Wetenswaardigheden

Etnische verhoudingen en hun historische achtergrond

Via Bulgarians en Ethnic is veel te reconstrueren over dit onderwerp. Kort voor het begin van de christelijke jaartelling leefden er o.m. Kelten, Daciërs, Grieken en ook al joden in het gebied. Iets later kwamen de Romeinen en deze vermengden zich m.n. in het noorden met de reeds aanwezige bevolking tot Thracische Romeinen. Na de val van het Romeinse rijk kwamen de Byzantijnen aan de macht. Vanaf de 6e eeuw na Chr. vestigden zich Slavische stammen in het gebied als landbouwers, een eeuw later gevolgd door de proto-Bulgaren, een aan de Hunnen en Turken verwant paardenvolk uit de steppen ten noorden van de Kaukasus en centraal Azië. Deze volken vermengden zich tot de etnische Bulgaren van nu. De Slaven waren in de meerderheid en die bepaalden de taal en het cyrillische schrift. Aan de proto-Bulgaren ontlenen de Bulgaren hun naam. In Bulgarije maken de 5,6 miljoen etnische Bulgaren 85% van de bevolking uit. Genetisch zijn ze het meest verwant aan andere Balkan volken; m.n. aan Macedoniërs, Serviërs, Roemenen, Grieken en Albanezen en minder aan Turken en/of andere Europeanen.

Tijdens de bijna 500j Ottomaanse overheersing van BG (1386-1878) vestigden Turken  zich al dan niet vrijwillig in de regio (Turks). Het betrof militairen, ambtenaren, nomaden, boeren, kunstenaars & ambachtslieden, kooplieden en geestelijkheid. Kort na het einde van de Ottomaanse tijd ontvluchtten velen van hen Bulgarije, maar rond 1880 vormden ze nog een kwart van de bevolking. Daarna nam het Turkse volksdeel gestaag af naar 8,8% in 2011 (588.000 in getal, voor 80% geboren in BG). Mede omdat ze lang als nazaten van bezetters werden gezien en door problemen met teruggave van land ontstond er onderling wantrouwen en ontwikkelde de Turkse gemeenschap zich los van die van de etnische Bulgaren. In 1989 verlieten ruim 300.000 Turken BG vanwege het assimilatie programma van partijleider Zhivkov. De campagne begon in 1984 (wellicht vanwege de relatief hoge geboortecijfers van het Turkse volksdeel) en Turken mochten hun eigen taal niet meer spreken en moesten al hun gebruiken afschaffen en christelijke namen aannemen. Er werden moskeeën vernield, plaatsnamen werden Bulgaars gemaakt en zelfs namen op grafstenen werden veranderd in Bulgaarse equivalenten. Omdat het regime al snel daarna viel werden rechten van de Turken hersteld en een jaar later was de helft al weer terug. Thans zijn er Turkstalige media en hebben de Turken een eigen partij die wel deelneemt aan regeringscoalities. In het onderwijs zijn de rechten echter beperkt. Turkstalige scholen zijn er niet en Turkse les wordt slechts gegeven als bijvak op verzoek. In het zuiden en noordoosten leven de meeste Turken. De zuidelijke provincie Kardzhali en de noordelijke provincie Razgrad kennen een Turkse meerderheid. De Turken zijn uiteraard moslim, maar moeten niet worden verward met de 130.000 Pomaken (die zelf liever moslim Bulgaren worden genoemd).

Via de census van 2011 werd het aantal Roma begroot op 325.000 (4,4% bevolking), maar velen schatten de populatie op minstens 500.000. Ze bestaat in feite uit verschillende zigeuner volken waarvoor diverse bijnamen in omloop zijn. De meest populaire daarvan “țigani” zien sommigen van hen als geuzennaam en anderen als belediging. De Roma stammen wellicht uit India. Rond 1300 vestigden zich Roma in BG die christen waren en aan het begin van de Ottomaanse bezetting kwamen er Moslim Roma bij; vaak als knecht, ambachtsman of muzikant. De sultans deelden hen in op basis van religie en niet van etniciteit. Ook nu onderscheid men Bulgaarse en Turkse Roma. De meeste Roma leven in extreme armoede en worden door veel Bulgaren met achterdocht bejegend. Hun taal (het Romani) is beperkt erkend, hun achterstanden in onderwijs, werk en inkomen zijn enorm en hun woonomstandigheden veelal ten hemel schreiend. Er is veel geklaag over criminaliteit door Roma, maar het segment Roma dat daar zelf last van heeft is wellicht groter. Verschillen in inkomen nemen binnen de gemeenschap groteske vormen aan (bijv. woonvormen). In 2011 verdiende 90% minder dan 60% van modaal (hele bevolking 50%), slechts 19% (om 75%) had qua onderwijs een beroepskwalificatie en 35% (om 50%) werkte in loondienst (Roma). De meeste Roma moeten zien te overleven op een Bulgaarse bijstandsuitkering (€2,50 pp p/d naar koopkracht) of minder (velen staan niet geregistreerd) en dat vereist overlevingskunst. Wel hebben Roma nu eigen politieke en culturele organisaties en Bulgarije neemt met 9 landen deel aan het decennium van de Roma (2005-2015), een project om sociaal economische status en integratie te verbeteren. De Roma wonen over het land verspreid. Hoewel een rapport uit 2009 van het Europees bureau voor grondrechten doet vermoeden dat Roma in BG en Roemenië het minst wordt gediscrimineerd binnen centraal en oost Europa (de negatieve perceptie liep uiteen van 64% in Tsjechië naar 26% in BG en 25% in Roemenië; Roma) waren er najaar 2011 nogal wat Anti-Roma  demonstraties georganiseerd door de ultrarechtse nationalistische Ataka partij.

De Joden zijn in BG nooit een grote minderheid geweest en ontmoetten in hun geschiedenis relatief weinig discriminatie (History). Voor de oorlog maakten ze nog niet 1% van de bevolking uit. Vrijwel alle aanwezige joden overleefden de Holocaust (in NL zo’n 10%). Tussen 1946 en 1956 zakte hun aandeel van 0,6 naar 0,1% door vertrek naar Israël. Nu telt het land nog 1200 joden. De overige minderheden zijn in BG erg klein. Bij de volkstelling van 2011 vulde 0,8% de vraag naar etniciteit niet in (wellicht het meest Roma) en kwamen de 40 resterende minderheden tot 0,7% van de bevolking (52.000 in getal). Onder hen vormden 10.000 Russen de grootste splinter (groepen uit diverse perioden, Russians), gevolgd door 6600 Armeniërs (nu vooral immigranten), 3700 Vlachen (Balkan Roemenen), 2600 Sarakatsani (een herdersvolk met Griekse wortels), 1800 Oekraïners en 1700 Macedoniërs (Demographics, zie ook Immigration).

Bulgaren in het buitenland

Op “Bulgaria is uitvoerige en recente info te vinden van het Bulgaarse ministerie voor emigrantenzaken over aantallen Bulgaren elders (zie ook Bulgarians) en voorzieningen voor hen aldaar. Schattingen lopen sterk uiteen. Ze hangen er bijv. vanaf in hoeverre ze zichzelf als Bulgaars zien, welke generaties (1e t/m 3e) en etnische groepen (bijv. Bulgaarse Turken of Roma of Macedoniërs) worden meegerekend en in hoeverre ze de Bulgaarse taal beheersen. Volgens de cijfers van het ministerie voor 2011 lag het aantal Bulgaren wereldwijd op maximaal 9 miljoen (alle etnische groepen meegerekend, waarvan ruim 7 miljoen in Bulgarije zelf). Doordat Bulgarije in de middeleeuwen en ook tussen de Ottomaanse tijd en de 1e wereldoorlog flink groter was dan nu zijn er m.n. in de buurlanden en in Moldavië, Albanië en Kosovo enclaves waarvan de bewoners zichzelf min of meer als Bulgaars zien en bijv. ook Bulgaars of een daarvan afgeleid dialect spreken (Bulgarian). Onder deze inheemse groepen vallen 750.000 à 1 miljoen sprekers. De 300.000 tot 600.000 Pomaken (moslim Bulgaren) in Europees Turkije vormen de grootste groep. In Oekraïne leven 200.000 orthodoxe Bulgaren (150.000 rond Odessa). Deze vallen merendeels onder de Bulgaren van de historische regio Bessarabië, net als de ruim 80.000 Bessarabische Bulgaren in Moldavië. In Grieks Macedonië zien rond 100.000 mensen zichzelf als Bulgaars en in de republiek Macedonië kregen na 1990 50.000 mensen een Bulgaars paspoort. Onder de 21.000 Bulgaren in Servië en 8100 in Roemenië vallen o.m. Shopi (van de shopska salade) en Banaat Bulgaren. Het aantal Bulgaren Albanië ligt rond 45.000, in Kosovo rond 20.000 en in Hongarije rond 5000.

Onder de Bulgaren in de diaspora onderscheidt men oude (van voor 1990) en nieuwe emigranten. Het aantal oude emigranten wordt geschat op 2,5 miljoen (vooral naar de VS, Canada, Argentinië, Brazilië en Duitsland) en het aantal nieuwe op 1 miljoen; eerst veelal permanente emigratie naar m.n. de VS, Canada, Oostenrijk en Duitsland en later arbeidsemigratie met nadruk op Griekenland, Italië, het Verenigd Koninkrijk en Duitsland. De grootste groepen wonen in de VS (250.000 à 300.000), gevolgd door Spanje (164.000-300.000), het VK (35.000 à 150.000), Italië (33.500-130.000), Duitsland (60.000-100.000), Argentinië (40.000-70.000), Brazilië (2000-65.000 met als bekendste de huidige presidente Dilma Rousseff) en Canada (27.000-50.000). Onder de EU landen met flinke groepen Bulgaren vallen verder Oostenrijk (35.000), Frankrijk 34.000, NL 20.000 (Bevolking) en Grieks Cyprus 19.000. In België leven rond 4000 Bulgaren. De eigen Bulgaarse schatting van de aantallen voor België en NL liggen op respectievelijk 3500 à 4500 en 10.000 à 15.000. Het CBS telde per 1/1-2012  bijna 19.750 Bulgaren in Nederland (in 2007 nog 4600; rond 52% vrouwen), maar daar zijn bijv. ook kinderen van in BG geboren ouders in meegeteld (2300 in 2012, 1200 met beide ouders in BG geboren). Voor 2010 registreerde men in BG ruim 1 miljoen beroepsreizen (alles meegerekend) naar een EU land, waarvan 15.000 naar België en 12.700 naar NL (Electronic blz. 375) en 550 Bulgaren kregen in dat jaar een werkvergunning voor NL (Minder). Die werkten in NL vaak in de tuinbouw tot volle tevredenheid van zowel tuinders als werkers. De minister van sociale zaken stak hier in 2011 echter een stokje voor omdat hij vond dat Nederlandse werklozen het werk moesten gaan doen (waar geen van de 3 betrokken partijen buiten de minister blij mee is). De Roma uit Bulgarije die in rijke EU landen als straatmuzikant, bedelaar, zakkenroller of prostituee aan de kost komen hadden meestal geen geld om de reis te betalen. Ze kwamen het land vaak in via mensensmokkel en zijn veelal niet terug te vinden in statistieken. Het geld dat ze binnen krijgen moeten ze vaak grotendeels afgeven aan andere Roma die hen exploiteren.

Op en via De is o.m. info te vinden rond het thema Bulgaren en Nederlanders (incl. clubs, hulporganisaties en ambassades).

Varia rond de Bulgaren zelf

Vooral bij oudere laaggeschoolde Bulgaren kan men nog tegenkomen dat ja knikken nee betekent en nee schudden ja.

Roemenen, Moldaviërs, Oekraïners en Macedoniërs zijn genetisch gezien één volk (de Balkan Karpatische groep, bron: Romanians). Ze staan het dichtst bij een Balkan mediterrane groep (Grieken, Albanezen, Turken). Bij Bulgaren valt dat onderscheid weg.

Tussen 1913 en 1988 groeide de Bulgaarse bevolking elk jaar; van 4,2 miljoen naar 9 miljoen. Daarna kromp de bevolking door dalende geboorte en stijgende sterftecijfers en emigratie.

Na 1997 trad in de geboorte en sterftecijfers een zekere stabilisatie op, maar ook t/m 2011 was (afgezien van een vertrekoverschot) sprake van een natuurlijke afname.

Bij de volkstelling van 2001 kwam men op 7,9m en in 2011 op 7,4m. Voor 1/1-2012 meldde Eurostat 7,3m inwoners (dichtheid 2010: 69/km², EU 117/km²; Browse).

BG kent qua verstedelijking grote regioverschillen. In 2011 woonde 44% in regio met meer dan 500 inwoners per km² (EU15 50%, NLS 38%, NL 66%; BE 54%) en 50% in regio met minder dan 100/km² (NL 2%, BE 4,3%, EU15 19%, NLS 49%; Browse).

In 2011 telde men 7 plaatsen met meer dan 100.000 inwoners. Sofia sprong er met 1,2 miljoen uit. Daarna volgden Plovdiv (338.000), de havensteden Varna (334.000) en Burgas (208.000), Ruse (150.000) Stara Zagora (138.000) en Pleven (107.000).

Van deze plaatsen heeft Sofia een stedenband met Brussel, Varna met Amsterdam & Dordrecht en Burgas met Gent & Rotterdam.

De meeste gegeven voornamen staan op de orthodoxe heiligenkalender. Gebruikelijk zijn een voornaam, patroniem (verwijzing naar de vader) en achternaam (Bulgarian).

De meest voorkomende jongensnamen zijn Ivan, Georgi, Dimitar, Peter, Christo en Todor (baby’s rond 2006: Georgi, Aleksandar, Martin, Ivan en Dimitar).

Voor meisjes waren dit respectievelijk Maria/ Mary, Ivanka, Elena, Yordanka, Penka en Margarita (2006: Viktoria, Maria en Aleksandra). Ze eindigen dus meestal op a.

Bulgaarse achternamen eindigen, net als in bijv. Rusland, bijna allemaal op ov en ev (vrouwelijke vorm: ova, eva), ski en ska of in.

De top5 van achternamen (vrouwelijk: idem + a) zijn Ivanov, Georgiev, Dimitrov, Petrov, Nikolov en Hristov.

Politiek krijgen gematigde partijen (rechts liberalen, socialisten) veel aanhang en ultrarechtse populisten weinig. Corruptie en vriendjespolitiek spelen wel een grote rol.

De cultuurdimensies van Hofstede

Op COUNTRIES zijn uitslagen te vinden van het onderzoek van cultuursocioloog Geert Hofstede met een toelichting over de dimensies die hij hanteert om cultuurverschillen tussen volken in kaart te brengen. Uiteindelijk is het onderzoek gedaan in ruim 80 landen op de 4 cultuurdimensies onzekerheidsvermijding, machtsafstand, individualisme collectivisme en masculien feminien. Daarbij moet een score op één dimensie worden gezien binnen de context van het landspatroon op alle 4 dimensies. Hofstede zelf legde de basis van zijn onderzoek tussen 1970 en 1990 bij werknemers van multinationals; van leidinggevend tot werkvloer. Daarna vond de research plaats in meer landen. Ter validering kunnen de cultuurdimensies van Hofstede worden gekoppeld aan bronnen die inzicht bieden rond maatschappelijke en arbeidsverhoudingen, verschil in inkomen, consumptiepatronen etc. en de opinies op dat gebied. Deze zijn op deze website bijv. te vinden onder economie, onderwijs, bevolking, religie, gezondheidszorg en keuken.

De onzekerheidsvermijding (OZV, angst voor onbekende risico’s) is in Bulgarije (BG) hoog en vergelijkbaar met die in België (BE). In NL is ze gemiddeld.

Bij een hoge OZV is de regelzucht doorgaans groter dan bij een lage en men benadert onvoorspelbaarheid en onbekendheid minder laconiek.

In overleg en besluitvorming kiest men in NL wat makkelijker voor wat handig is (compromis, gedogen) en in BE en BG meer voor beginselvastheid. Men mag in NL meer van mening veranderen dan in BE en BG.

Ook bestaat bij hoge OZV minder ruimte voor fantasie, verrassing, improvisatie en non-conformisme. Men verhuist moeilijker en gaat moeilijker heel ander werk doen. Men is eerder ongerust en men maakt zich snel druk om dingen en om onaangepastheid.

In BG (en ook in BE) krijgen OZV waarden netheid/ pietluttigheid en werklust meer steun dan in NL (Eurobarometer 225; jan/feb. 2005).

Hoge angst voor onbekende risico’s gaat samen met lage koffie en hoge alcohol consumptie (koffie maakt nog opgefokter en drank ontspant).

Qua koffie consumptie stond BG in 2008 met 2,9 kg pp p/j 22e binnen de EU27 en qua pure alcoholconsumptie in 2005 (officieel + officieus; List) met 12,4 liter pp p/j 19e.

In 2007 was viel het segment liefhebbers van de buitenlandse keuken in BG met 14% onder de kleinste binnen de EU (EU 45%, Full, QA10).

Personeel is in BG net als in BE vaak gericht op duidelijke richtlijnen en geeft de voorkeur aan regels en regelmaat.

Conform een hoge OZV scoorde BG qua waardering van immigranten (European) en aandeel kosmopolieten (Intercultural) laag. Wel was het volksdeel dat etnisch raciale of religieuze spanningen ervoer in 2011 veel kleiner dan in NL en BE (EN).

De aanhang voor tolerantie en openheid als waarde is in BG vergeleken met NL en BE klein, maar die voor culturele diversiteit groot (Full, QA16).

BG kent een tamelijk grote machtsafstand (MA) net als BE. Die van NL klein. In landen met een grote MA moeten machthebbers hun best doen om machtiger te lijken dan ze zijn en bij een kleine MA geldt het omgekeerde.

In BG en BE neigt men er toe hoog geplaatst zijn zonder morren te accepteren en er vanuit te gaan dat iemand daar niet zomaar is gekomen (e.o.).

Wat helpt is dat de hoog geplaatste Bulgaar of Belg zich in de regel opstelt als “goede vader”. M.n. oudere leidinggevenden vinden hier titels en hiërarchie belangrijk.

Respect voor geërfde en eretitels, rang en positie en voor ouderen horen bij een grote MA. Men hoeft in BG en BE minder dan in NL gezag te verdienen (bijv. via opstelling of prestaties).

Bij een grote MA hebben levensstijlen en statussymbolen van maatschappelijke lagen (en daarmee mogelijk ook vooroordelen en wantrouwen) veel invloed.

Mensen van uiteenlopende machtsniveaus voelen zich bij een grote MA snel bedreigd en zijn geneigd anderen te wantrouwen. Men gaat daarom om met mensen uit eigen laag.

Het vertrouwen in de medemens was in 2011 in BG kleiner dan in BE en flink kleiner dan in NL en Scandinavië (EN table 30).

Een eurocent wordt bij een grote MA relatief vrijwel nooit een eurodubbeltje. Bij een kleine MA lukt dat vaker wel.

Omgangsvormen, posities, rangen, taken en verantwoordelijkheden zijn in BG en in BE meer afgebakend en men delegeert moeilijker dan in NL.

Bij bedrijven en overheden noemt men elkaar in BG en BE minder snel bij de voornaam dan in NL. Ook de relatie leerling leraar is er formeler en hiërarchischer dan in NL.

Waarom leidinggevenden iets beslissen blijft In BG en BE meer geheim dan in NL. Ze staan op hun strepen en hoeven zich minder te verantwoorden naar “personeel”.

Het segment werknemers dat vond dat men genoeg werd betrokken bij verandering in organisatie van werk of werkwijze of invloed had op beslissingen was in 2010 in BG en BE kleiner dan in NL (EWCS 2010 Survey Results, organisation).

Het volksdeel met werkgever werknemer spanningen was in 2011 in BG flink kleiner dan in BE en kleiner dan in NL (EN table 32).

In 2005 was in BG onafhankelijkheid iets minder populair om kinderen bij te brengen dan in NL en Be. Bij gehoorzaamheid zat men tussen NL en BE in (EB 225, wave 63.1).

Op de dimensie masculinum feminien (MF) nam BE een middenpositie in, scoorde BG tamelijk feminien en is NL sterk feminien.

Via http://www.weforum.org/s?s=gender+gap+report is te vinden dat in 2011 BG 17e van de EU stond op de Global gender gap index die de mate van gelijke berechting van vrouwen wereldwijd meet. NL stond 6e en BE 5e. T.o.v. 2009 waren BG en BE sterk gestegen en NL was gezakt. In BG hebben relatief veel vrouwen hoge functies.

In feminiene landen staan vrouwelijke waarden als dialoog, tact, compromis, vertrouwen in de ander en steun voor wat zwak is hoog aangeschreven. In feminiene landen gaat het meer om het spel en in masculiene landen om de knikkers (presteren).

In masculiene landen als de USA, UK en Ierland hebben mannelijke waarden als uitdagen, polarisatie, debat en competitie (incl. inkomensverschillen) prioriteit en moet het zwakke (incl. het zwakke geslacht) assertief en sterker worden.

In masculiene landen zijn mannen echte mannen en vrouwen echte vrouwen (MV polariteit). In feminiene landen ziet men vaker uniseks kleding e.d.

De Bulgaarse inkomensverschillen zijn groter dan die van NL en BE. Het manvrouw verschil voor gelijk werk is in BE en BG echter kleiner dan in NL.

In BG verschilde in 2005 de manvrouw polariteit in beroepen al met al niet zoveel van die in NL en BE (View publication). Het aandeel vrouwelijke technici was toen groot (4e EU  na de Baltische staten).

Het volksdeel met armrijk spanningen was in 2011 in BG vergelijkbaar met dat in NL en kleiner dan in BE (EN table 32).

In BG is de groep die begaan is met het lot van zwakkeren in de samenleving als gehandicapten en bejaarden groter dan in NL en BE (EB 273).

De aanhang voor de feminiene waarde sociale gelijkheid en solidariteit was in 2007 in BE iets boven en in NL en BG iets onder gemiddeld. Het masculiene ondernemerschap kreeg in BG een grotere aanhang dan in NL en BE (Full, QA16).

In feminiene culturen wordt homoseksualiteit meer geaccepteerd dan in masculiene en in voormalige Oostbloklanden minder dan in andere EU landen. BG scoort hiermee lager dan NL en BE. Wel kent men wel openlijk homofiele popidolen.

NL, Angelsaksische landen, Scandinavië en Vlaanderen delen een sterk individualisme (IDV). Welvaart, verstedelijking en protestantisme scheppen daar ruimte voor.

Bulgaren kunnen betiteld worden als collectivistisch, vooral op het platteland (armoe, buren & familiehulp, gastvrij, roddel).

Naarmate IDV lager wordt, worden de banden tussen individuen sterker. Sterk collectivisme bewerkstelligt dat het collectief het individu bepaalt.

Gemeenschap en familiebanden worden erg hecht. Eigen levensstijl, vrijheid van meningsuiting, zelfstandig denken en scheiding werkprivé zijn ondergeschikt.

In onderwijs en werk wordt nadruk gelegd op het aansluiten bij collectieve behoeften. Eigen verdiensten gaan voor een groot deel naar collectief of familie.

Men houdt er een gezamenlijk waardepatroon op na met nadruk op familiebanden, hulp, gastvrijheid, loyaliteit en conformisme.

Individualistische landen kennen een schuld en excuus cultuur en collectivistische landen  een schaamte en ontkenningscultuur uit angst voor gezichtsverlies.

Direct oogcontact bij kennismaken en groeten wordt in IDV landen met een kleine machtsafstand sterk ervaren als teken van eerlijkheid, betrouwbaarheid en serieusheid.

In collectivistische landen met een grote MA en een hoge OZV geldt vaak het omgekeerde (ogen discreet neerslaan voor een hoger geplaatste). In BG ziet men in de moderne beroepswereld oogcontact echter wel als eerlijk en niet als brutaal.

In BG zijn de familiebanden sterk en mantelzorg staat hoog in het vaandel. Bulgaren zijn om de verhouding goed te houden eerder terughoudend dan bot.

In BG komt schaamte voor psychische noden meer voor dan in NL. Velen willen een vriend of familielid er liever niet mee lastig vallen zodat ze als de bom uiteindelijk barst bij een beroepkracht terecht komen.

Werk en privé worden in BG niet sterk gescheiden. Voor zaken doen is het opbouwen van een vriendschap en vertrouwensband voorwaarde. Deze wordt getest.

Vrijheid van meningsuiting wordt in BG beduidend minder vaak onderschreven dan in NL en BE (je moet rekening houden met het collectief, Full, QA16).

Voor bezoekers

Op en via De is info te vinden rond BG, bijv. m.b.t. vakantie, verblijf, BG en NL en evenementen.

Op Bulgaria en Destination/ Bulgaria zijn reistips en info enigszins toegespitst op jongeren. De laatste site zit boordevol praktische en ervaringsinfo. 

Ook Bulgaria en TripAdvisor.com (van eigen woonplaats tot bijv. steden in Bulgarije) zijn waardevolle/ handige bronnen.