Wetenswaardigheden

Slovenië  en Nederland

Het CBS telde per 1-1-2009 in Nederland 58 Slovenen (26 in 2000); 35 mannen en 23 vrouwen.

Op 1-1-09 woonden volgens het Sloveense CBS meer Nederlanders in Slovenië, te weten 92, waarvan 59 man en 33 vrouw.

Onbe­kend is echter hoeveel van de ruim 78.000 voormalige Joegoslaven die op die peildatum in Nederland woonden uit Slovenië komen.

Volgens http://nl.wikipedia.org/wiki/Slovenen ligt het aantal Slovenen in NL rond 1000 en in België rond 1500.

In Limburg woonden in 2002 nog zo’n 150 Sloveense gezinnen van voormalige mijnwer­kers. In 1929 bereikte hun aantal daar een maximum (rond 4000). De Slovenen in België werkten vooral in mijnen in de Kempen.

Volgens http://www.iisg.nl/hbm/slovenen/ waren in 2009 in NL 2 Sloveense verenigingen actief, Folklorna Skupina Nizosemska (volksdansgroep Nederland) en zangkoor Zvon.

Nederland is voor Slovenië economisch best wel belangrijk. In 2007 was NL de 3e investeerder in het land en in 2008 de 7e invoerpartner. In dat jaar waren Nederlanders qua inkomend toerisme met 65.000 bezoekers 6e .

Het brommermerk Tomos is van oorsprong een Sloveens merk. Er staat al jaren een Tomos fabriek in Epe; na 2000 de enige fabriek in Nederland die brommers en snor­fietsen (waaronder de meest verkocht snorfiets) maakt.

De posterplakkers van de Nederlandse club “Loesje” waren in Slovenië eveneens actief onder dezelfde naam.

Nederland heeft een ambassade in Ljubljana en de Slovenen beschikken in NL over een ambassade in Den haag en een consulaat in Breukelen.

Slovenië  en buitenlanden

In de buurlanden wonen ±200.000 Sloveenstaligen; waarvan rond 110.000 in het aangrenzende deel van Italië (Friuli Julisch Venetië; Furlania Julijska Krajina op zijn Sloveens), gevolgd door Oostenrijk (45.000), Kroatië (25.000) en Hongarije (5000).

Tussen 1875 en 1941 emigreerde ongeveer 1 op de 3 Slovenen. Thans telt de wereld zo’n 350.000 mensen met een Sloveense identiteit.

De grootste Sloveense gemeenschappen zitten in de VS (175.000), Duitsland en Canada (beide 30.000), Australië en Argentinië (beide 25.000).

Tussen 1995 en 2008 kende Slovenië bijna ieder jaar een immigratiesaldo. Tussen 2004 en 2008 steeg het van 1900 naar 18.500. De grootste groep blijft iedere jaar uit voormalige Joegoslavië komen.

Het saldo komt geheel op het conto van buitenlanders, want onder Slovenen bestaat sinds 2000 elk jaar een emigratiesaldo (2135 in 08).  

Slovenië maakt het buitenlanders moeilijk om er land te kopen omdat men vreest voor te veel grondbezit door buitenlanders. Sinds 1/1-2003 mogen EU ingezetenen die minstens 3 jaar in Slovenië wonen onroerend goed kopen. 

Slovenië en Slovenen

In 2008 woonde slechts 30% van de bevolking in een plaats met meer dan 5000 inwoners en volgens het Sloveense CBS woonde 49% van de bevolking in stedelijk gebied (weinig naar EU maatstaf).

De grootste gemeenten waren Ljubljana (268.000), Maribor (96.500), Celje (38.000) en Kranj (36.300).

De meest voorkomende voornamen in Slovenië zijn Marija en Ana voor vrouwen en Franc en Janez voor mannen. Novak en Horvat zijn de meest voorkomende achternamen.

In 1895 werd Ljubljana grotendeels verwoest door een aardbeving en op 12 april 1998 raakten in het Soca-dal 3000 gebouwen beschadigd door aardschokken.

Toch veroorzaakten deze in dat jaar maar 18% van de €170 miljoen aan schade door natuurrampen. Toen en in 2007 waren overstromingen de grootste boosdoener. Tussen 1998 en 08 kwam de meeste schade door droogte, overstroming en hagel.

De Postojnagrot is één van de bekendste speleologische trekpleisters in Europa. Ze trok in totaal al meer dan 26 miljoen toeristen. De Skocjangrotten in het Triglav nationale park zijn tot 1400 meter lang en komen tot 150 meter onder de grond.

Volgens http://www.slovenia.si/society/ valt een zingend iemand met een goed glas wijn onder de Sloveense identiteit. De nationale dichter France Prešeren schreef in ieder geval het volkslied in de vorm van een wijnglas met een korte poot. 

Onder de Sloveense karaktertrekken noemde de psycholoog Anton Trstenjak ijverig en eerlijk, maar ook neigend tot jaloezie, tweedracht, somberheid en onderdanigheid.

Uit onderzoek van de psycholoog Janez Musek kwamen de Slovenen uit de bus als behoorlijke binnenvetters die neigen tot melancholie en (te) grote ernst. De term gastvrije levensgenieter acht hij echter ook van toepassing

Verder zijn ze volgens hem nogal gewoontedieren en meer individualistisch dan Duitsers. Desondanks is Slovenië naar zijn zeggen ook een soort groot dorp. Iedereen kent wel een beroemdheid persoonlijk en er wordt veel geroddeld.

Musek ziet meer avontuurlijkheid en ambitie (veel extreme sporters) dan onderdanigheid in Slovenen. Tot de grote hobby’s behoren bergbeklimmen en tuinieren.

De cultuurdeelname ligt relatief hoog. Schlagers en metal en gothic rock zijn daarbij wel erg populair.

Men is in zijn land volgens Musek vatbaar voor zelfdestructiviteit vanuit ingehouden agressie (hoge, maar dalende, cijfers bij zelfmoord en veel verkeersongelukken).

Recente officiële cijfers over alcoholgebruik (uit 2007) zijn weliswaar relatief laag, maar bij zowel Musek als bezoekers van het land is de indruk toch anders.

De cultuurdimensies van Hofstede

Cultuursocioloog Geert Hofstede onderzocht ruim 80 landen op de 4 cultuur dimensies machtsafstand, onzekerheidsvermijding, individualisme – collectivisme en masculien-feminien.

Op http://www.geert-hofstede.com/hofstede_dimensions.php staan de uitslagen van het onderzoek van Hofstede met toelichting over de dimensies.

Slovenië staat hier niet bij, maar Hofstede deed wel onderzoek in voormalig Joegoslavië en Jazbec (2005) onderzocht in 2004 de dimensies voor Slovenië.

De onzekerheidsvermijding (OZV) was in Slovenië volgens Jazbec 72% van de maximale score in de landen waarin Hof­stede deze cultuurdimensie onderzocht. In België ligt ze nog hoger (rond 90%) en in NL tegen de 50% (laag gemiddeld).  

Eén en ander zou betekenen dat Belgen en Slovenen wanorde, onvoorspelbaarheid, onbekendheid en ongestructureerdheid slechter verdragen dan Nederlanders.

Duidelijke posities en omgangsvormen zijn bij een hoge OZV belangrijk omdat ze houvast geven.

Taken, rangen en verantwoordelijkheden zijn duidelijker afgebakend en men delegeert minder dan in landen met een lage OZV.

Bij een hoge OZV passen ook schoon en netjes (in Slovenië houdt men bijv huis, trappenhuis, tuin en buurt netjes), punctueel met afspraken, voorliefde voor stiptheid, betrouwbaarheid, discipline en vakkennis en een trage bureaucratie..

In opvoeding en onderwijs worden in Slovenië de bij een hoge OZV passende waarden volharding/ beslistheid, gehoorzaamheid, zorgzaamheid/ netheid en hard werken relatief veel onderschreven.

In overleg en besluitvorming wegen waarheid en principes bij een hoge OZV relatief zwaar en bij een lage OZV nut, wat handig is (compromis, gedogen) en opportunisme.

Bij wie in loondienst werkt is de werkorganisatie in Slovenië en België wat strakker dan in bijv Nederland en de werkroutines liggen wat vaster.

Sloveense werknemers hebben geleerd zelf verantwoordelijkheid te nemen en de leiding  leerde om te luisteren en hen een deel van hun macht toe te vertrouwen.

Non-conformisme en excentriek gedrag worden minder goed verdragen. Dit geldt in alle lagen van de samenleving, dus ook in z.g.n. alternatieve jeugdculturen (alternatief conformisme in kleding en gedrag, dus eigenlijk lood om oud ijzer).

Dit maakt het land trendgevoelig en het kan pesterij en vreemdelingenangst in de hand werken.

Hoge onzekerheidsvermijding gaat gepaard met achterdocht tegenover het onbekende. Het vertrouwen in de (onbekende) medemens is in Slovenië wat kleiner dan in BE en in BE weer kleiner dan in NL. Men heeft een sterke ons kent ons cultuur.

Op waardering van immigranten scoorde men in 2006 en 07 wat lager dan in en BE en NL. Verschillen in etniciteit en religie spelen in Slovenië een kleinere rol.

In 2007 voelden minder Slovenen dan Nederlanders of Belgen een band met Europa en de groep die geïnteresseerd was in culturele uitwisseling met EU landen was wat kleiner dan in België of NL. Bij België speelt wellicht mee dat Eu instellingen er zijn gevestigd.

Op de dimensie masculien-feminien; neemt België een middenpositie in, scoort Slovenië feminien en NL, net als Scandinavië, sterk feminien.

In masculiene landen worden uitdagen, polarisatie, debat en scherpslijperij gewaardeerd en in feminiene landen dialoog, tact, diplomatie en compromis.

De meeste Slovenen gaan debat en confrontaties het liefst uit de weg, vermijden ruzie en het mogelijke kwetsen van anderen en zoeken de overeenkomsten.

De manvrouw polariteit is in België in beroepen wat sterker aanwezig dan in Slovenië of Nederland. Sloveense mannen deden in 07 relatief veel traditionele vrouwentaken.

De voorzieningen in NL vormen een schoolvoorbeeld van een individualistische zorgsamenleving. In Slovenië zijn ze voor een nieuw EU land relatief goed.

In feminiene culturen wordt homoseksualiteit meer geaccepteerd dan in masculiene. NL scoort hiermee het hoogst binnen de EU. Slovenië scoort relatief laag, maar wel het hoogst binnen de 12 nieuwe EU landen.

NL, Angelsaksische landen en Scandinavië delen een sterk individualisme (IDV). Welvaart, verstedelijking en protestantisme scheppen daar ruimte voor.

In het onderzoek van Jazbec scoorde Slovenië nog hoger op IDV. België (m.n Vlaanderen) is gematigd individualistisch. Het vroegere Joegoslavië scoorde collectivistisch.

Sterk individualisme maakt de bevolking tot een verzameling losse eenzaten. Door de combinatie feminien en hoge OZV is men in SL daarbij eerder gevoelig dan bot.

Qua opvang van hulpbehoevende ouders scoorden in Slovenië in 2007 zowel intrekken bij kinderen als opname in een verpleeghuis hoger dan in NL en BE.

Het volksdeel dat nooit (onbetaald) zorgde voor bejaarde of gehandicapte verwanten was in 07 in Slovenië wat groter dan in BE en NL (78%, NL en BE 70%).

Wat minder Slovenen dan Belgen en Nederlanders maakten zich in 07 druk over eventuele risico’s in de sfeer van verwaarlozing of uitbuiting van bejaarde ouders. Naasten werden in Slovenië relatief vaak gezien als potentiële daders.

Volgens http://www.eurofound.europa.eu/index.htm onder EQLS, survey mapping tool zagen Slovenen in 2007 (niet inwonende) ouders en familieleden gemiddeld vaker dan Belgen en Belgen weer wat vaker dan Nederlanders. Dit wijst weer op collectivisme.

Ook het volksdeel dat anderen buiten de eigen huishouding regelmatig helpt aan eten of geld (30,5%) was in Slovenië groter dan in NL (25,5%) of België (22%).

Dat scoort op zowel feminien als collectivistisch, maar het kan mede verklaard worden vanuit de enorme dichtheid aan moestuinen in Slovenië.

In Slovenië had in 07 maar liefst 66% van de huishoudens een moestuin en/ of scharrelvee, veruit het hoogste aandeel binnen de EU27 (NL 8%, BE 21%). 

Slovenië kent wel de schuld en excuus cultuur van individualistische landen. Ontkenning en de ogen neerslaan uit schaamte kan bijv als onoprecht overkomen.

Slovenië deelt met Duitsland, NL, de VS, het VK, Canada, Australië en Scandinavië een kleine machtsafstand (MA). In België is de MA groter (hoog gemiddeld).

In landen met een erg kleine MA moeten machthebbers vaak hun best doen om minder machtig te lijken dan ze zijn.

Een eurocent kan er makkelijker een eurodubbeltje worden. In bijv Slovenië moet men zich daartoe aan de regels houden, een goed vakmens zijn en hulpvaardig zijn. 

Mensen van uiteenlopende machtsniveaus voelen zich hier niet bedreigd en zijn bereid anderen te vertrouwen. Men gaat om met mensen uit verschillede lagen.

In teams wordt in Slovenië de leider gezien als expert. De norm is echter dat deze ieder lid serieus de ruimte geeft voor een eigen unieke bijdrage en de bijdragen afstemt.

In landen als België wordt macht meer gevoeld als iets dat bij geboorte is meegekregen of van hogerhand is gegeven. Machthebbers mogen hun macht meer etaleren en hoger ge­plaatsten willen en mogen zich meer onderscheiden van lager geplaatsten.

Gehoorzaamheid staat als opvoedingswaarde bij Slovenen en Nederlanders lager aangeschreven dan bij Belgen.

Personeel is in België en Slovenië meer dan in NL gericht op duidelijke richtlijnen. Daarbinnen neemt het in Slovenië net als in NL wel meer zelf initiatief dan in België.

In Slovenië wegen vakkennis, concrete ervaring en sociale vaardigheden zwaar in de verantwoordelijkheid en vrijheid die iemand worden gegund.

Personeel hebben op zich leidt in Slovenië en NL minder tot aanzien dan in BE. inkomensverschillen zijn in Slovenië en NL kleiner dan in BE.

Armrijk en werkgever werknemer spanningen worden in Slovenië echter vaker ervaren dan in België en in België weer wat vaker dan in NL. Men neigt meer tot jaloezie.

Voor bezoekers

In Slovenië geldt net als in Nederland en BE de Midden-Europese tijd (incl. zomertijden). Winkels en kantoren kennen ongeveer dezelfde openingstijden als in NL.

Adria Airlines vliegt dagelijks van Schiphol naar Ljubljana Brnik. Vanuit München onderhoud EuroCityMimara een dagelijkse treinverbinding en Eurolines onderhoud een busverbinding van NL met Slovenië. 

Automobilisten moeten via Salzburg en Villach de Karawankentunnel door. Men heeft een tolvignet nodig en dat is op veel plaatsen (bijv. bij benzinestations) te koop.

Het openbaar vervoer in Slovenië is over het algemeen goed, betrouwbaar, schoon, vei­lig en niet te duur. Uit voorzorg wordt soms gewaarschuwd tegen zakkenrollerij in treinen, maar dit is niet echt beeldbepalend.

Middenklasse accommodaties zijn toonaangevend. Meestal kan men wel online boeken. Alleen Ljubljana beschikt over genoeg congresruimte. 

Veel Slovenen kennen goed Engels (vooral indien na 1975 geboren) of Duits (zie voor communicatietips onder communicatie).

De sfeer is vooral in meer formele situaties hoffelijk. In alle situaties waakt men er voor om de ander via woorden of gedrag te kwetsen.