwakkeren in de samenleving als gehandicapten en bejaarden kleiner dan in NL en Scandinavië.

De feminiene waarde sociale gelijkheid en solidariteit krijgt bij minder Letten de handen op elkaar dan in NL en BE en voor het masculiene ondernemerschap geldt het omgekeerde (EB 278, QA 16).  

In feminiene culturen wordt homoseksualiteit meer geaccepteerd dan in masculiene en in voormalige Oostbloklanden minder dan in andere EU landen. Letland scoort hiermee lager dan NL en BE.

NL, Angelsaksische landen, Scandinavië en Vlaanderen delen een sterk individualisme (IDV). Welvaart, verstedelijking en protestantisme scheppen daar ruimte voor. Letten kunnen betiteld worden als gematigd individualistisch.

Naarmate IDV hoger wordt, worden de banden tussen individuen losser. Sterk individualisme op zich bewerkstelligt een verzameling losse eenzaten.

In IDV landen staan zorg voor jezelf en je eventuele gezin voorop. Familiebanden zijn er niet erg hecht en eigen levensstijl, vrijheid van meningsuiting, zelfstandig denken en scheiding werk privé staan er hoog in het vaandel.

In onderwijs en werk wordt nadruk gelegd op het aansluiten bij individuele behoeften en mogelijkheden.

Hiermee valt het verschil op met de armere landen waar in deze rijke landen de grootste immigranten groepen vandaan komen.

In arme landen heeft een collectivistisch waardepatroon met nadruk op familiebanden, hulp, gastvrijheid, loyaliteit en conformisme juist meer overlevingswaarde.  

Individualistische landen kennen een schuld en excuus cultuur en collectivistische landen  een schaamte en ontkenningscultuur uit angst voor gezichtsverlies.

Direct oogcontact bij kennismaken en groeten wordt in IDV landen met een kleine machtsafstand sterk ervaren als teken van eerlijkheid, betrouwbaarheid en serieusheid.

Veel collectivistische landen kennen een grote MA en een hoge OZV. Daar geldt vaak het omgekeerde (nederigheid en ogen neerslaan voor een hoger geplaatste).

In Letland zijn de familiebanden relatief sterk en mantelzorg staat hoog in het vaandel. Letten zijn om de verhouding goed te houden eerder terughoudend dan bot.

In Letland komt schaamte voor psychische noden meer voor dan NL. Velen willen een vriend of familielid er liever niet mee lastig vallen zodat ze als de bom uiteindelijk barst bij een beroepkracht terecht komen.

Werk en privé worden in Letland wel gescheiden. Velen houden collega’s bijv. vaak het liefst buiten vriendschappen die men op het werk opdoet.

Vrijheid van meningsuiting wordt echter veel minder vaak onderschreven dan in NL en BE (EB 278, QA 16).  

Wel ziet men oogcontact weer als eerlijk en niet als brutaal. Ook vindt men woord houden en eigen verantwoordelijkheid belangrijk.

Voor bezoekers

Op en via http://Letland.startpagina.nl/ is info te vinden rond Letland, bijv. m.b.t. vakantie, verblijf, Letten en Nederlanders en evenementen. 

Op http://wikitravel.org/en/Latvia zijn de reistips en praktische info toegespitst op jongeren en studenten. Ook http://www.li.lv/ is een waardevolle bron.