Wetenswaardigheden
Emigratie, Finland en NL
Door een ongelukkige samenloop van weersomstandigheden was er tussen 1866 en 1868 hongersnood. Er overleden 270.000 Finnen, 150.000 meer dan normaal in 3 jaar tijd.
Deze droeg bij aan een emigratiegolf. Tussen 1850 en 1980 emigreerden rond 400.000 Finnen naar de VS en Canada. Ze vestigden zich vaak als boer in het middenwesten.
Kort na WOII vertrokken ruim 400.000 Finnen uit de gebieden die Finland aan Rusland moest laten naar Finland. Ze kregen in dunbevolkte regio in het oosten en noorden stukken land toegewezen om te gebruiken en werden zo boer/ bosbouwer.
Tussen 1960 en 1975 vestigden 250.000 tot 300.000 Finnen zich permanent in Zweden, Onder hen waren veel Zweedstalige Finnen en veel jonge arbeidsmigranten.
In de 80er jaren trok de Finse economie aan en toen kwamen er meer Finnen terug naar Finland dan dat er uit Finland naar Zweden vertrokken.
Per 1/1-2011 telde het CBS ruim 4200 Finse Nederlanders in Nederland, bijna 20% meer dan in 2000. Daarvan was 62% (ruim 2600) in Finland geboren en de rest was kind van minstens één Finse ouder (1430 met één), bijna 30% meer dan in 2000.
Volgens http://pxweb2.stat.fi/Dialog/Saveshow.asp (het Finse CBS) woonden per 1/1-2010 in Finland 1272 in Nederland geborenen, zo’n 40% meer dan in 2000.
In Finland geboren kinderen van buitenlanders worden pas Fins staatsburger als ze geen staatsburger van een ander land kunnen worden.
Op http://finland.startpagina.nl/ is van alles te vinden voor Finland fans (bijv. m.b.t. sport, vakantie en ander verblijf; evenementen en verenigingen.).
Minderheden en ware Finnen
Op deze website is m.n. onder bevolking etc. en onder godsdienst/ religie de nodige info te vinden over dit onderwerp.
In 2010 telde men 265.000 Zweedstalige Finnen, 5% van de bevolking. Het volksdeel wordt gestaag kleiner.
Zweedstalige Finnen zijn door veel andere Finnen lang gezien als nazaten van koloniale onderdrukkers.
Fins en Zweedstalige Finnen vormden lang nogal gescheiden gemeenschappen. Ook nu zijn er nog Zweedstalige regio, woonoorden en wijken.
Finland is officieel 2talig. Alle Finse kinderen krijgen op school verplicht Zweeds en in regio waar 8% of meer Zweedstalig is moeten overheidsambtenaren 2talig zijn.
Tussen 2000 en 2008 is het Russischtalige volksdeel bijna verdubbeld naar 48.000 (0,8% van de bevolking). Thans vormt de groep uit Rusland de 2e minderheid.
Een klein deel valt onder de vooroorlogse immigranten, de oude Russen. Dit zijn bijv. 19e eeuwse afstammelingen van Russen uit de tijd dat Finland een Russisch groothertogdom was of van vluchtelingen uit de tijd van de Russische revolutie.
De nieuwe Russen behoren voor de helft tot een Fins-Oegrisch volk uit Rusland. Ook zitten er wel Russen uit Estland bij.
In 2010 haalden de Esten met 40.000 de nieuwe Russen in als minderheid. De meeste Esten komen in Finland voor werk.
De Lappen vormen de oudste bevolkingsgroep van Finland. Ze willen Sami genoemd worden omdat de term Lappen als scheldwoord wordt ervaren (vergelijkbaar met de Eskimo’s die Inuit willen heten).
Het zijn de afstammelingen van de rendierjagers die na de ijstijd met de rendieren meetrokken naar de toendra zodra het ijs was gesmolten.
Ze leefden lang verspreid over heel Finland maar doordat ze vanwege hun levensstijl aan toendra en rendieren waren verknocht en doordat ze werden verdreven verschoof hun leefgebied steeds verder naar het noorden.
Wanneer men het spreken van de Sami taal als moedertaal als criterium neemt (Finland telt 3 dialectgroepen) kwam hun aantal begin 2010 op 1832.
Bij velen van gemengd bloed zet het kwaad bloed dat Sami die claimen dat ze raszuiver zijn worden beschouwd als bedreigde volksstam en zwaar gesubsidieerd worden met Europees geld, terwijl zij niks krijgen.
De “ware Sami” claimen op hun beurt dat hun subsidies niet zozeer met ras, maar met cultuur en levensstijl te maken hebben, terwijl de tegenpartij riposteert dat ze intussen wel gemengde huwelijken angstvallig tegenhouden.
Slechts een derde van de 200.000 rendieren in Finland worden door Sami beheerd en rond 5% van de Sami had voldoende rendieren (250-300) om van te leven. Zij hebben nog min of meer de traditionele nomadische levensstijl.
Een aantal Sami (al dan niet raszuiver) verdient wat bij aan natuur en toerisme, maar velen moeten rondkomen van een uitkering of Finse AOW.
De rond 5000 Roma in Finland schermen zich ook af van de hoofdstroom. Vroeger werden ze wel geweerd uit restaurants of winkels en werden ze extra in de gaten gehouden, maar dat is nu strafbaar.
De rechts populistische nationalistische, anti-immigratie en Eurosceptische “Ware Finnen” gingen van 4% van de stemmen bij de parlementsverkiezingen van 2007 naar 19% in april 2011. Ze werden daarmee 3e partij van het land.
Ze wonnen veel stemmen met hun afwijzing van steun aan noodlijdende Eurolanden (vooral waar die ook nog aan creatief boekhouden deden) en met hun plan om landelijk verplicht onderwijs in het Zweeds af te schaffen.
Leider Timo Soini stamt uit de Finse boerenpartij en is zelf niet echt fel tegen immigratie. Wel roerde hij de anti-immigratie trom om meer stemmen te winnen.
Bij de anti-immigratie kant was de islam geen hoofdpunt van aandacht, maar men stelde zich wel huiverig op. Finland telt weinig moslims, maar hun aantal groeit.
Als diepgelovig lid van de kleine roomse minderheid is Timo Soimi tegen euthanasie en abortus. De Ware Finnen zijn tegen homohuwelijk en seks buiten het huwelijk.
Ander programpunten zijn een linkse economische politiek, pro Israel en kernenergie; minder humanitaire immigratie, ontwikkelingshulp en deelname aan internationale militaire missies; staatssteun voor platteland en Finse cultuur en strenger straffen.
Demografische koetjes en kalfjes
Tussen 1945 en midden 70er jaren verhuisde de helft van de Finse bevolking, vooral van landelijke regio in het oosten en noorden naar de zuid en zuidwestkust.
Dat kwam vooral doordat in landbouw en bosbouw door mechanisatie banen wegvielen en er in de industrie en dienstensector nieuwe banen kwamen.
In 2009 woonde maar 27% van de Finnen (Eurolanden 47%, NL 63%; BE 54%) in een gebied met meer dan 500 inwoners per km² en 57% woonde in een gebied met minder dan 100 per km² (NL 2,2%, BE 4,3%, EL 20%).
Per 1/1-2011 telde Finland 8 gemeenten met meer dan 100.000 inwoners, te weten Helsinki 589.000, Espoo 248.000, Tampere 213.000, Vantaa 200.000, Turku 177.000, Oulo 142.000, Jyväskylä 131.00 en Lahti 101.000.
De meest Finse voornamen stammen van heiligen. Zweedstalige Finnen kennen andere naamvoorkeuren dan Finstalige Finnen.
Onder de Finstalige mannentop vallen Juhani/, Johannes, MIkael en Matias, Onni en Olavi/ Oliver. Bij borelingen vormden in 2009 Veeti, Eetu en Onni de top3.
De Finse vrouwennamen in de top zijn Maria, Sofia, Emilia, Olivia en Eino en bij de pasgeborenen waren Aino. Venla, Emma, Ella en Sofia populair.
De top5 van de achternamen zijn Virtanen, Korhonen, Nieminen, Mäkinen en Mäkelä. In de top10 eindigen 8 namen op en.
De cultuurdimensies van Hofstede
Cultuursocioloog Geert Hofstede onderzocht ruim 80 landen op de 4 cultuur dimensies machtsafstand, onzekerheidsvermijding, individualisme – collectivisme en masculien – feminien.
Op http://www.geert-hofstede.com/hofstede_dimensions.php staan de uitslagen van het onderzoek van Hofstede met toelichting over de dimensies.
Bronmateriaal voor de hier aangehaalde voorbeelden ter ondersteuning is m.n. terug te vinden onder bevolking etc. op deze website.
Een score van een land op een dimensie moet worden uitgelegd in de context van andere scores. Deze info is bijv. vanuit de Finse context.
De onzekerheidsvermijding (OZV, angst voor onbekende risico’s) is in Finland (SF) een fractie hoger dan in NL, maar flink lager dan in België (BE).
Bij een lage OZV is de regelzucht doorgaans minder dan bij een hoge en men benadert onvoorspelbaarheid en onbekendheid laconieker.
Ook ruimte voor fantasie, verrassing en improvisatie en makkelijk verhuizen passen bij een lage OZV. Men is niet gauw ongerust en men maakt zich niet gauw druk.
Omgangsvormen, posities, rangen, taken en verantwoordelijkheden zijn in NL en in iets mindere mate SF minder afgebakend en men delegeert makkelijk dan in BE.
In overleg en besluitvorming kiest men in NL en SF wat makkelijker voor wat handig is (compromis, gedogen) en in België wat meer voor beginselvastheid. Men mag in NL en SF wat meer van mening veranderen dan in BE.
In 2005 werden als opvoedingswaarden in NL en SF onafhankelijkheid vaker en netheid/ zorgzaamheid, gehoorzaamheid en werklust minder vaak onderschreven dan in BE. De eerste waarde past bij een lage en de 3 andere bij een hoge OZV.
Doordat Finland veel minder immigranten uit andere culturen telt dan NL en BE zijn vergelijkingen m.b.t. immigrant vriendelijkheid, het aandeel kosmopolieten en de waardering van immigranten wat moeilijk te maken.
Het Finse volksdeel dat etnisch raciale of religieuze spanningen ervaart was in september 2009 bijv. klein naar EU maatstaf en flink kleiner dan in NL en BE.
Finland deelt met Duitsland, Oostenrijk, Scandinavië, NL, het VK, de VS, Canada en Australië een kleine machtsafstand (MA). In België is de MA groter.
In landen met een erg kleine MA moeten machthebbers hun best doen om minder machtig te lijken dan ze zijn en bij een grote MA geldt het omgekeerde.
Een eurocent kan bij een kleine MA relatief gemakkelijk een eurodubbeltje worden, maar bij een grote MA lukt dat bijna niet.
Mensen van uiteenlopende machtsniveaus voelen zich bij een kleine MA niet bedreigd en zijn bereid anderen te vertrouwen. Men gaat om met mensen uit verschillende lagen.
Bij een kleine MA hebben levensstijlen en statussymbolen van maatschappelijke lagen (en daarmee mogelijk ook vooroordelen en wantrouwen) weinig invloed.
Waarom leidinggevenden iets beslissen blijft In BE geheim. Ze staan op hun strepen en hoeven zich minder te verantwoorden naar lager geplaatsten dan in NL en SF.
Op de website van grote Finse multinationals is meestal reeds op de openingpagina een jaarverslag te vinden met de boekhouding.
Het “gelijke monniken, gelijke kappen idee leeft in Finland ook erg sterk”. Men mag en wil, net als in NL, niet boven het maaiveld uitsteken.
Bij een kleine MA wordt macht niet gevoeld als iets dat bij geboorte is meegekregen of van hogerhand is gegeven. Men moet in SF en NL meer dan in BE gezag verdienen, bijv. via opstelling.
De relatie werkgever werknemer en leerling leraar is in België formeler en hiërarchischer dan in Nederland en Finland.
Het Nederlandse en Finse volksdeel met werkgever werknemer spanningen was in 2009 flink kleiner dan in België (EB 321, wave 72.1).
Personeel is in SF en NL minder dan in BE gericht op duidelijke richtlijnen. Eigen initiatief en verantwoordelijkheid worden meer op prijs gesteld.
De Finse inkomensverschillen waren in 2008 een fractie kleiner dan die van NL en BE. Het volksdeel met armrijk spanningen was in SF en NL flink kleiner dan in BE.
In het onderwijs in SF en NL krijgen gelijkwaardige dialoog en het ontwikkelen van kritisch denken, anders dan in BE, op alle onderwijsniveaus nadruk.
Het vertrouwen in de (onbekende) medemens is in SF en NL (relatief kleine MA en lage OZV) groter dan in BE.
Op de dimensie masculinum feminien (MF) neemt België een middenpositie in en scoren NL en SF sterk feminien.
In feminiene landen staan vrouwelijke waarden als dialoog, tact, diplomatie en compromis en bescherming van wat zwak is hoog aangeschreven.
In masculiene landen als de VS hebben mannelijke waarden als uitdagen, polarisatie, debat en competitie prioriteit en moet het zwakke assertief en sterker worden.
Ook zijn in masculiene landen mannen echte mannen en vrouwen echte vrouwen (MV polariteit). In feminiene landen ziet men vaker uniseks e.d.
In Finland deden in 2007 mannen thuis wat meer traditionele vrouwentaken dan in NL en in NL weer wat meer dan in BE.
In http://www.rte.ie/news/2009/1027/genderreport.pdf is te vinden dat in 2009 Finland 2e stond op de Global gender gap index die de mate van gelijke berechting van vrouwen wereldwijd meet. Nederland stond 11e en België 33e.
In 2010 was Finland 1 plek gezakt, NL stond nog steeds 11e en België was geklommen naar een 14e plek.
De groep die gelijke kansen voor vrouwen qua onderwijs, werk en beroep onderschrijft is in SF, NL en BE van vergelijkbare grootte
In Finland is de manvrouw polariteit in beroepen sterker aanwezig dan in Nederland en de steun voor (nog) meer maatregelen t.b.v. vrouwenemancipatie was in 2009 naar EU maatstaf aan de kleine kant.
In Finland en NL is de groep die begaan is met het lot van zwakkeren in de samenleving als gehandicapten en bejaarden groter dan in BE.
Behalve aan kennis en IQ wordt in Finland op school ook aandacht besteedt aan EQ (emotionele intelligentie) en sociale en communicatie vaardigheden.
In Finland was in 2006 het aandeel basisschool leerlingen dat melding maakte van pesten (5 à 10%, Eu 25%, NL 31%, VL BE 38%) relatief klein. Op de werkvloer werd in 2005 in SF echter wel naar verhouding veel gepest
In feminiene culturen wordt homoseksualiteit veelal meer geaccepteerd dan in masculiene. Finland scoort hiermee echter lager dan NL en BE.
NL, Angelsaksische landen, Scandinavië en Vlaanderen delen een sterk individualisme (IDV). Welvaart, verstedelijking en protestantisme scheppen daar ruimte voor. In Finland is de IDV score lager.
Naarmate IDV hoger wordt, worden de banden tussen individuen losser. Sterk individualisme op zich bewerkstelligt een verzameling losse eenzaten.
In IDV landen staan zorg voor jezelf en je eventuele gezin voorop. Familiebanden zijn er niet erg hecht en eigen levensstijl, vrijheid van meningsuiting en zelfstandig denken staan er hoog in het vaandel.
In onderwijs en werk wordt nadruk gelegd op het aansluiten bij individuele behoeften en mogelijkheden. In IDV landen houdt men werk en privé gescheiden.
Hiermee valt het verschil op met de armere landen waar in deze rijke landen de grootste immigranten groepen vandaan komen.
In arme landen heeft een collectivistisch waardepatroon met nadruk op familiebanden, hulp, gastvrijheid, loyaliteit en conformisme juist meer overlevingswaarde.
Individualistische landen kennen een schuld en excuus cultuur en collectivistische landen een schaamte en ontkenningscultuur uit angst voor gezichtsverlies.
Direct oogcontact bij kennismaken en groeten wordt in IDV landen met een kleine machtsafstand sterk ervaren als teken van eerlijkheid, betrouwbaarheid en serieusheid.
Veel collectivistische landen kennen een grote MA en een hoge OZV. Daar geldt vaak het omgekeerde (nederigheid en ogen neerslaan voor een hoger geplaatste).
Voor bezoekers
Via http://finland.startpagina.nl/ is van alles te vinden voor Finland fans (bijv. m.b.t. sport, vakantie en ander verblijf; evenementen en verenigingen.).
Op http://wikitravel.org/en/Finland zijn de reistips en praktische info wat meer toegespitst op jongeren en studenten.